Column: Russische supermeiden
Afgelopen weekend won de vijftienjarige Joelia Lipnitsjkaja het Europees kampioenschap kunstrijden. Bij de senioren. Met de tweede score ooit gereden bij de dames, wereldwijd.
In beide kuren maakte de debutante geen fout. Ze deed zelfs nog meer dan dat ze had getraind, omdat ze na de eerste dubbele axel niet goed stond en pas achter de tweede, in het laatste deel van haar programma, de geplande combinatie met een drievoudige toeloop deed.
De jongedame uit Moskou schudde de drievoudige sprongen uit haar mouw alsof het niets was. Ze draaide zo snel pirouettes dat tellen niet nodig was om te weten dat het minimum aantal draaien wel goed zat. Om over de lenigheid, beheersing en snelheid nog maar te zwijgen. Ik heb met verbazing zitten kijken.
Mooi was dat daar op het ijs in Boedapest nog altijd een meisje van vijftien jaar stond. Het was geen gelikte performance, waarbij tot in den treure voor de spiegel een tandpastaglimlach was geoefend. Het was geen veel te volwassen optreden dat een mismatch was met het kleine poppetje op het ijs. Dit was gewoon Joelia Lipnitsjkaja van vijftien jaar die haar hele kür netjes afwerkte, deed wat ze moest doen en iedereen vierkant naar huis reed.
Na een gat van bijna tien jaar, werd het Europees kampioenschap weer gewonnen door een Russische. En het was geen toevalstreffer, want ook de nummer twee van het toernooi, Adelina Sotnikova, kwam uit Rusland.
En zo heeft Rusland nog wel een stuk of vijf van deze jonge supermeiden thuis zitten. Net op tijd klaar gestoomd voor de Olympische Spelen in eigen land.
Wie er precies gaan, zal bekend worden gemaakt op 23 januari, maar de kans is groot dat we Lipnitsjkaja in Sotsji terug zien.
Had Rusland altijd het probleem dat er aan jongens geen gebrek was, maar aan meisjes des te meer, nu lijkt het andersom te zijn. Kan het Russisch Olympisch Comité wel vijf kanshebsters voor een medaille bij de dames afvaardigen, bij de heren is het goed zoeken om het ene startbewijs aan de grootste kanshebber te geven.
De uitslag in Boedapest maakte het de Russische keuzeheren niet makkelijker. De Russische kampioen, de achttienjarige Maxim Kovtun die op een groot toernooi debuteerde, zakte in de vrije kür door het ijs en werd vijfde, terwijl hij door de nummers drie en vier van het Russisch kampioenschap, Sergei Voronov en Konstantin Menshov, voorbij werd gereden.
De nummer twee van het Russische kampioenschap, good old Jevgeni Ploesjenko, was afwezig in Boedapest en liet het Russisch Olympisch Comité op voorhand al weten dat hij in Sotsji wel wil starten in de teamwedstrijd, maar niet solo.
Die plek wilde hij overlaten aan een jonkie, waarmee hij doelde op Kovtun. Voronov is namelijk 26 en Menshov dertig, terwijl Ploesjenko zelf inmiddels 31 is. Maar dat mag nu net weer niet, want in de teamwedstrijd mag je alleen starten als je ook in de solowedstrijd in actie komt.
Ze houden het spannend. Over een paar dagen weten we meer.
Karen Venhuizen is oud-kunstrijdster en tegenwoordig disciplinemanager kunstrijden bij de KNSB