Die allereerste World Cup ligt nog vers in het geheugen van Annette Gerritsen, al werd haar debuut wel uitgesteld door haar toenmalige coach Peter Kolder. Aan het begin van de winter van 2004-2005 had de juniore zich geplaatst voor de wereldbekers op het hoogste niveau, maar haar coach vond het beter om het eerste deel van het seizoen te investeren in de trainingen op weg naar het WK Junioren, in plaats van een energievretende reis naar Azië. Alhoewel de jonge Gerritsen instemde met Kolder, vond ze het lastig om de races van afstand te moeten bekijken.
Door haar zilveren plak op het NK Sprint mocht Gerritsen enkele maanden later alsnog in het vliegtuig stappen voor haar eerste World Cup én het WK Sprint in Noord-Amerika. “Calgary was een prachtige plek om mijn wereldbekerdebuut te maken. Een ervaring om nooit te vergeten. Het was een groot avontuur. Ik kwam in een heel nieuwe wereld terecht. Omdat er geen sociale media waren, hadden we nog veel minder van de wereld meegekregen, van een Starbucks of iPhone had ik geen weet. Ik maakte daar pas voor het eerst kennis mee in Amerika. We logeerden in het Hilton Hotel en kregen de eerste dag een typisch Amerikaans ontbijt met wafels en slagroom. Als topsportster kon dat natuurlijk niet, maar daar stond ik niet bij stil. Ik vond het heerlijk.”
Zo bleu als Gerritsen genoot van het ontbijt, zo onbevangen stond ze ook aan de start. “Ik had nergens last van: niet van de hoogte, niet van verzuring, ik had geen jetlag. ’s Nachts lag ik wel wakker, maar dat boeide me niet. Ik was voor het eerst op een hooglandbaan heerlijk aan het schaatsen en het kostte me geen moeite. Ik was alleen maar aan het genieten.”
Gerritsen vond het bijzonder dat ze op haar negentiende tussen de senioren stond en kreeg dat enthousiasme ook mee van haar omgeving. “Vriendinnen van de Jaap Eden IJsbaan hadden een boekje voor mij gemaakt, dat ik pas mocht openen in het vliegtuig. Daar stonden verschillende herinneringen in van de baanselectie. Ze hadden er lieve dingen bijgeschreven: ‘Wat een prestatie dat je een wereldbeker mag schaatsen, geniet ervan’. Haar eerste wereldbekerweekend trapte ze af met 39,29 in de B-groep van de 500 meter, wat haar op de zesde plek bracht. Verder stond dat weekend nog een 500 meter en twee 1000 meters op het programma. Ze beleefde een mooie opmaat naar het WK Sprint een week later, waar ze het wereldrecord junioren brak op de 1000 meter.
Van Anja Bollaart en Gerard Kemkers (beiden ‘85-‘86) tot Evelien Vijn (‘21-‘22), verschillende Nederlandse rijders hebben als junior hun wereldbekerdebuut gemaakt op het hoogste niveau. Antoinette (Rijpma) de Jong (‘12-‘13), Melissa Wijfje (’14-’15), Beau Snellink (’19-’20) en Angel Daleman (’24-’25) zijn van die schaatsers komend weekend in Nagano actief. Van de Nederlandse afgevaardigden heeft in de geschiedenis een B-juniore meegedaan aan de wereldbeker: Renske Vellinga in ’91-’92. Helaas leidde de beloftevolle start van de sprintster, die ook medailles won op het NK, niet tot olympische roem, omdat ze enkele jaren later om het leven kwam.
Op 26 november 2005 begon de 18-jarige Jan Smeekens voor het eerst aan een wereldbekerrace. Na als reserve de kunst afgekeken te hebben in Salt Lake City, begon zijn eerste van vele World Cups in Milwaukee. “Ik vond het heel cool om in zo’n internationaal veld bij de senioren mee te mogen rijden. Vooral om Shimizu (olympisch kampioen 500 meter van 1998, red.) te zien rijden was geweldig. Op dat moment was hij al over zijn hoogtepunt heen, maar ik had altijd van hem genoten als ik tv keek.”
Vanaf het moment dat de schaatser van Jong Oranje zijn kleding en wedstrijdpak kreeg, genoot hij. “Het was spannend om voor het eerst mee te mogen doen, maar ook heel gaaf. Dat je met zulke toppers aan de start staat, van wie je veel kan leren, maakt het zo bijzonder. De wedstrijdvoorbereiding was desondanks precies hetzelfde.” In de B-groep finishte Smeekens als zevende, in een baanrecord voor junioren: 35,92.
Het eerste World Cup-jaar leerde de sprinter zijn perfectionisme af te remmen. “Je kunt niet altijd de ideale rit rijden. Soms moet je blij zijn met een snelle opening van 9,7, ook al heb je daarna een mindere ronde. Kijk naar de dingen die goed gaan. Zeker op die leeftijd kun je niet alles goed doen. Al moet ik zeggen dat Angel behoorlijk op weg is om alles heel goed te doen”, complimenteert hij Daleman. Zij zal komend weekend starten op de 1000 en de 1500 meter van de World Cup in Nagano, waar ze hopelijk net zo kan genieten als Smeekens en Gerritsen tijdens hun debuut.
Onder meer Miho Takagi (debuteerde als b-juniore in ’10-’11), Laurent Dubreuil (’11-’12) en natuurlijk Jordan Stolz (’21-’22) reden al jong tussen de wereldtop. Sigurd Henriksen was eind 2022 zelfs zo goed op dreef dat hij in de wereldbeker tweemaal het wereldrecord junioren op de 5.000 meter verbeterde. Afgelopen winter waren er veertien junioren die in de World Cup schaatsten, van wie negen een Aziatische afkomst hadden. De Koreaanse Na-Hyun Lee reed bij de vijfde World Cup in Salt Lake City het wereldrecord junioren over 500 meter van Femke Kok uit de boeken: 37,34. De jongste deelneemster ooit was de Koreaanse Eun-Bi Bak, die op 14-jarige leeftijd al tussen de sterren rondreed in het seizoen ’93-’94.
Met dank aan Nol Terwindt.