Nu stonden de broers Liu de baasjes te zijn, onophoudelijk toegejuicht door de menigte op te tribunes. Shaoang, de afmaker van de vijf kilometer lange race, Shaolin, als vanouds jagend en loerend op passeerbewegingen, en Long Sun en Wenlon Li in de rol van soepel volgende wagonnetjes in een te gekke rit. Ja, zij begrepen alle vier dondersgoed dat de leeuwen van Oranje misschien wel meer aanspraak maakten op de hoofdrol.
Hadden ze wel op de been moeten blijven. Of beter, Daan Kos. Hij was op een rondje of acht van de meet op het ijs geknikkerd. Het leek alsof hij een zetje van een Chinees had gekregen. “Op zo’n moment voel je dat niet. In elk geval: ik schoot weg, kon de bocht niet meer houden en daarmee was het voorbij”, vertelde Kos, die ook had gevoeld dat zijn wissel niet perfect was gegaan. Waar hij van plan was geweest nog wat extra druk te zetten op de concurrentie, werd het plotseling dweilen op de vriesvloer. Einde verhaal. ’t Is dat er onderweg een andere natie sneuvelde (Canada, veel vroeger naar de vaantjes), want zo kwam er alsnog een tastbare beloning om zijn nek te bungelen.
Zuur was het. “We hadden ’m naar huis gereden”, beweerde Kos, en in zijn slipstream deed Jens van ’t Wout mee. “We vonden de juiste lijnen, we wisselden over het algemeen goed en we vochten ons door het veld naar voren. Wanneer die zaken kloppen, wil je ook alles: winnen dus. Dat zat er zeker in. We zijn lekker bezig, met drie A-finales op de relay achter elkaar. Dat neemt niet weg dat dit brons voelt als verloren goud.”
Kijk nog eens goed naar de bovenste prent van TeamNL’s vijftal. De tweede van links: Sjinkie Knegt staat ertussen, met een dunne glimlach op zijn gezicht. Hij had ongewild een vrij weekend in Beijing, op de eerste ronde van de mannenaflossing na. Verder deed de bondscoach geen beroep op hem. Hij kon dat niet erg waarderen. Of beter, niet begrijpen.
Je gaat mee naar de World Tour, in de hoop te kunnen racen.
Sjinkie Knegt: “Dat is zo. Ik snap het niet.”
Heb je daar dan een gesprek over met de bondscoach?
“Nee. Blijkbaar kan ik nog zo hard rijden, maar opgesteld word ik niet. Ik vind het heel bijzonder. Ik ben een van de snelsten. Dat is kennelijk niet genoeg, ik moet nóg sneller zijn.”
Niels Kerstholt gaf voor het toernooi aan dat jij bent meegenomen om relays te rijden.
“En dan rijd ik niet. Heel apart. Ja, alleen vrijdag een ritje. Een trainingsrit. We maakten snelheid en niemand kon volgen. Als je dan naderhand zou kunnen zeggen: ‘Hij werd daar ingehaald, of daar’, dat was niet het geval, want er viel niets in te halen…. Ik weet niet goed wat er in het hoofd van die mannen (bondscoaches, red.) omgaat.”
Knegt hield zich koest, al liet hij zijn frustratie duidelijk blijken. “Niels zegt dat ik het niet persoonlijk moet opvatten, maar op een gegeven moment kun je niet anders meer. Zijn de anderen van de ploeg dan zo goed, denk ik dan. Zoveel beter? Dat is niet zo. Ik was in de trainingen een van de snelsten.”
Je staat hier nog best opgewekt je verhaal te doen.
“Ach, ik blijf vrij rustig en nuchter. Ik kan alleen mijn best blijven doen. De trainingen gingen de voorbije week hartstikke goed, daar beleefde ik plezier aan. Zaterdagavond heb ik nog even geschaatst, dat ging ook hartstikke mooi. Ik denk dat Niels bang is om dingen aan te passen.”
De man die de knopen doorhakt - Kerstholt - lichtte desgevraagd zijn kant toe. Hij counterde onmiddellijk, toen hij van Knegts verbolgenheid hoorde.
“Friso Emons is ook gefrustreerd. Het verhaal is wat we nu hebben gezien: een paar jongens dat heel snel aan het opkomen is, zoals Daan Kos. Die gaat hard en heeft inhoud, waardoor de kans groter is dat-ie zich zal plaatsen voor de Winterspelen. Teun Boer laat topsnelheid zien en hoe hij Jens op gang kan duwen in de relay. Van Jens weten we dat die goed is. Dan heb je drie mannen die ontzettend sterk zijn. Daarachter zitten Itzhak de Laat, Sjinkie en Friso die er alle drie tussen willen komen. Op zo’n moment is het een beetje van: wie steekt er bovenuit? Dit weekend kozen we Itzhak. Misschien is het volgende week in Seoul weer anders”, meldde de coach.
“Waarom vraag je niet naar Friso?”, merkte hij nog op. “Die heeft evenmin ergens meegedaan in een relay, terwijl hij in de World Tours van Montréal heel goede aflossingen heeft neergezet. Waarom heb ik hem hier niet opgesteld? Omdat ik slechts vier plekken heb. Dit hoort bij mijn baan: beslissingen nemen die niet leuk zijn. En weet je, ik ben over Sjinkie te spreken. Hij moet vooral zo doorgaan. Trainen, mee-ontwikkelen, dat moet hij doen en zo wordt hij steeds beter. We moeten nog maar zien wie van al deze jongens straks erbij zijn. Veel maken hele stappen, Sjinkie is er een van. Die moet hier mee door. Dat zal wel goed komen.”