De bijna 22-jarige lange afstandspecialist werd in zijn juniorentijd gevreesd om zijn onuitputtelijke drang om aan te vallen, gas te geven en nooit meer om te kijken. Hij werd er Europees kampioen mee, reed als eerstejaars senior een dijk van een seizoen, stond klaar om in het spoor van Crispijn Ariëns de wereld te veroveren, maar kreeg toen een terugslag van jewelste. De ziekte van Pfeiffer sloeg genadeloos toe. Nu moet hij écht laten zien uit welk hout hij gesneden is.

Vorig jaar kwam hij terug in het peloton. "Dat was een terugkomjaar voor mij. Ik moest van ver komen, dus ik gaf mezelf de tijd om het wedstrijdniveau weer op te pakken." Op zichzelf lukte dat aardig. Hij greep een medaille op het NK baan, plaatste zich voor de Europese én wereldkampioenschappen. Zo overtuigend als eerder oogde het nog niet, maar de lijn wees naar boven. Dit seizoen moet een nieuwe doorbraak opleveren, maar ondanks zeges in de Nederlandse baancompetitie, wil dat nog niet zo vlotten.

Met moeite overleefde hij de serie van de puntenkoers in Heerde. "Dat viel wel even tegen ja, ik had het echt lastig. Ik heb wel eens vaker opstartproblemen in een serie, dus wie weet gaat het straks beter", verwijst hij naar de finale die even later begint. De twijfel klinkt erin door. "Ik begon mijn seizoen goed tijdens een internationale wedstrijd in Geisingen, met een elfde plaats op de puntenkoers. Een week later in Gross Gerau haalde ik de finale niet. Dat was een flinke tegenvaller. Ik voel me moe."

Dijkstra is beland in een strijd tussen hoop en vrees. Het talent kan niet weg zijn, maar het lichaam werkt tegelijkertijd nog niet erg mee. Hij wil zichzelf de tijd wel geven. "Ik denk nog drie jaar nodig te hebben. Het niveau dat ik twee jaar geleden had, dat heb ik nog lang niet terug. Ik denk dat als me dat lukt, ik van daaruit wel weer een goede skeeleraar kan worden." Een rol in de subtop van Europa, dat moet kunnen, zeker gezien zijn veelbelovende jeugdjaren. Maar eigenlijk gaat het hem allemaal veel te langzaam.

"Ik moet zeggen dat het niveauverschil tussen de junioren en senioren me wel tegenvalt. Het is bij de senioren echt even wat anders. Ik verwachtte zo door te stromen. Natuurlijk heb ik Pfeiffer gehad, maar ik wil niet alles daar op afschuiven. Technisch moet het bijvoorbeeld ook beter en ook qua wedstrijdinzicht moet ik nog leren."

Natuurlijk is het seizoen nog niet verloren. In Geisingen, waar hij al goed reed dit jaar, zijn ook de Europese kampioenschappen. "Ik verwacht wel dat ik me daar op de Nederlandse kampioenschappen voor kan plaatsen." En dan is alles mogelijk, wil hij maar zeggen. 

"De overtuiging dat ik terug kan komen is er wel", zegt hij terwijl hij zich opmaakt voor een puntenkoersfinale waar hij weinig van verwacht. "Maar nu is die overtuiging er inderdaad even niet." Terwijl Bart Swings naar de zege swingde, werd Dijkstra zeventiende. Nog niet op de voorgrond, daar waar hij wel van droomt. Slecht was het in dit veld zeker niet. Hoop doet leven.