Wie per auto naar De Meent komt, stalt hem lekker droog onder een mega-carport. Op het dak ervan liggen slimme zonnepanelen, die niet alleen rechtstreekse zonnestralen opvangen maar ook wat via autodaken wordt weerkaatst. Ze zijn de meest zichtbare onderdelen van het verduurzamingsproject PoCITYF De Meent, dat zich vooral ondergronds en achter de schermen van de ijsbaan voltrekt.

Door intelligent gebruik te maken van deels nieuwe technieken moet het in Alkmaar lukken om straks een ijsbaan te exploiteren die energieneutraal is. Door de eigen zonne-energie optimaal te benutten, hebben ze uiteindelijk sowieso geen aardgas of fossiel opgewekte energie meer nodig. “Het is niet makkelijk om een ijsbaan helemaal energieneutraal te maken, maar ik denk wel dat het kan lukken”, zegt Matthé Laan, manager beheer en onderhoud bij Alkmaar Sport. Hij stond mede aan de basis van het project rond De Meent.

“Toen ik hier in 2015 begon, stonden de koeltorens volop te loeien. De restwarmte die vrijkomt bij het ijs maken bliezen we zo de lucht in.” Eigenlijk was sprake van een gemiste kans, want De Meent was net gerenoveerd en uitgebreid tot een modern multisportcomplex waarin regionale talenten en studenten van het Horizon College zich voorbereiden op een toekomst in de sport. “Op het laatste moment hebben we nog wel een transportleiding aangelegd om met restwarmte van de ijsbaan te benutten voor de rest van het complex. Helaas bleek die installatie niet goed te werken…”

Foto: Carl Mureau

Europese subsidies
Dat zat Laan, afgestudeerd hbo'er bouw- én bedrijfskunde, niet lekker. Op het dak van De Meent waren bij de renovatie weliswaar 1750 zonnepanelen gelegd, maar er moest toch veel meer mogelijk zijn om de ijsbaan te verduurzamen? Hij liet zich adviseren door Cees Groot, die als verduurzamingsexpert bij de gemeente Alkmaar werkt. Samen zagen ze vooral kansen in het hergebruik van de restwarmte die vrijkomt bij het ijs maken. Met hun goed onderbouwde verhaal vonden ze op het juiste moment weerklank bij het stadsbestuur.

Getriggerd door een krantenbericht, waarin stond dat Noord-Hollandse bestuurders de weg naar Brussel slecht wisten te vinden, was net een jacht op Europees geld ingezet. Na een mislukte poging viel Alkmaar in de prijzen voor Horizon Europe 2020, dat later uitmondde in PoCITYF. Via dit POsitive energy CITY transformation Framework kregen zeven historische steden in Europa een stimulans om wijken op te knappen, met gebouwen en voorzieningen die zelf hun (duurzame) energie opwekken. De plannen voor De Meent pasten hier naadloos in. “De technische installaties die we hier hebben neergezet, hebben drie miljoen euro gekost en we kregen 1,6 miljoen subsidie.”

De techniek
Wat ze in Alkmaar realiseren is lekkere kost voor technische fijnproevers. Zoals bij elk verduurzamingsproject komt het er bij De Meent in grote lijnen op neer dat je zelf energie opwekt en die optimaal gebruikt en hergebruikt. In Alkmaar is dat proces niet anders.
Ze wekken energie op met 1750 zonnepanelen op het sporthallen-dak, plus 1000 panelen op de overdekte parkeerplaatsen (voor auto en fiets). De elektriciteit gebruiken ze vooral om de koelmachines te laten draaien, die ijs maken voor de 400-meterbaan en de (in 1997 gebouwde) ijshal met een 30x60-piste voor shorttrack, kunstrijden en ijshockey. De stroom wordt ook benut voor zestien (regelbare) laadpalen voor elektrische auto’s en alle reguliere elektronica die je aantreft in een sportcomplex, tot en met de scoreborden in de schermzaal. De opgewekte elektriciteit die niet direct nodig is, wordt tijdelijk opgeslagen in een grote batterij.

