Balen, shitmomenten, te makkelijk er over denken…. Zomaar wat woorden die hij in zijn nabeschouwing van een minuut of zeven liet vallen. “Ik kan wel kwaad worden om bepaalde situaties, maar ik bespreek ze liever. Valpartijen, penalty’s: zo zonde allemaal, en het meeste gebeurde omdat het net verkeerd afliep.” Kerstholt haalde de schuiver aan van Xandra Velzeboer, in de halve finale van de 1500 meter, waarbij ze bovendien een penalty kreeg (net als Yara van Kerkhof, red.). Drie keer probeerde ze buitenom te vliegen bij de Koreaanse Choi Minjeong, alle pogingen mislukten. Vervolgens ging ze naar binnen, schoof als nummer twee in het rijtje aan, precies op het moment dat de Amerikaanse Kristen Santos zich naast haar meldde in de bocht. Contact was niet meer te vermijden. Straf voor Velzeboer, einde medaillekans.

“Het had ook een penalty kunnen zijn voor Santos, dachten wij. Niet dus. Vreselijk irritant”, mopperde hij, die laatste opmerking alweer betrekkend op de volgende tegenvaller: de blessure die zich bij Jens van ’t Wout openbaarde na de finale op de 1500 meter. Op weg naar een zeker lijkende medaille, plus mogelijk ook een voor Friso Emons die in het spoor schaatste van de jonge import-Fries, prikte er een schaatspunt te diep in het ijs. Van ’t Wout jakkerde tierend en met vertwijfeld zwaaiende armen de kussens in, overigens voor de tweede keer deze wereldbeker. Van die woede over zijn onnodige slippertje was al vlug niets meer te bespeuren. “Kan gebeuren. Dit is shorttrack. Ik reed goed. Had ik dat foutje niet begaan, dan zou ik om zilver of brons hebben gestreden”, aldus Van ’t Wout.