De tijden van Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel zijn lang achter ons. Met het verdwijnen van de verplichte figuren, de intrede van de korte kür en de drievoudige en viervoudige sprongen is het kunstrijden niet meer te vergelijken met die gouden tijden van de jaren zestig.

Dat er echter ook nu eer te behalen is voor rijders uit onbekende kunstrijlanden bewijzen de successen van de Belg Kevin Van der Perren en de Spanjaard Javier Fernandez, die dit jaar Europees kampioen werd. Een gemeenschappelijke visie, hard werken en een positieve instelling maakten van hun talent kampioenen.

In Nederland staan we aan de vooravond van serieuze veranderingen binnen het kunstrijden. Dat daarbij pijnlijke beslissingen moeten worden genomen, is niet te vermijden. Maar we moeten ook anders gaan denken en handelen. "Geen ijs""Geen geld""De KNSB doet niets voor ons""Het kunstrijden moet apart"? Sorry. Kijk eens naar Engeland.

Toprijders als Matthew Parr en Philipp Harris, die in actie kwam bij de Challenge Cup, krijgen £ 0.00 van hun eigen bond aan ondersteuning en behalen heel behoorlijke resultaten. De Belgische Kaat Van Daele heeft een baantje om haar ijstraining te betalen, rijdt elke dag 1.5 uur heen en weer om ergens ijstijd bij elkaar te scharrelen en moet het al evenzeer zonder financiële ondersteuning van haar bond stellen.

Toch werd ze achttiende op de EK en haalde ze bij de Challenge Cup de vereiste minimumscore om deel te nemen aan de WK. Dan hebben we het hier in Nederland met gratis NTC ijs echt nog beter jongens. En … Den Haag-Dordrecht is minder dan een uur enkele reis met de trein en kost € 9.20 retour met een voordeeluren-kaart. Je hoeft dus echt niet je papa of mama aan te laten schuiven in de file. Je huiswerk kan je ook in de trein maken.

En daarom is het ook zo goed dat de Challenge Cup er is. Want dan kan je die rijders tenminste ZIEN en met ze praten. Niet alleen met de toppers, maar ook met de rijders die het moeilijk hebben, die alle internationale wedstrijden moeten afschuimen om dan eindelijk in Den Haag die minimumscore te halen voor het WK, zoals dus Kaat Van Daele, Justus Strid (DEN) en Anne-Line Gjersem (NOR). Allemaal kleine kunstrijlandjes. Die niet zeuren maar hard werken en het uiteindelijk wel bereiken.

Daarom moeten jullie als clubs komen kijken, met je talentvolle rijders. Het is zo enorm leerzaam voor ze om de trainingen te zien, de inrij-oefeningen, de voorbereiding naar de wedstrijd. Pik gewoon een rijder uit en volg hem of haar. En er gaat een wereld voor je open.

Aan het eind van de regenboog wacht een pot met goud. Maar die pot met goud is er elk jaar. En hij heet de Challenge Cup.