Philip Diniz rijdt bij TalentNED, waarmee hij hetzelfde pad bewandelt als Sebas. Sebas maakte na vier jaar bij Development Sprintteam Oost de overstap naar TalentNed. Al na een jaar kon hij een contract tekenen bij zijn huidige team: IKO-X2O. Philip ging zijn broer én zus Fabienne achterna bij Development Sprintteam Oost en schaatst tegenwoordig bij TalentNED, vanwege de goede faciliteiten daar. De doorbraak die Sebas naar een topploeg heeft gerealiseerd, ziet Philip ook wel zitten.
Van jongs af aan kijkt Philip op tegen zijn zes jaar oudere broer Sebas, en wil hij net zo goed zijn in schaatsen. Ook hun twee zussen (naast Fabienne schaatste Isabelle ook, red.) waren vaak op de ijsbaan te vinden. “Onze ouders waren niet per se van het schaatsen, maar wij als broers en zussen zijn het allemaal gaan doen,” zegt Sebas. “Dan ga je daarin mee,” vult Philip aan. “Natuurlijk vond ik het een leuke sport, maar het hielp dat ik er gelijk goed in was. Bij de start was ik vaak een van de snelsten.”
De familie Diniz is geen ‘typische schaatsfamilie’ waarin het schaatsgen van generatie op generatie wordt doorgegeven. De eerste kennismaking met het ijs kwam via de buurman, die hen meenam naar natuurijs. Daarna ontdekten ze de sport verder via proeflessen op school. Sindsdien zijn ze niet meer weg te slaan van het ijs. “Het enthousiasme is overgeslagen op onze ouders; ze proberen overal bij te zijn,” aldus Philip. Met de verschillende wedstrijdschema’s van de twee jongens betekent dat een druk reisschema door het hele land.
Philip sloot het seizoen 2024-’25 af met een knappe derde plaats in het algemeen klassement van de Vikingrace. Zijn hoofddoel was om zoveel mogelijk persoonlijke records te rijden.
“Ik kijk met een goed gevoel terug", zegt hij. "Ik heb meerdere podiumplekken behaald en ik ben Nederlands kampioen geworden (bij de B-junioren, red.). Toch had ik bij het NK Junioren gehoopt nog beter te rijden. Ik heb geprobeerd het maximale eruit te halen, dus daar moet ik tevreden mee zijn.”
Philip ziet nog genoeg ruimte voor verbetering. “Tijdens het NK reed ik twee keer een 500 meter en twee keer een 1000 meter. De eerste drie ritten waren stabiel, de laatste ging minder goed. Daar baalde ik vooral van. Eerder gebeurde het niet dat ik op het einde leeg was, dus ik hoop dat het iets eenmaligs was.”
Een solide seizoen draaien, daar richtte ook Sebas zich op. En dat is gelukt. “Ik heb veel 34’ers gereden op de 500 meter, dus ik ben blij dat dat succesvol is geweest. De openingen zijn snel en ik kan de rit goed afmaken. Het is vooral balen dat ik één honderdste tekortkwam voor het WK.” Bij de kwalificatiewedstrijden voor het WK Afstanden lukte het Sebas daarmee net niet om zich te plaatsen, de kans op een internationale titel was daardoor verkeken.
Toch blijft het sprintkanon positief. “Ik rijd vooral 500 meters en daarin wil ik me blijven ontwikkelen. Ik zie een duidelijke stijgende lijn. Vooral mijn bochten zijn flink verbeterd ten opzichte van vorig jaar.”
Waar let hij nu op in zijn trainingen? “De bochten blijven een aandachtspunt. Ik kijk ook naar de start, daar valt nog winst op te behalen. En ik werk aan de rechte stukken,” zegt Sebas met een lach. “Als je op al die onderdelen net wat harder gaat… dan kun je wel raden dat daar een betere tijd uitkomt.”
