Het begon allemaal bij toeval. In de aanloop naar de Winterspelen van Salt Lake City in 2002 werd ik gebeld door SLOC, het organisatiecomité. Ze zochten een statisticus en waren door Arno Hoogveld, schaatstrainer en schaatsvriend in Calgary, getipt dat ze mij maar eens moesten bellen. En dus kreeg ik een belletje. Of ik wilde proefdraaien tijdens de WK afstanden een jaar voor de Winterspelen.
Die test in 2001 werd glansrijk doorstaan, waardoor ik een jaar later 'statistician' was tijdens de Winterspelen. Een prachtige ervaring. Ik had de Spelen al twee maal eerder – Albertville en Lillehammer – meegemaakt als journalist, maar in deze functie kreeg ik wat meer een kijkje achter de schermen. Ik had rechtstreeks te maken met de general manager van de Oval in Salt Lake City, toen oud-schaatser Nick Thometz.
Toen ik na drie weken weer thuis was, kon ik niet bevroeden dat ik er bij de Winterspelen in Turijn in 2006 weer bij zou zijn. Dit was once in a lifetime, dacht ik.
Tot de KNSB in 2004 het vijftigste congres van de ISU in Schevingen organiseerde en ik werd gevraagd om wat gasten van Schiphol te halen. Een van de congresgangers was de Zweed Magnus Enfeldt. Ik kende hem als schaatser. Hij was inmiddels gestopt en vertelde me dat hij in de Oval Lingotto in Turijn als eventmanager aan de slag ging.
"Nou, als je nog een statisticus zoekt om als aangever te dienen voor de speakers, dan houd ik me aanbevolen", hield ik Enfeldt voor, om hem vervolgens te vertellen dat ik die functie ook in 2002 had vervuld.
Een half jaar later belde hij me. Of ik zin had om te komen. Matt Jordan, waar ik in Salt Lake City ook al mee had gewerkt, zou de Engelstalige speaker zijn. Een Italiaan zou de Italianen bedienen en voor de vele Nederlanders die in Torino verwacht werden, werd Jan van der Meulen als announcer gevraagd. Sliep ik in Salt Lake City in een motel, nu mocht ik in het olympisch dorp bivakkeren. Dat was een bijzondere ervaring om mee te maken.
Bijzonder was ook dat 'scouts' van VANOC, het organisatiecomité van de Spelen in Vancouver, al op de voorlaatste dag van de Winterspelen in Turijn aan Matt Jordan en mijn persoontje lieten weten dat ze ons ook graag in Vancouver wilden hebben. Dat zal wel, denk je op zo’n moment. Tot Magnus Enfeldt me een paar maanden later een mailtje stuurde.
Hij was aangenomen als general manager in de Richmond Oval en moest een crew om zich heen verzamelen voor de Spelen in 2010. Daar hoorde ik ook bij. Bijzonder: een groep mensen waar je eens in de vier jaar mee werkt. Als je elkaar (Enfeldt, Jordan, maar ook vele anderen waaronder ijsmeester Mark Messer) na zo veel jaar weer ziet, voelt het als 'thuiskomen' en gaan de gesprekken verder waar ze gebleven waren.
Ook in Vancouver was het weer een geoliede machine en was de organisatie niets te veel om alles perfect te regelen. En ook in Vancouver liepen de scouts voor de volgende Winterspelen, die van Sotsji, rond, onder andere in de persoon van Svetlana Bazjanova. Zo kreeg ik opnieuw een uitnodiging om aangever te zijn van de speakers in 2014.
Over zes dagen vertrek ik naar Sotsji. Na twee testwedstrijden gaan we op 8 februari los met de olympische vijf kilometer. Wie had dat in 2002 kunnen bedenken? Ik niet in ieder geval.
Huub Snoep is hoofdredacteur van schaatsen.nl en biedt samen met Marnix Koolhaas elke week een historisch perspectief op de schaatssport.