Ter Mors liet in de tweede rit al zien dat ze een ander niveau heeft dan het gros van de 1000-meterrijdsters. Zij snelde naar 1.14,44. Pas in de laatste rit wist Bowe er net onder te duiken met 1.44,22.
Heather Richardson-Bergsma gaf in de laatste ronde te veel toe op het schema van Ter Mors en eindigde met 1.15,07 als derde.
Vanuit Nederlands perspectief was Marrit Leenstra nog enigszins in staat om de tijden in de top drie te benaderen, ook al gaf zij met 1.15,38 meer dan een seconde achter toe op de snelste tijd. Dat leverde haar de vierde plek op. Sanneke de Neeling besloot haar opvallende eerste seizoen bij de senioren met een prima zevende plek in 1.16,32.
Margot Boer kon in de laatste race van haar leven geen indruk maken. Met 1.16,38 moest ze flink toegeven op haar tegenstandster Ter Mors en eindigde ze als tiende.
Bowe, die deze winter zeven van de negen 1000 meters in de World Cup won, was vanzelfsprekend ook de beste in eindstand van de wereldbeker. Ze had meer dan 200 punten voorsprong op Richardson-Bergsma. Leenstra eindigde als derde.