Wat een heerlijk begin van het shorttrackseizoen. Ik heb de afgelopen weken op het puntje van mijn stoel gezeten tijdens de World Cups in Salt Lake City en Montreal. Het mag een na-olympisch seizoen zijn, maar er zijn verhalen genoeg.

Er is een aantal landen dat mij is opgevallen. De Amerikanen hebben zeker bij de mannen een stapje terug moeten doen en bij Canada blijft Charles Hamelin maar vallen, iets wat hem in Sotsji ook twee keer overkwam. Arianna Fontana heeft afgelopen zomer wat gas terug genomen, maar stond wel al vier keer op het podium.

Over de Nederlanders zo meteen meer, maar wat ik echt opvallend vind zijn de prestaties van Rusland. Dat land lijkt na de Olympische Spelen van Sotsji in de breedte nog sterker geworden. Jongens van wie ik nog nooit had gehoord, staan plotseling op het podium. Ik heb begrepen dat er nog meer sterke jonge rijders aan zitten te komen. En dan heb je nog Victor Ahn, in Canada was hij wat ziekjes, maar hij heeft nog niks aan klasse ingeboet. Je kunt nu al zeggen dat Rusland eind januari de grote concurrent wordt van Nederland tijdens het EK in Dordrecht.

Sjinkie Knegt was de afgelopen weken nog niet in topvorm, maar heeft wel laten zien dat hij structureel plakken kan pakken. Drie medailles bij de eerste twee World Cups, zo goed is hij nog nooit aan het seizoen begonnen. Als hij die lijn kan doortrekken, is hij straks niet alleen een serieuze kanshebber voor de titel bij het EK, maar ook op het WK.

Ik kijk nu al uit naar de relay op de slotdag van het EK in Dordrecht. Die laatste twee ronden als Ahn en Sjinkie tegen elkaar rijden worden knetterend.

Niet alleen de Russische en Nederlandse mannen staan er goed voor. Hongarije en Groot-Brittannië hebben in Salt Lake City en Montreal laten zien dat ze goed genoeg zijn om bij de World Cups in de medailles te eindigen. Zuid-Korea is shorttrackland nummer een, maar daarachter zie je een duidelijke opmars van de Europeanen. Het EK is een toernooi geworden waar iedereen naar kijkt.

In mijn tijd als shorttracker was er in een na-olympisch seizoen geen Nederlandse kernploeg en geen programma. Ik vind het mooi om te zien hoe goed we het nu voor elkaar hebben met een professionele staf, een visie voor de lange termijn en jonge rijders die de kans krijgen om ervaring op te doen in de World Cups. Wat ik van jongens als Itzhak de Laat, Mark Prinsen, Dylan Hoogerwerf en Koen Hakkenberg heb gezien, vind ik veelbelovend.

Denk je dat die nieuwe lichting bezig is met het feit dat dit een na-oympisch seizoen is? Natuurlijk niet! Die jongens zijn mega ambitieus. Dat weten ook de gevestigde namen. Als je verslapt word je opgevreten, die concurrentie zorgt voor scherpte in de ploeg. Dat het EK in Dordrecht is, helpt daarbij enorm. Een EK in eigen land, daar hoef je niemand voor te motiveren!