Angel Daleman, eerder een ontzettend krachtige dan een fijngebouwde, gracieuze engel op het ijs, houdt de mensen bezig. Nog een paar maanden zeventien brengt ze tegenstandsters van de wijs, laat ze soms flitsen zien die de grootste kampioenen op de langebaan waarschijnlijk niet hebben vertoond op die leeftijd, en weet ze nu al dat shorttrack en het racen op een 400meterbaan samen haar sportbestaan voorlopig zullen beheersen. Dat maakt haar ook tot, zoals ze zelf bekent, een 'trekpop' in de vaderlandse schaatsindustrie. Iedereen wil van alles van haar, soms op de gekste momenten, en dat is haar vooral aan het begin van dit drukke seizoen gaan irriteren. Wat ze niet wil kwijtraken, is het genieten van de sport. Zo jeugdig als ze is, met de adviezen van moeder Bellina, vader Emile en niet te vergeten trainer, coach, raadgever, steun en toeverlaat Dave Versteeg, lijkt het Daleman te zijn gelukt die beklemmende chaos aan de kant te vegen en de regie naar zich toe te trekken. Buitengewoon knap.
Zo vertelt ze ook haar verhaal van nu, hoe ze tussen al het trainen, schaatsen, reizen en presteren door, continu probeert op koers te blijven. Ga er maar aan staan: het gevoel hebben dat aan je linkerarm door een coach, een technisch directeur of verschillende trainers wordt getrokken, terwijl die rechtervlerk bijna uit de kom schiet door het gesjor van mannen die natuurlijk ook het beste met je voor hebben.
Vrijdag zat ze op de tribune in Thialf te kijken naar het EK Sprint. “Ik baalde een beetje, omdat ik me de laatste tijd zo sterk heb verbeterd dat ik me afvroeg wat ik daar had kunnen doen.” Ze spreekt de woorden uit in de Elfstedenhal van Leeuwarden waar ze deelneemt aan het NK Shorttrack. Dat gaat niet onopgemerkt: er is zilver op de 500 meter en brons op de 1500 meter. “Daarom ben ik ook blij dat ik hier nu sta. Dat is een eigen keuze, net zoals de beslissing niet naar het EK Shorttrack te gaan, aangezien ik een groot doel heb gemaakt van het NK Afstanden waarop ik me graag wil plaatsen voor het WK.
“Intussen besef ik dat alle indrukken die ik heb opgedaan, meer met me doen dan gedacht. Het is een grote verleiding hoor, om steeds meer aan te pakken naarmate je beter wordt. Natuurlijk zou ik dat EK in Dresden leuk hebben gevonden. Alleen, de World Cup langebaan in Calgary zit er te dicht op. Ik heb uiteraard in de gaten dat Niels (Kerstholt, bondscoach shorttrack, red.) en Jac (Orie, hoofdcoach van Essent waarbij Daleman stage loopt, red.) allebei willen dat ik in hun discipline aan de start verschijn. ‘Kom langebanen’, roept de een. ‘Ga shorttracken’, hoor ik de ander zeggen. Uiteindelijk is het van: ‘Doe wat goed voelt’. Met Dave spar ik er veel over. Hij kent me goed, ik vertrouw hem daarom blindelings. Praat ik met Niels of Jac, dan is het anders. Niet dat ik hen niet vertrouw, maar ik denk er toch nog even over na, is dan eerder mijn reactie.”
Zo’n moment van bezinning levert dan een besluit op waar ze niet van terugkomt. Ze snapt dat TeamNL haar prima kan gebruiken in Dresden. “Zoë’s been is kapot, en met de vrouwen draait het niet zo lekker. Of ze het EK haalt, is niet duidelijk, laat staan of het kan. Ze zal vast in maart mooie dingen willen laten zien op het WK. Dan zou het zonde kunnen zijn om nu aan het EK mee te doen. Lastig voor de bondscoach, maar dat is niet mijn probleem.”
Als 14- of 15-jarige heeft Angel het gedurfd haar wens te delen met de wereld: op medaillejacht tijdens de Winterspelen als shorttrackster en langebaanrijdster. Ook verleden jaar is er ze nog heilig van overtuigd geweest dat de combi kan. De realiteit van nu is dat ze de rest van deze winter vol inzet op de langebaan, wat niet bevorderlijk zal zijn voor haar skills op het gebied van shorttrack. “Mijn basis is oké”, concludeert ze halverwege het NK, "alleen merk ik dat ik de kleine, specifieke dingetjes stiekem mis. Zo heb ik op de 1500 meter als een kip zonder kop gas gegeven totdat ik tegen een muur aan ben gereden. Dat lijkt op langebaanschaatsen, waarbij je rijdt zonder om je heen te kijken.”
Dit soort ontwikkelingen kan de menukaart voor 2026 gerust veranderen. Toch alleen de focus op de langebaan in Milaan? “Nou, ik denk niet dat ik puur de langebaan in het vizier neem, maar ik geloof wel dat het beide lastig wordt. Als ik kijk hoe bijvoorbeeld de World Tour in Montréal is verlopen voor me, dan weet ik: ik hoor echt nog niet bij de top daar. Wel heb ik zoiets van ja, ik wil graag blijven shorttracken en begin volgend seizoen uitvinden hoe dat gaat, hopelijk in de eerste World Tour-wedstrijden. Ga ik m’n energie verspillen aan die discipline, of wordt het volle bak langebaan omdat ik daar al wel tot de top behoor?”
Een enkele keer stelt ze zichzelf de vraag of ze haar droom op straat had moeten gooien. “Waarom niet hè? Als het in 2026 niet gebeurt, hoop ik wel dat het in 2030 lukt. Dan ben ik ouder, iets sterker en heb ik meer race-inzicht. Ik zit nu pas twee jaar in het seniorencircuit. Ik kan me verder ontwikkelen. Kijk eens naar Xandra Velzeboer, hoe ze in 2022 op de Spelen reed en hoe ze dat nu doet. Dat is zo’n verschil.”
Wat Angel bedoelt: Velzeboer is zoveel beter geworden. Dat geldt net zo goed voor haar. De medailles behaald in de World Cup op de langebaan vormen het bewijs. “Toch denk ik niet dat het per se daar om draait. Ik word nieuwsgierig. Wat kan ik nog meer? Kan ik nog harder? Dat boeit me. Tenminste, als ik wel kan blijven genieten van mijn prestaties. Na het World Cup Kwalificatietoernooi ben ik dat even kwijtgeraakt omdat het allemaal chaos was. Ik heb thuis huilend op de bank gezeten, niet meer wetend wat ik moest doen. Dat is toch zonde?”