“Geweldig,” zo luidt de eerste reactie van Isabel Grevelt na haar 1:15,60, wat haar plaatsing voor de wereldbekers oplevert. Een half uur na haar finish is ze nog steeds in extase. “De race ging heel goed, met name de eerste 600 meter. De start was een keertje goed, meestal val ik bijna. Ik probeerde bij mijn taak te blijven. Niet te veel aantrekken van dingen om me heen.”
En daarmee bedoelt ze alle druktes die komen kijken bij goede prestaties. Want niet alleen vandaag schoot ze uit haar slof, ook gisteren presteerde ze boven verwachting. Met 38,26 na de eerste omloop mocht ze even hopen op World Cups. In de tweede race werd ze door Dione Voskamp van de hotseats verdrongen. “Ik had niet verwacht er op de 500 meter al zo dicht bij te zitten. Het was een enorme rollercoaster, waar ik wel even van bij moest komen. Haal ik het wel? En als je het niet haalt, hoe voel je je dan? Uiteindelijk kwam ik tekort, maar ik had ook niet verwacht om me erbij te schaatsen.”
“Zaterdag gaf mij wel vertrouwen, want de 1000 meter is mijn betere afstand. Ik probeerde de druk zo ver mogelijk bij mij vandaan te houden, want daar ga ik niet harder van rijden. Dat was heel lastig. Ik ben nog jong en probeerde vooral te genieten en te leren. Dat dit er nu uitrolt, is ongelofelijk,” vertelt de 20-jarige Grevelt, die zichzelf verbaasde door onder andere Femke Kok uit de World Cupselectie te rijden.
Isabel Grevelt haalde in haar juniorentijd meerdere nationale titels en won goud op de Jeugd Olympische Spelen in 2020 op de 500. Met een sterke IJsselcup twee weken geleden, liet ze al zien in vorm te zijn. Toch kwam dit onverwachts. “Natuurlijk droomde ik van de World Cups, maar het was geen doel. Ik weet niet eens waar ze verreden worden. Het is niet normaal! Ik hoop daar goede races neer te zetten, maar ben al heel blij met dit. Alles wat er nu bijkomt, is extra. Het is een cadeautje dat het nu al lukt.”
Ook Antoinette Rijpma – de Jong was zeer tevreden met haar 1000 meter. In een rechtstreeks treffen moest ze haar meerdere erkennen in Jutta Leerdam (1:13,53 om 1:14,91), maar dat kon voor haar de pret niet drukken. “Eerste, tweede, tweede,” somt Rijpma – de Jong op, die daarmee drie startbewijzen voor de World Cups pakt.
“Na gisteren was de spanning er al een beetje vanaf. Mijn belangrijkste afstanden (winst op 1500 en tweede op 3000 meter, red.) had ik binnen. De 1000 is dan een bonus. Vandaag kon ik vooral genieten. Technisch wilde ik goed schaatsen en de snelheid meenemen voor mijn 1500. Als je je dan ook nog eens tussen de sprinters rijdt, vind ik dat leuk.”
Ondanks dat de kwaliteiten van Rijpma – de Jong bij het allrounden liggen, heeft ze ook ambities op deze sprintersafstand. “Ik kan hier veel leren en in de toekomst meer mijn focus leggen op de 1000 meter. Het zit in me. Op die 1.14 kan ik verder bouwen. Als het technisch meer gaat lopen, dan rijd ik veel harder.”