Breeuwsma, die bij het EK individueel niet in actie kwam, veroverde met de Nederlandse ploeg, net als een jaar eerder, het zilver achter het sterke Rusland. De 26-jarige Fries liet in het vierkoppige team zien goed met de Europese top mee te kunnen en schuwde het duel met vooral de Russen niet.
"Het gaat weer de goede kant op", liet Breeuwsma dan ook weten in Dresden. "Ik ben weer fit, alleen nog niet helemaal op topniveau. Daaraan wordt nog gewerkt."
Om het vereiste 'topniveau' weer te bereiken verzet de shorttracker deze weken extra werk in de training. "Het is ook niet de bedoeling om nu al top te zijn", relativeert Breeuwsma, "maar ik moet nog wel opbouwen richting de Spelen. Het gaat eerlijk gezegd ook beter dan verwacht, het valt me niet tegen hoe snel het herstel ging."
Door de ziekte heeft Breeuwsma bijna vier weken vrijwel niets kunnen doen. Naar eigen zeggen was die periode een flinke aanslag op zijn conditie. "Ik kon niet fietsen, niet lopen, niet schaatsen... Helemaal niets. Mijn hartslag mocht namelijk niet omhoog."
"Maar als je vijf dagen stilstaat, betekent dat al een afbraak van je spieren van vijf procent. Hetzelfde geldt voor je conditie. Als je na een maand weer kan trainen moet je weer beginnen met opbouwen. De achterstand inhalen. Maar goed, ik had liever eind vorig jaar deze ziekte dan vlak voor de Spelen. Dan ben je gezien."
Het moment waarop Breeuwsma te kampen kreeg met de virusinfectie was nog een meevaller. De shorttracker stond precies tijdens een trainingsblok langs de kant. "Dat was misschien een beetje mijn voordeel. Qua wedstrijdritme heb ik niet echt een achterstand opgelopen."
"Ik werd vlak na Kolomna ziek. Toen had eigenlijk iedereen een heel lange periode met alleen maar trainingen en geen wedstrijden. Alleen bij het NK kon ik naast de 500 meter niet rijden. Individueel heb ik niet veel gemist."
Het niet kunnen meetrainen met de relayploeg was volgens Breeuwsma een groter gemis. "Daar moest ik weer aanhaken. Maar in Dresden reed ik gewoon alle drie de dagen en ik merkte dat het elke dag weer beter ging. Dat ik dus inderdaad weer aan het opbouwen ben en dat ook het ritme terugkeert."
"Misschien ga ik komende week nog wel een trainingswedstrijdje in Heerenveen rijden. Een kilometer. Gewoon om weer wat hardheid te krijgen, dan komt het helemaal goed. Natuurlijk is dat totaal iets anders dan shorttrack, maar het gaat om het idee. Dat ik weer een beetje het gevoel krijg van een wedstrijddag."
Het tekent de shorttracker, die een broertje dood heeft aan stilzitten. Het gedwongen niets doen viel hem dan ook zwaar. "Dat werkte echt niet. Ik kom ook van een boerderij, ben eigenlijk altijd bezig. Een maand stilzitten was echt niets voor mij."
"Maar ik moet er nu gewoon alles aan doen om weer helemaal fit te worden en dan heb ik ook dat er voor over natuurlijk. Door dat stilzitten sta ik er nu ook weer. Want van de infectie die ik had kan je ook zomaar een half jaar last hebben. Dan zou het, de Spelen, gewoon klaar zijn geweest. Daar was ik wel even bang voor, ja."
Toch verklapte de Fries dat hij niet helemaal stil had gezeten tijdens zijn periode van opgelegde rust. "Ze zijn een bungalow aan het verbouwen naast ons", verwees hij naar zijn thuisgrond. "Zo nu en dan heb ik dus wel liggend en zittend een beetje lopen kitten of behang getrokken. Gewoon, zodat ik me nog wel een beetje nuttig voelde."
"En ik heb af en toe ook wel met de mannen op het ijs gestaan. Dan blijf je toch een beetje bij het team betrokken. We werken toch met z'n allen samen aan dat ene doel in Sotsji."
De Nederlandse mannen, naast Breeuwsma ook Sjinkie Knegt, Niels Kerstholt en Freek van der Wart, steken niet onder stoelen of banken wat dat doel in Sotsji is: een medaille op de relay. En daarbij zijn ze ervan overtuigd dat de kleur van die medaille ook goud kan zijn.
"Als iedereen fit blijft...", begint Breeuwsma zijn analyse van de Nederlandse ploeg. "Sjinkie is op dit moment niet te stoppen. Door niemand. Die rijdt gigantisch hard en ik denk dat ik straks ook weer superhard ga rijden."
"Bij Freek is het nog even wachten hoe het met zijn schouder gaat, maar zelfs nadat die hier uit de kom schoot, reed hij nog een best goede relay. En Niels is altijd goed, altijd sterk. Als het allemaal meezit pakken we sowieso een medaille. En wie weet wordt het wel goud."
Breeuwsma twijfelt er niet aan dat hij topfit een bijdrage kan leveren aan die prestatie. "Ik kan in Sotsji zeker weer top zijn. Als ik zie hoe snel ik nu weer een stuk beter ben dan een week geleden het geval was. En ik ben nog aan het opbouwen met nog drie weken te gaan. En die medaille? Dat zou het stilzitten helemaal goed maken."