De jongens en meiden die je tussen de wedstrijden door over het ijs ziet schieten zijn de blokjesleggers, of track stewards zoals ze in het internationale circuit zeggen. Zonder hen kunnen wedstrijden niet doorgaan. Zij zorgen er namelijk voor dat de baan goed aangegeven wordt. Als een schaatser een blokje wegschopt, rijdt één van de blokjesleggers er naar toe om het weggeschopte blokje op te pakken. De andere blokjeslegger volgt met het reserveblokje en legt dit op de lege plaats. Echt teamwork dus. 

In het ijs staan zeven verschillende shorttrackbanen aangegeven. Bijna na elke wedstrijd wordt de baan op een teken van de scheidsrechter verlegd. De ijzers van de schaatsen maken in de bochten diepe groeven in het ijs. Met gieters en de vegers zorgen de blokjesleggers ervoor dat het ijs goed blijft en dat de schaatsers genoeg grip hebben om de bocht door te komen. Door de baan telkens te verleggen wordt de volgende rit dan weer op 'schoon' ijs geschaatst. 

Per bocht zorgen twee of drie blokjesleggers dat de baan er goed bij ligt. Zij moeten natuurlijk goed kunnen schaatsen, maar ook behendig zijn en concentratie kunnen vasthouden om elke rit weer hun taken uit te voeren. Ook voor de veiligheid is dat heel belangrijk. Als er een valpartij gebeurt, moeten ze snel opzij kunnen springen. Daarom dragen ook zij een helm en handschoenen en nemen ze geen onnodige risico's. Ze rijden altijd met de rijrichting mee en als ze een foutje maken bij het neerleggen van de blokjes maken ze eerst hun rondje af. 

Bekijk in de video hoe Jeroen Otter jonge blokjesleggers de fijne kneepjes van het vak leert. 

Poster

Gouden blokjeslegger
"Blokjes leggen is een kunst", houdt bondscoach Jeroen Otter de jeugd voor. Om die reden wil de KNSB de blokjesleggers graag in het zonnetje zetten. Shorttrackclubs kunnen daarom ieder seizoen een blokjeslegger van het jaar voordragen aan de KNSB. Deze kiest uit de genomineerden een winnaar voor de titel 'Gouden Blokjeslegger'.