Breeuwsma noteerde bij de laatste wereldbekerwedstrijd half november in Kolomna nog een negende plaats op de 500 meter, maar voelde zich in Rusland al erg vermoeid. In de trainingsweek die bij zomerse temperaturen op Lanzarote volgde, werd dat alleen maar slechter. De fietstrainingen verliepen niet zoals gewenst. "Normaal ben ik bergop één van de sterksten, maar nu kwam ik nauwelijks omhoog", kijkt Breeuwsma terug.
Inmiddels is bij hem het CMV-virus geconstateerd. "Ik voelde dat er iets niet goed was. Het was anders dan moe zijn en ik herstelde slecht", vertelt Breeuwsma over zijn klachten. "Ik werd zwaarder, terwijl ik niet heel veel at en mijn lever bleek opgezet te zijn." Hoe het herstel gaat verlopen is nog even afwachten. Breeuwsma houdt voorlopig absolute rust. Iets wat hem niet makkelijk afgaat. "Ik kan niet zo goed stil zitten."
De Friese schaatser behaalde al een kwalificatie voor Sotsji op de 500 meter en is een belangrijke rijder in de succesvolle aflossingsploeg, waarmee hij bij de Winterspelen mikt op een olympische plak.
De waardes in zijn bloed moeten eerst goed zijn, voordat Breeuwsma weer rustig de trainingen op kan bouwen. "Als je te vroeg begint met trainen, dan kan je hier heel lang last van houden", weet hij. Toch reist de inwoner van Aldeboarn morgen af naar Thialf. "Een kwartiertje op het ijs staan voor een beetje ijsgevoel en even bij de groep zijn. Je werkt met de groep naar de Spelen toe, dus daar wil je wel deel van uit blijven maken", vertelt hij.
Breeuwsma hoopt er bij de Europese kampioenschappen half januari weer te staan. "Ik ga er vanuit dat ik er dan weer bij ben. Dat is een belangrijke wedstrijd om wedstrijdritme op te doen en om voor de Spelen nog één keer tegen de Russen te schaatsen."
Hij baalt ervan dat dit juist in het olympische seizoen op zijn pad komt. "Ik begon steeds sterker te schaatsen en mee te draaien in de top. Maar technisch schaats ik momenteel goed en ik heb een goede zomer en voorseizoen gedraaid. Die basis is niet zomaar weg", vertrouwt hij op een goede afloop.