Net als acht jaar geleden toen Bob de Vries in Heerenveen met drie ronden voorsprong naar de nationale titel reed, werd het publiek getrakteerd op een spektakelstuk. Al vroeg in de wedstrijd reden 25 mannen naar een ronde voorsprong, waarna later nog eens tien man voor de tweede keer rond gingen. Daarbij was topsprinter Bart Hoolwerf bij afwezigheid van de zieke Harm Visser nog meer de aangewezen favoriet. Hij moest echter toezien hoe zijn ploeg vakkundig gesloopt werd.
“We waren goed voorbereid en wisten dat de rest een massasprint wilde vermijden. Daarom waren we gigantisch strijdbaar, iedereen was gretig”, vertelde Hoolwerf. “Na de eerste ronde voorsprong ontplofte de koers en zaten we op ongelukkige momenten niet voorin. We hebben er alles aan gedaan, gestreden voor wat we konden, maar vandaag was het net niet voor ons.”
Het resultaat was dat Hoolwerf geïsoleerd zat in de kop van de wedstrijd, tegenover drie man van Royal A-ware en twee van Bouwselect / De Haan Westerhoff. Bergsma zag met vijf ronden te gaan zijn kans schoon om solo ten aanval te trekken. Hoolwerf moest reageren: “We wisten dat in de kopgroep de ogen op mij gericht zijn, maar het gat was te groot en het vat leeg. Ik ging strijdend ten onder.”
Uiteraard wist ook de tweevoudig kampioen dat erachter naar Hoolwerf gekeken zou worden. “Daarvoor maakten we de koers en hadden we al diep geput. We zaten er goed bij en hadden de koers gemaakt. Op het moment dat we Reggeborgh op de knieën hebben, profiteren de ‘witten’. Het was volle bak naar de finishlijn, maar ik kwam net tekort. Zonde, zeker in eigen huis.”
De in topvorm verkerende Haasjes zat er op dat moment nog redelijk fris bij. “Het was al een aardig gat, maar ik voelde wel dat er nog wat in de tank zat.” Hij sprong achter Bergsma aan en nam Jeroen Janissen, Lars Woelders en uittredend kampioen Luc ter Haar op enige afstand mee. “Ik wilde het niet te snel dichtrijden, want dan zouden we gaan pokeren en de rest de kans geven om er weer bij te komen. Daarom hield ik hem op speelbare afstand en ging ik op 300 meter vol aan. Ik merkte dat ik erbij kwam en durfde het eigenlijk nog niet te geloven.”
Het was misschien wel het mooiste NK in jaren, maar voor de winnaar van de bronzen medaille voelde dat niet zo. Zijn constante presteren dit seizoen leverde Lars Woelders op het NK een beloning op, al kon de topsporter in hem daar na afloop nog niet tevreden mee zijn. “Ik had het gevoel dat ik hem kon hebben vandaag.”
Waar hij normaal gesproken erg actief is in de wedstrijden en de aanval niet schuwt, hield de 22-jarige rijder van Sprog zich dit keer koest. “Ik moet het vooral van een sloopkoers hebben, maar nu heb ik vooral geprofiteerd. Dat wilde ik vandaag doen en dat heb ik goed gedaan. Ik reed heel goed, heb niet veel gedaan en op de juiste momenten zat ik op de juiste plekken. Behalve in de laatste ronden.”
Die laatste ronden ving hij aan in het kielzog van Jeroen Janissen. Toen Christian Haasjes zijn laatste offensief inzette richting Jorrit Bergsma, moesten zij een klein gaatje laten. “Toen ik dat gaatje zag probeerde ik er nog naartoe te rijden. Ik viel niet stil, maar kon ook niet meer harder. Als ik strak achter hem had gezeten had ik nog een kans kunnen maken. Ik heb mezelf uitgeschakeld.”
