En toch, bondscoach Niels Kerstholt haalde het niet voor niets aan in zijn korte voorbeschouwing tijdens de presentatie van TeamNL in het Daikin Experience Center van Thialf, eerder deze week. “Ik wil dat de mannen dit seizoen ‘medaillewaardiger’ worden en we als ploeg de winter blessurevrij doorkomen”, was de belangrijkste boodschap. Ergens logisch, want er werd in jaargang 2023-’24 de nodige lichamelijke schade genoteerd, en dat kan Kerstholt missen als kiespijn.
Nu de voornaamste slachtoffers weer nagenoeg fit zijn (Suzanne Schulting herstelt prima van haar enkelbreuk, Jens vindt dat hij geen excuses meer mag hebben), is het uiteraard hoopvol vooruitblikken. Aan de onafscheidelijke broers Van ’t Wout heb je dan uitstekende gesprekspartners. Hoe het hen vergaat? “Heel goed”, klinkt het meteen enthousiast uit Jens’ mond. “Mijn enkels zijn honderd procent. Ik kan bijna alles weer doen, terwijl ik de gehele zomer heb gemist. Toen de rest van het team met de fietstraining bezig was, lag ik op m’n bedje. Op het eerste trainingskamp in Bormio (eind juni, begin juli, red.) kon ik voor het eerst meedoen. Sindsdien heb ik het gewone programma kunnen volgen; ik heb geen reden tot klagen.”
Het shorttrackseizoen begint en direct staat er wat op het spel: tickets voor de eerste twee World Tour-wedstrijden, vorig seizoen nog World Cup geheten. Uitgesmeerd over vier dagen van races (26 t/m 29 september), gevolgd door een weekend waarin een leuk internationaal deelnemersveld op het ijs van Thialf verschijnt (Dutch Open Shorttrack, 4-6 oktober), maakt de vaderlandse top onderling uit wie er van 25-27 oktober en van 1-3 november namens TeamNL meedoet in respectievelijk Montréal en Salt Lake City. Dat gebeurt aan de hand van een klassement dat wordt opgemaakt aan de hand van de uitslagen in de twee weekends.
Selma Poutsma moet beide weekends laten schieten wegens een blessure aan het bovenbeen waarvan de medische staf de oorsprong nog niet heeft kunnen achterhalen. Ook door de namen van Melle van 't Wout (nog op de terugweg van een knieblessure) en Hugo Bosma (al maanden gedwarsboomd door een onwillige rug) is er een streep gegaan.
Kijk hier voor het programma en de startlijsten van de time trials op donderdag 26 en vrijdag 27 september. Het programma van de wedstrijden op zaterdag 28 en zondag 29 september staat hier
Van Melle spreekt woorden van gelijke strekking. Hoewel hij amper acht weken terug onder het mes is geweest om hem te bevrijden van een slepende kniekwestie, kraait ook hij hosanna. “Ach, wanneer je zo’n eerste keer het ijs opstapt, kom je wel een paar dingen tegen: een protesterende kniepees bijvoorbeeld, of zodra je met krachttraining of fietsritjes begint. Onze teamarts vond het eerder bijzonder dat ik al zo snel weer aan het schaatsen ben”, zegt Melle. “Maar”, zo voegt hij eraan toe, “ik ga me niet haasten, want ik heb van mijn fouten geleerd.” Van ’t Wout refereert aan een rugblessure van drie winters geleden die hem meer dan een half jaar zoet hield. “Mijn doel is om in januari 2025 weer mee te doen aan de wedstrijden. Met een beetje geluk moet het EK in Dresden (half januari, red.) te halen zijn.”
Wat zeker is: de periode van inactiviteit heeft geen mentale sporen achtergelaten. Jens: “Blessures horen bij deze sport, ik ben er dan ook niet zo mee bezig. Voor mij was het ook anders dan in het geval van Melle, omdat hij direct wist dat hij door de pijn niet meer kon schaatsen. Ik had heel veel last om mijn schaatsschoen aan en uit te trekken. Reed ik weer op het ijs, dan ging dat wel, al schaatste het niet lekker. Ik had af te rekenen met een verrekte enkelband. De ware oorzaak van de pijn kende ik pas een week voor de operatie. Gescheurde banden.” Hij is er klaar mee. “Die enkel zit vaster dan-ie ooit heeft gezeten. Dus ja, ik rijd harder dan voorheen. Laatst stond er 7,9 op het rondebord, en wanneer ik bij het tempowerk op kop van de groep reed, waren het voortdurend rondjes van 8,1. Dat is een stuk sneller dan dat ik de laatste twee jaar heb gereden.”
Dat soort opmerkelijke momenten deelt hij ogenblikkelijk met zijn broer. “Oh ja, we wonen dan niet meer samen in een huis, er is dagelijks contact via Whatsapp, Instagram of X”, verzekert Melle, die Jens steevast van feedback voorziet over trainingsprestaties. “Ik moet zeggen dat ik er onderhand naar uitkijk om weer samen fit en sterk op het ijs te staan, elkaar uit te dagen zoals we dat konden in het jaar van de Winterspelen. Toen was het elke dagen rammen en zien wie er het hardst kon rijden.” Hij zal nog even geduld moeten hebben (zie kader).