Cruciaal in het verhaal is de restwarmte die vrijkomt bij het ijs maken. Die restwarmte blazen ze niet langer de lucht in, maar wordt nu deels opgevangen in vijf grote buffervaten vol water (samen 25.000 kuub) en hergebruikt voor verwarming van het hele sportcomplex. De rest gaat 200 meter diep de grond in, waar een warmte/koude-opslag is gemaakt, die zelf ook thermische energie oplevert. Vanuit dat diepe grondwater kun je ’s zomers je gebouw koelen en ’s winters benut je het juist voor verwarming van het complex.

Foto: Carl Mureau

Al deze systemen zijn met elkaar verbonden. Een innovatieve smart grid, die belangrijk was bij het verkrijgen van de EU-subsidie, houdt constant in de gaten welke energiestromen het slimst ofwel het goedkoopst zijn. Dat is een grote computer, die 24 uur per dag en 7 dagen per week de energiehuishouding regelt. Laan: “Die zit continu te kijken: heb ik thermische energie over, heb ik elektrische energie over? Heb ik ergens tekort, hoe verwerk ik een piek? Kortom: waar ga ik mijn energie optimaal inzetten?”

Exploitatiecijfers
Wat we allemaal graag willen weten is natuurlijk: Wat bespaar je daar nu mee? Het vrijgeven van exploitatiecijfers ligt altijd gevoelig, zo ook in Alkmaar. Manager Laan laat wel een paar kengetallen los. De gasrekening die De Meent moest betalen voor alleen het verwarmen van de ijshal (shorttrack/kunstrijden) bedroeg tijdens de energiecrisis door de Oekraïne-oorlog liefst 625.000 euro per jaar. De prijzen zijn weer gedaald, maar deze rekening is bijna geheel terug naar nul, sinds hiervoor de restwarmte van de ijsmachines wordt gebruikt. “Je kunt je wel voorstellen wat voor slag je daarmee maakt. Een derde van ons totale gasverbruik ging voorheen naar die ijshal toe.”

De koelmachines die nodig zijn voor het produceren van de twee ijsvloeren (400 meter én 30x60 meter) verbruiken heel wat kilowattuur aan elektriciteit, net zo veel als ‘tientallen huishoudens’. Het scheelt dus veel geld, dat de machines nu draaien op zonne-energie die De Meent zelf opwekt, direct of na tijdelijke opslag in de batterij. De ijsbaan hoeft aanzienlijk minder elektriciteit van het net af te nemen dan voorheen. “Maar op wat warmere dagen in de winter, waarin de koelmachines harder moeten draaien, blijven we nog wel afhankelijk van het elektriciteitsnet.”

Het vermogen dat afkomstig is van de eigen warmte/koude-koppeling is vier keer zo groot als wat De Meent zelf nodig heeft. De resterende thermische energie kan aan ‘de buren’ worden geleverd. Geïnteresseerde afnemers zijn er voldoende, waaronder een nieuw te bouwen restaurant, dito hotel en een fitnesscentrum. “Intentieverklaringen zijn getekend”, vertelt Laan. “Maar de uitvoering laat nog op zich wachten.”

Foto: POCITYF/DeMeent

Die vertraging heeft onder meer te maken met het overvolle stroomnetwerk in Noord-Holland. Netbeheerder Liander heeft geen ruimte om nieuwe grootverbruikers op het net toe te laten, wat betekent dat nieuwbouwprojecten stil liggen. De nieuwe buren van De Meent moeten dus geduld hebben en dat geldt ook voor het sportcomplex zelf, dat voor piekmomenten eigenlijk extra capaciteit nodig heeft. Daar zouden ze liefst nog eens 600 zonnepanelen installeren, maar ook dat stuit op problemen met het netwerk.

“Die kan Liander voor ons pas in 2028 oplossen”, zegt Laan met enige ergernis. “Je wilt als bedrijf van het gas af, maar dat kan niet, want het elektriciteitsnet kan dat niet aan. Het is de wereld op zijn kop. Er moet echt meer infrastructuur de grond in om extra capaciteit te creëren.” Omdat hij nu niet helemaal kan vertrouwen op dat elektriciteitsnet om in nood op terug te vallen, heeft hij zijn gas-gestookte cv-ketels voor de sporthal (verwarming en douchewater) nog niet afgekoppeld. “Die houd ik als back-up. We krijgen hier per jaar een miljoen sporters over de vloer, waarvan 170.000 schaatsers. Als het op een winterdag hard vriest, kan ik niet zo maar de tent sluiten omdat de kachel het niet doet…”

