De 28-jarige Canadees is het niet eens met de manier waarop de samenstelling van het team tot stand is gekomen. Na de olympische trials in augustus waren drie schaatsers (Charles Hamelin, Charle Cournoyer en Olivier Jean) verzekerd van een plek in de olympische ploeg. Michael Gilday werd, ondanks zijn blessure tijdens de trials, op basis van zijn resultaten daarvoor toegevoegd als vierde schaatser.

De vijfde plek in het team was een aanwijsplek, die door Speedskating Canada werd toegewezen aan François Hamelin. Bastille werd aangewezen als reserve. Bastille heeft echter een bezwaarschrift ingediend tegen deze gang van zaken, meldt ‘Le Soleil’. Volgens zijn beroep bij het Sports Dispute Resolution Centre of Canada eist Bastille de vijfde plek in het Canadese team op. Zowel Bastille als Hamelin maakte in 2010 deel uit van het team dat in Vancouver olympisch kampioen werd op de aflossing.

Bastille stelt dat de Canadese schaatsbond de selectiecriteria niet juist heeft toegepast. Voor de aanwijsplaats golden de prestaties van het laatste jaar als zwaarste criterium. De resultaten van de trials wogen slechts gedeeltelijk. Tijdens de trials eindigde Hamelin voor Bastille, maar de internationale prestaties van Bastille waren in het laatste jaar beter. Bastille won tijdens de wereldbekers goud op de 500 meter, twee keer brons en stond daarnaast zes keer in de A-finale. In dezelfde periode acteerde Hamelin slechts twee keer in een A-finale.

De bond baseerde haar beslissing deels op de olympische finale in Vancouver, waarin Hamelin schaatste en Bastille als reserve toekeek. De bond had dat echter alleen mogen doen als er geen onderscheid gemaakt kon worden tussen beide atleten op basis van de prestaties in het afgelopen jaar.

De sportgeschillencommissie heeft Bastille in het gelijk gesteld, waardoor de Canadese schaatsbond haar beslissing zal moeten motiveren.