Wat heeft hem bewogen om zo serieus het schaatsen weer op te pakken? Het heeft alles te maken, vertelt De Groot, met een nieuwe start in zijn beroepsleven vier jaar jaar terug. “Daardoor viel er een last van me af. Toen ben ik ook weer gaan schaatsen. In al die jaren daarvoor deed ik altijd wel aan enkele wedstrijdjes mee. Ondanks dat ik dan de hele zomer niets had gedaan, reed ik na een maandje trainen toch 2.02, soms zelfs 2 blank. Door het wielrennen in de zomermaanden wordt mijn conditie ieder jaar nog beter ondanks dat ik ouder word. Dat betekent dat ik vroeger iets fout heb gedaan.”

“Het verbaast mijzelf ook dat ik zo hard kan. Zoals gisteren bijvoorbeeld die 4.07 op de 3000 meter. Ik zei tegen Piet Hylkema: het één na laatste jaar als neo-senior reed ik op Thialf met Jochem Uytdehaage en dat soort mensen de winnende tijd van 2.06. En ik reed 4.14. Ook op klappers. En nu rij ik op Utrecht nota bene 4.07.”

Inmiddels komt Johannes de Groot ook uit in marathonwedstrijden. Met succes. Is het masterschaatsen nog wel een uitdaging voor hem? “Ja. In tegenstelling tot het gestress van vroeger om je overal voor te plaatsen is dit een wedstrijd voor echte liefhebbers. Misschien was dat gestress voor mij het grootste struikelblok. Alle niet-liefhebbers zijn inmiddels gestopt. Een liefhebber zoals gaat door. De mensen hier hebben er het grootste plezier in dat ze dit nog kunnen. Ik vind het prachtig.”