Gillend passeerde Daan Gelling de finishlijn. Hij kon niet beseffen dat hij na ruim zes uur schaatsen twee marathonmatadoren had afgetroefd op de eindstreep. Schreeuwend viel hij in de armen van zijn ploeg, om enkele minuten later vol ongeloof neer te ploffen op het bankje in de tent van Royal A-ware en zijn verhaal te doen.

Met Crispijn Ariëns, tweevoudig winnaar van de Alternatieve Elfstedentocht (2017 en 2023), en teamgenoot Jordy Harink, deze week al goed voor een overwinning en een derde plaats, stevende de 24-jarige marathonschaatser af op de eindstreep. Aan Gelling de taak de sprint aan te trekken voor Harink, omdat die de beste papieren had voor de zege na tweehonderd slopende kilometers. “Voor mezelf was het een kansloze actie, want ik dacht dat Crispijn en Jordy de beteren waren. Ze zouden wel over me heen komen in de sprint. Toch hoorde ik niks. Ik voelde niks. Het is ongelooflijk,” klinkt een Gelling die nog steeds niet kan bevatten wat hem zojuist overkomen is.

“Dit was de zwaarste dag van mijn leven, by far. Ook de mooiste, zeker”, geeft Gelling toe. Hij prijst de ploeg: “Het is bizar dat we zo attent waren in de wedstrijd. Eerst zat Kevin (van der Horst, red.) voorin, daarna Jordy en ik. We zouden sowieso de zege pakken, alleen had ik niet verwacht dat ik zou winnen.”

Daan Gelling Lulea
Gelling gaf zichzelf de minste kans van de drie koplopers op de overwinning. | Foto: Neeke Smit

Jordy Harink, trotse tweede

“Dat ik deze week in vorm ben, betekent niet dat vandaag geen pijn heeft gedaan. Ik heb echt afgezien. Vaak heb ik gedacht dat ik in een kansloze situatie zat, waar ik niet meer uit zou komen.” Desondanks leek Harink in uitstekende positie naar de finish gebracht te worden, maar hij kon Gelling niet voorbij steken. “Daan trok perfect de sprint aan en hield zijn snelheid vast. Ik heb hem de zege niet cadeau gegeven, want ik had hem zelf ook willen winnen. Maar ik ben trots en pak zelf het Grand Prix-klassement.”

Jordy Harink Lulea
Jordy Harink (midden), Daan Gelling (links) en Sjoerd den Hertog (rechts) waren de drie beste rijders van de Grand Prix-reeks. | Foto: Neeke Smit

Omdat op de Weissensee de Alternatieve Elfstedentocht niet verreden kon worden door de weersomstandigheden, werd besloten de langste afstand naar het Scandinavische land te verplaatsen. Niet wetende dat juist op deze 22ste februari een harde wind over het parcours zou waaien, waardoor de rijders driekwart van de route tegen de wind moesten vechten. “Het was ongelooflijk lang. Er leek geen einde aan te komen”, herbeleeft Gelling de talloze kilometers die hij heeft afgelegd. “Door de wind ga je zo langzaam. Heb je hem eindelijk in je rug, rijd je even heel lekker. Maar dat is in no time voorbij. Moet je weer bijna een hele ronde martelen tegen de wind in. Dit was zo’n slijtageslag.”

Crispijn Ariëns, gelukkige derde

Al verschillende malen heeft Crispijn Ariëns de tweehonderd kilometer op de Weissensee gereden, waarbij hij er twee won. “Maar dit is niet te vergelijken met die tochten. In Oostenrijk kom je de eerste 150 kilometer makkelijker door, nu was het na vijftig al complete chaos. Op dit ijs kun je je niet verschuilen.”

“Ik hoopte op een goed sprintje en leek dichter bij Daan in de buurt te komen. Tot ik niet meer harder kon. De kramp schoot in beide bovenbenen. Het was op. Leeg. Klaar. Maar als je in mei had gezegd dat ik derde zou worden, had ik ervoor getekend”, waarmee Ariëns doelt op de scheenbeenbreuk die hij aan het begin van de zomer opliep. “Het is een bijzonder jaar geweest. De twee podiumplekken deze week bevestigen dat ik hiertussen hoor. Ik ga sowieso nog een jaar door.”

Crispijn Ariëns Lulea
Ariëns, op kop, prijst zich gelukkig. | Foto: Neeke Smit

Dat het een slijtageslag was, bleek ook wel uit de verschillende grote namen die op moesten geven: Christian Haasjes, Luc ter Haar, Harm Visser en Evert Hoolwerf kwamen allen niet voorbij de 150 kilometer. Van de 44 gestarte rijders, haalden twaalf de eindstreep. Net als vele collega’s kwam ook Gelling op het punt dat hij het niet meer zag zitten. “Onderweg sprak ik uit tegen Jordy en Kevin dat het niet meer ging. Maar ze drukten me op het hart goed te eten en drinken. Mijn ding blijven doen. In mijn hoofd probeerde ik af te tellen tot het eindpunt. Ik moest door.”

“Ik heb het wel een paar keer vervloekt dat we in deze omstandigheden in Zweden rijden”, vertelt Gelling over de keuze om de tweehonderd daar te rijden. “Maar het levert een prachtige wedstrijd op. Wat mij betreft mag dit nog wel een keer”, aldus de winnaar van de sloopkoers.

Gary Hekman, de afzwaaier

Het laatste woord is aan de man die zijn laatste (buitenlandse) natuurijswedstrijd heeft gereden: Gary Hekman. Hij stapte uit na veertien (van de 24) rondes. “Ik wist dat deze lange koers niet bij mij paste. Met deze staat van mijn lijf kon ik de eindstreep niet halen. Dat wist ik van tevoren, er moest een wondertje gebeuren. Mijn rug zat volledig vast. Het ging niet meer. Dan is het geen domme keus te stoppen. Het is goed zo”, sluit de man af die de marathon de afgelopen achttien jaar kleur gaf en vele zeges op zijn naam heeft geschreven.

Gary Hekman Lulea
Ruim 120 kilometer duurde de laatste natuurijstocht van Hekman. | Foto: Neeke Smit