Er zal honderd jaar geleden besmuikt zijn gelachen om Hans Kleeberg jr. De enige Duitser op het 25e wereldkampioenschap allround in Helsinki deed de toevoeging achter zijn naam alle eer aan: hij schaatste ook rond als een junior. Twaalf seconden achterstand op de nummer 1 na 500 meter (58 seconden), en vijf kilometer bleek veel te ver. Did not finish. Zo zat zijn toernooi er al na de eerste dag op.
Nee, dan verging het Roald Larsen heel anders. De inwoner van Kristiania, het Oslo van nu, kwam begin maart 1924 naar Finland met een zak vol olympische prijzen die hij ruim een maand eerder tijdens de eerste Winterspelen ooit had verzameld. Het was een imposante oogst van een weekend schaatsen in Chamonix: zilver op de 1500 meter en dankzij de tweede plaats in het algemeen klassement over alle afstanden, en drie bronzen plakken (500, 5.000 en 10.000 meter). Goud volgde wat later, zij het dat het ‘slechts’ het Europees kampioenschap allround betrof. Op wat je bijna zijn eigen ijsbaan zou kunnen noemen – Larsen werd geboren in de straat waar het Frogner stadion stond – deed hij een geslaagde gooi naar de titel.
De honger bleek niet gestild, toen hij bij de bevroren arena van Pohjoissatama (foto boven) arriveerde voor zijn derde WK. In 1922 debuteerde hij op indrukwekkende wijze door als tweede te eindigen, achter landgenoot Harald Strøm. Het seizoen erop zat er geen podiumplaats in: Larsen moest drie man voor zich dulden, van wie er twee in ’24 verstek lieten gaan. De Fin Clas Thunberg echter, de grote gouddelver van Chamonix (drie keer, plus een zilveren en bronzen plak), gaf wel acte de presence en gold voor eigen publiek natuurlijk als de topfavoriet.
Of de glorieuze prestaties van Chamonix er debet aan waren, is niet duidelijk. Maar na de eerste dag prijkte er een Noorse naam bovenaan de ranglijst van zestien rijders, met twaalf die de Finse nationaliteit hadden, twee Noren, een Brit en de reeds aangehaalde Kleeberg. Thunberg was flitsend van start gegaan, door de 500 meter tamelijk eenvoudig op zijn naam te schrijven (45 seconden). Larsen reed een tel langzamer en werd derde. Van de 8.54,5 die hij vervolgens op de klokken bracht, verkleurde de concurrenten, en Thunberg helemaal. Waar waren zijn machtige klappen plots gebleven? Zijn 9.03,2 was qua ranking (vijfde) niet eens zo beroerd; de voordelige marge van de sprint was wél in rook opgegaan. Terwijl Larsen handenwrijvend de stand van zaken bekeek en zich verheugde op de twee resterende afstanden, klaagde Thunberg over vermoeidheid.
Niet veel later meldde de held zich af. Dat konden de fans al niet waarderen, laat staan de media, maar het nieuws dat hij zich ’s avonds met zijn vrouw had vertoond in een restaurant, zorgde voor een stofwolk van kritiek. Hoe kon hun schaatsgod zich zo gedragen, net nu de strijd om de wereldtitel in Helsinki plaatshad? Het kwam Larsen uiteraard goed uit. De weg naar goud lag open.
Zoals in de lange historie van het WK Allround vaker zou gebeuren, legde hij de basis voor zijn eindzege op de 1500 meter. Met een tijd van 2.27,8 declasseerde Larsen het hele veld. Een Fin (Toivo Ovaska) die 2.29,4 reed, verdiende applaus voor zijn knappe rit, maar wist allang dat die hem niet veel verder zou brengen in het gevecht om de medailles. Larsen moest na zijn tweede afstandszege een ding doen: consolideren. Die missie verliep net zo soepel als het voorwerk dat hij had geleverd. De winst op de tien kilometer eiste de Finse, debuterende tiener Uuno Pietilä op. De dikke twaalf seconden voorsprong die de atleet uit Tampere bij elkaar schaatste (18.05,9), deed geen pijn.