Voordat een paar ijzers klaar zijn voor een topprestatie is er nog heel wat werk aan de winkel. Mijn ritueel voor het prepareren van een paar nieuwe schaatsijzers is al jaren hetzelfde en is als volgt:
Bij thuiskomst pak ik meteen mijn ronding- en buigingmeter erbij. Materiaalman Ronald van den Ing heeft ‘de rondingmeter’ in het schaatspeloton gebracht. Met dit apparaatje kan ik tot op een duizendste millimeter nauwkeurig mijn ronding en buiging checken. Het is een crime voor de schaatsfabrikant, want de meter liegt nooit. Maar een zegen voor mij als schaatser, want meten is weten.
Vol spanning haal ik de meter over mijn nieuwe ijzers. Het liefst heb ik ze dan al perfect recht, zonder slingertjes en oneffenheden. Na het meten leg ik vol tevredenheid mijn ijzers terug: hier kan wat mee.
Vervolgens verwijder ik met een schuurpapiertje het randje nikkel dat op het mes zit. Op mijn mes mag geen enkel likje zwarte verf of nikkel zitten. Niet dat het schadelijk is voor het ijzer of een prestatie beïnvloed, meer een soort bijgeloof. Dat hoort nu eenmaal zo.
Voordat ik de ronding erin laat slijpen druk ik eerst de buiging in het ijzer. Met hulp van een buigapparaat en -meter is het dan eventjes puzzelen. Ik houd van deze volgorde - eerst buigen en dan ronden - omdat het buigen de ronding nog wel eens kan beïnvloeden.
Tijdens het buigen bepaal ik welk ijzer links of rechts wordt. Mijn buiging in beide ijzers verschilt een klein beetje en de natuurlijke stand van de ijzers bepaalt de positie. Het lot bepaalt dus eigenlijk links of rechts.
Na het buigen is het tijd om de ronding erin te slijpen. Dit doe ik al mijn hele schaatsleven bij Sipke Bosma uit Joure. Sipke haalt de ijzers door zijn automatische rondingmachine.
Voordat het zover is, bepaalt hij eerst het hart van het ijzer, het hoogste punt in de ronding. Tijdens het slijpen checkt Sipke altijd de temperatuur van het mes. Is deze te hoog, dan wordt de machine even stop gezet om zo perfectie te garanderen.
Na het ronden laat ik altijd nog even de punten van de ijzers afslijpen. Ik schaats het liefst met een stompe punt van mijn schaats. Ik heb het idee dat het iets veiliger is, maar het is vooral ook weer een vorm van bijgeloof. Zo hoort het nu eenmaal
Sipke zijn werk zit erop en het is tijd voor koffie.
Het grove werk zit erop en het is tijd voor de finetuning. Thuis pak ik de meter en het bend-blok er weer bij. Ik bekijk of de buiging er nog in zit na het grof rammen en zo nodig druk ik er nog wat bij. Dan is het tijd voor de ronding. In het slijpblok pas ik de laatste details van de ronding met de hand aan. De laatste loodjes in het proces.
Tijdens het rondingslijpen met de hand hoor ik altijd de wijze les van mijn oud-ploeggenoot en fervent rondingslijper Alexis Contin: 'Don’t fight for the stripe!' Stripe staat hier voor een streepje op de meter en staat gelijk aan een duizendste millimeter. Een hele wijze les in rondingslijpen om zo de realiteit niet uit het oog te verliezen en door te draaien in precisie. Een duizendste millimeter, waar hebben we het eigenlijk over?
Mijn nieuwe Viking-ijzers zijn klaar voor het seizoen. Nu hopen dat ze ook heerlijk schaatsen.
Sjoerd de Vries is langebaanschaatser bij team beslist.nl. Hij is actief op twitter.