De 26-jarige Fries overwon een hardnekkige virusinfectie, was op tijd fit voor de Olympische Spelen, maar verloor onderweg het plezier in het schaatsen. "Alles gaat wel, maar niet lekker. Het heeft veel energie gekost", kijkt Breeuwsma terug.

Het schaatsen gaat hem weer makkelijk af. De trainingen gaan meer vanzelf. Eindelijk begint Breeuwsma zich weer écht topsporter te voelen. "Ik geniet weer van de sport en dan kan ik mooie dingen doen."

Dat plezier werd het afgelopen seizoen steeds minder bij Breeuwsma. En juist die lol in het schaatsen heeft de Aldeboarner nodig om goed te kunnen presteren. Begin december werd bij hem het CMV-virus vastgesteld, waarna hij drie weken volledige rust moest houden. In de weken die volgde moest hij zich terug vechten en liep hij voor zijn gevoel continu achter de feiten aan. 

"Het heeft heel veel energie gekost. Alles gaat wel, maar niet lekker. Het voelt alsof je overal achteraan loopt te harken. Dat viel zwaar en je voelt je steeds moe. Dan ga je niet meer met plezier naar de volgende trainingen toe. Maar steeds probeer je dat ene doel voor ogen te houden."

Breeuwsma sprak erover met Stefan Groothuis, die vorig seizoen door hetzelfde virus werd getroffen. "Ook bij hem was het virus snel de kop ingedrukt, maar ebde het nog lang door. Uiteindelijk had hij er het hele seizoen last van. De ene dag gaat goed, de andere dag ben je helemaal leeg. Dat herken ik wel."

"Je werkt naar de Olympische Spelen toe, maar steeds is er iets waardoor je een terugval krijgt. Het was teleurstelling op teleurstelling", kijkt Breeuwsma terug. Dat hij vervolgens ook nog buiten de individuele 500 meter in Sotsji werd gehouden, kwam hard binnen.

"Van de Spelen heb ik niet echt genoten. Het kan zo mooi zijn. Ook het trainen trouwens. Het plezier heb ik de laatste tijd wel gemist. Dan wordt het moeilijker om het allemaal op te brengen. Om twee keer per dag het ijs op te gaan en er vol voor te gaan."

Bovenop zijn eigen fysieke problemen in de voorbereiding kwam de teleurstelling van de mislukte relayfinale. "Die finale was heel zuur. Daar hebben we allemaal best wel even last van gehad. Als wij tot aan de streep ons ding doen en je wordt vierde, dan baal je, maar dan ben je gewoon niet beter. Wij hebben totaal niet kunnen laten zien wat we kunnen en dat was ook nog niet eens terecht", stelt Breeuwsma. 

Het is zonde. Het was geen wedstrijd meer. De relayfinale is niet voor niets het hoogtepunt aan het einde van de Spelen. Het stadion zat stampvol. Die gouden medaille van de Russen heeft minder glans, dan wanneer ze die gewonnen hadden in een spetterende finale."

Voor zichzelf gaat hij er nuchter mee om. "De Spelen zijn geweest. Uiteindelijk was het gewoon een wedstrijd. Maar wel één waar ik graag een medaille had gepakt. Het WK is een nieuw toernooi met nieuwe kansen", aldus Breeuwsma, die graag met de drie andere mannen voor het derde jaar op rij een plak zou winnen op de relay in Montreal.

"Niels Kerstholt is er nu nog bij. Hij heeft een mooie carrière gehad, al lukte het niet op de Spelen. We willen het met zijn vieren mooi afsluiten. Ik gun het hem. Ik weet wat hij er voor gedaan heeft. Hij is één van de belangrijke mensen geweest die het shorttrack omhoog heeft gebracht."

De laatste weken voelt Breeuwsma zich eindelijk weer echt fit worden. Al zit er nog wel eens een mindere dag tussen. "Dat ik het individuele toernooi schaats is een mooie opsteker", aldus Breeuwsma, die inzet op een sterke sprint en 1000 meter, maar geen uitspraak wil doen over zijn verwachtingen. "Ik moet nu geen ritten willen maken, maar vooral slim rijden. Lekker schaatsen, zodat ik het goede gevoel mee kan nemen naar volgend seizoen."