Waar Sebas alles inzet op de kortste afstand, is Philip meer allround gericht. “Bij de junioren train je op meerdere afstanden, want bij het allrounden is het voor je klassement belangrijk om ook op de langere afstanden goed te zijn. We specialiseren nog niet echt.” Van een favoriete afstand durft hij nog niet te spreken, al geeft hij een hint: “Ik denk dat ik het best ben op de 1500 meter. Ik word niet zo snel een man voor de 500 meter zoals Sebas.”
Volgens de broers komt dat door hun bouw én doordat Philip naast het schaatsen andere sporten deed. “Ik fietste veel, deed aan wedstrijdwielrennen, en daardoor heb ik denk ik meer duurvermogen getraind.”
Elvira Salet, coach van het Development Sprintteam Oost, had beide broers én zus Fabienne onder haar hoede. “Sebas kwam als vijftienjarige binnen; ik heb hem bijna vier jaar getraind. Het talent spatte er bij hem vanaf, dat was duidelijk. Hij reed als B-junior - soms zelfs als C-junior - de oudere rijders van de baan. Typerend voor hem is dat hij altijd wilde gáán. Ik weet nog dat hij een liesblessure had en ik hem vertelde dat hij beter niet kon starten. Hij besloot toch te rijden. Toen opende hij met een lage 10, of zelfs een 9.9, zonder starttraining gehad te hebben. Zo explosief is hij. Hij heeft die sprintvezels van nature.”
Waar Salet vooral Sebas heeft zien ontwikkelen, coachte ze ook broer Philip – weliswaar voor een kortere periode van twee jaar. “Philip mist misschien de explosiviteit van Sebas, maar hij is mooi bijgetrokken, ik kan niet anders zeggen,” vertelt Salet met een lach. “Als ik hem nu zie qua snelheid… Hij doet het zeker niet onverdienstelijk. Ook bij hem waren het talent en de sportmentaliteit al snel zichtbaar. Hij shorttrackte en fietste veel, en daarin draaide hij goed mee. Zo heeft hij wat meer inhoud ontwikkeld. De kwaliteit van zijn bochten heeft hij echt aan het shorttracken te danken. Maar nog belangrijker is dat hij er plezier in heeft. Dat hebben ze allebei.”
Vindt Salet de broers op elkaar lijken? “Nee,” luidt het directe antwoord. “Natuurlijk zijn er overeenkomsten, dat hebben ze van huis uit meegekregen. Maar waar ze vooral in verschillen, is dat Philip heel eigenwijs is — in positieve zin. Als hij iets in zijn hoofd heeft, dan móét het ook zo gebeuren. Je kunt praten als brugman, maar dat krijg je er niet meer uit. Dat was bij Sebas anders.”
Verder ziet de voormalig coach bij beide broers een duidelijke winnaarsmentaliteit. “Ze zijn eager en tonen karakter op de baan. Daarnaast zijn het ook teamspelers. Ondanks dat het een individuele sport is, liggen ze goed in een team. Dat zal nu ongetwijfeld nog steeds zo zijn. En als ze zelf aan de beurt zijn, staan ze met het mes tussen de tanden om per se te winnen. Dat is de beste eigenschap die je kunt hebben om de top te bereiken.”
Philip heeft nog twee seizoenen bij TalentNED om te ontdekken waar zijn kracht ligt. Ondertussen blijft hij leren van Sebas. “Ik kijk altijd naar zijn start. En natuurlijk ook naar de rest van de rit, maar vooral zijn opening is echt goed. Hij is snappy. Daarmee bedoel ik dat hij energiek is en zijn kracht goed kwijt kan op het ijs.”
En hoe kijkt Sebas naar de ritten van Philip? “Ik vind het vooral leuk om hem bezig te zien. Volgens mij kan hij nog iets feller kan zijn.”
Hoewel de broers verschillen qua karakter en afstanden, streven ze hetzelfde doel na: samen naar de Olympische Spelen. “Of het haalbaar is, weet ik niet,” zegt Philip met een lach. “Maar je moet ergens over dromen. En ik geloof dat het in de toekomst mogelijk is.” De jongste uit Borne zal zich de komende jaren nog meer moeten laten zien. Voor Sebas liggen er serieuze kansen in Milaan, als hij zich tijdens het OKT in december weet te plaatsen.