In die eindstrijd op de 500 meter zat Breeuwsma een beetje klem. Vanaf vierde positie is het in een dichtopeengepakte sprinttrein moeilijk om een actie te kunnen maken. “Het was hopen dat ze voor mij zouden gaan vechten, maar er gebeurde niets. Park reed alleen maar kort om mij af te houden. Als ze alleen maar verdedigen, dat wordt het lastig”, kijkt hij terug op zijn eerste finale van het seizoen. “Dan moet je van hele grote klasse zijn om een actie te kunnen maken.”
Naast tevredenheid over zijn presteren, voelde de voormalig wereldkampioen op de relay ook de pijn van die vervelende vierde plaats. “Als je met vier man een finale rijdt, dan is de vierde de loser van de wedstrijd. Vierde is niets. Als ik dat volgende week weer doe, dan ben ik daar zeker niet blij mee”, aldus Breeuwsma. “Zo verschuift het bij iedereen. Sjinkie (Knegt, red.) wil alleen nog winnen, die was gister niet blij met zilver.”
Breeuwsma won de kwartfinale van kop af, maar maakte na de finish een wegwerpgebaar. “Ik kreeg de snelheid er even niet in. Maar eigenlijk was dat niet nodig. Het was een beetje een flutactie”, keek Breeuwsma terug. Enigszins begrijpelijk was het wel, in de laatste rondes maakte hij meerde keren kleine missers. “Maar ik weet ‘m gewoon dicht te houden. Ik kan het steeds beter vanaf de kop.”
Het was een mooi weekeinde om vertrouwen te putten. Eerder deze week voelde Breeuwsma zich nog verre van goed. Zijn knie speelde een beetje op en hij liep te prutsen met z’n schaatsen. “Ik zag het even niet zitten, maar Kip fixte mijn materiaal, Gerlof mijn lijf en zelf pakte ik het mentale aan”, aldus Breeuwsma. “Ik heb nu het vertrouwen dat het er zit. Ik heb een goede felle start laten zien, een goede inhaalactie, goed gehangen en goed lef getoond. Als ik dat samen kan voegen, kan ik in de prijzen rijden.”