Woelders kon zijn sterke seizoen tot dusver dus nog niet bekronen met een overwinning. “Daar ben ik echt naar op zoek. Dit is weliswaar mijn eerste keer podium, maar voor mijn gevoel had er meer ingezeten. Natuurlijk moet ik hier nu tevreden mee zijn, maar ik sta graag nog eens op het bovenste treetje.”
De Staphorster kreeg vleugels en fladderde met de armen gespreid als eerste over de finish. “Dat heb ik bij Wout van Aert een keer gezien. Dat heeft me geïnspireerd en daarom ga ik zo over de streep als ik win.” Met de overwinning op de Alternatieve Elfstedentocht en het NK op kunstijs heeft Haasjes inmiddels een mooie erelijst. De 22-jarige heeft echter nog genoeg op zijn verlanglijstje staan. “Ik ga zeker nog niet stoppen!”
Voor Bouwselect / De Haan Westerhoff is de tweede Nederlandse titel op rij een teken dat de ploeg intussen tot de topformaties in het peloton behoort. Haasjes: “Het is bijna belachelijk hoe goed we zijn als ploeg. We zijn zo goed op elkaar ingespeeld en hebben daarmee al drie wedstrijden gewonnen. Ik heb een werelddag vandaag, dat scheelt, maar zonder ploeg had ik hier niet gewonnen. Ons doel was om bij de grote ploegen aan te sluiten. Ik denk dat we het nu al hebben laten zien en het natuurijs moet nog komen.”
De uitslagen van het Daikin NK Marathon vind je hier.
Als een van de topfavorieten starten aan een Nederlands kampioenschap is nooit heel makkelijk. Als je dan ook nog met het rood-wit-blauw naar huis gaat, kun je terugkijken op een geslaagde start van het nieuwe jaar. Voor de 23-jarige Joost de Jong kon het haast niet mooier. Na een zware wedstrijd sleepte hij in de finale van het NK voor neo-senioren de overwinning in de wacht en maakte met de dubbel het feest voor Bouwselect compleet.
Eerder dit seizoen was de sterke rijder van de beloftentak van Bouwselect / De Haan Westerhoff al eens de beste in de Daikin Marathon Cup. In zware wedstrijden komt hij het beste tot zijn recht. “In de sprint ben ik niet de topfavoriet, maar als het op een koers als vandaag uitdraait weet ik dat ik met mijn inhoud een eind kan komen.”
Met een aantal mannen uit de beloftendivisie die bij de senioren startten, wist hij dat belangrijke tegenstanders uit de reguliere wedstrijden niet van de partij zouden zijn. “Dit is een wedstrijd op zich. Alle verhoudingen vallen weg. Wij missen ook een mannetje, en dan weet je dat iedereen op nul staat en dat het een heel andere wedstrijd gaat worden.”
“Ik weet ook dat ik een wedstrijd gewonnen heb, maar je weet dat er ook onverwachte dingen kunnen gebeuren. Alleen de eerste plek telt. Dan voel je de spanning meer dan bij een normale marathon.”
In de finale moest hij zelf nog behoorlijk aan de bak. Roy Hoogendoorn en Sipke Sijtsema hadden het hazenpad gekozen en met de hulp van Hoogendoorns ploeggenoot Chris Brommersma hielden de mannen het een tijd uit. “Aan het eind reed ik best gefrustreerd. We zaten nergens meer bij en ik moest veel werk opknappen. Ik wist dat Rick (Meijer, red.) voor de sprint kon gaan, alleen je voelt wel de frustratie omdat je elke keer het gat dicht moet rijden.”
Met nog twee ronden te gaan had De Jong het gat in zijn eentje gedicht. In de sprint van de stervende zwanen ging De Jong van kop af aan. Sijtsema kon er niet meer langs komen en Hoogendoorn was al lang blij dat hij bij de koplopers bij kon blijven. Die laatste moest dan ook toezien hoe Rick de Ruijgt nog de bronzen plak veroverde. De Jong had dat niet eens meer door en was gevlogen: “Ik reed helemaal niet goed, maar soms heb je ook slechte wedstrijden die je wint.”