Wat nog op stapel staat
Zelfs bij een voorbeeldproject als Alkmaar gaat kennelijk niet alles van een leien dakje, maar ze zijn in de Kaasstad hard op weg naar een duurzame exploitatie. Uiteindelijk doel: alle benodigde energie zelf opwekken (via zon en aardwarmte) en zelfs overschot leveren aan de buren. Gaat dat lukken? “Ik denk dat dat met een ijsbaan eigenlijk een utopie is, maar… we gaan wel die kant op. Het moet… uiteindelijk kunnen lukken”, zegt Laan met veel aarzeling. Voorwaarde is volgens hem wel dat de 400-meterbaan, die 25 jaar geleden deels van een overkapping werd voorzien, geheel wordt overdekt. “Dan heb je veel meer controle, ben je bij het ijs maken niet meer afhankelijk van weer en wind. Je krijgt bovendien weer ruimte voor extra zonnepanelen, een investering die snel kan zijn terug verdiend.”

Ze hebben nog wel meer wensen en plannen voor de naaste toekomst. De batterij voor tijdelijke opslag van elektriciteit zou ook extra capaciteit kunnen krijgen en een zesde buffervat voor de warmte-opslag is eveneens welkom. Komend winterseizoen, waarin de nieuwe technische installatie voor het eerst volledig draait, gaan ze de smart grid nauwgezet evalueren en fine tunen, zodat de energiesystemen nog beter worden benut. En ja, zodra het kan willen ze ook (thermische) energie gaan leveren aan de buren. “Als eerste zullen we het Sportpaleis aansluiten, de wielerbaan hiernaast, die ook van Alkmaar Sport is.”

Foto: Neeke Smit

De boodschap aan andere ijsbanen
“Weet je wat het mooist van dit project is? Er is een soort beweging ontstaan, waarbij duurzaamheid vast onderdeel van onze bedrijfsvoering is geworden”, zegt Laan. Bij Alkmaar Sport beheert onder meer 28 gymzalen, 7 sporthallen en 3 zwembaden. Daar valt dagelijks (energie)winst te boeken. “Bij alles wat we doen, vragen we ons af hoe iets duurzamer kan. Het grasveldje hier in het midden van de 400-meterbaan maaien we met een robot. Dat is niet zo spanend, maar die gaan we nu ook inzetten op voetbalvelden en het CO2-effect daarvan is gigantisch, alleen al omdat je geen zware trekker meer gebruikt. Het is ook beter voor het gras, dat gelijkmatiger groeit. En die robots laad je op bij een zonnepaneel met accu, zodat je zo’n maairobot stand-alone kunt neerzetten. Dat is een van de ideeën die ontstaan doordat je duurzaamheid intussen vol onder de aandacht hebt zitten.”

Hoewel het grote publiek nog niet zo veel over PoCITYF/De Meent heeft vernomen, geldt wat in Alkmaar gebeurt als lichtend voorbeeld voor de ijsbanen in het land. Welke boodschap heeft Laan voor de eigenaren en exploitanten van die andere 21 kunstijsbanen?

Laan: “Er liggen heel veel kansen om zaken beter aan te pakken, helaas is niet iedereen zich daarvan bewust. Het begint met te monitoren hoe je energiestromen lopen, want daar kun je vaak al zelf je eerste winst boeken. Daarnaast is het goed om je te laten adviseren, wat nu gratis kan via SportNL Groen. Zeker als jezelf wat verder van de techniek af staat, is dit aan te raden. Deze adviseurs hebben zo veel ervaring met sportcomplexen en hun energiesystemen, dat ze je snel een overzicht kunnen geven van de verbeterkansen die er liggen. Ze vertellen ook welke optie het minst kost en het meeste rendement oplevert. Succes verzekerd… maar de eerste stap moet je wel zelf zetten. Kijk: elke ijsbaan is anders, maar we maken allemaal ijs en daarbij houden we overal restwarmte over. Daar kun je wat mee! Techniek is geen sexy onderwerp en het is moeilijk om voor verduurzaming aan te kloppen bij een wethouder of gemeenteraad. Maar als je goed onderbouwd en in begrijpelijke taal kunt zeggen ‘onze ijsbaan is straks geen energieslurper meer, maar juist leverancier van energie’, dan krijg je de handen op elkaar.”