Nuchtere Hollanders? Nou, ze kunnen met z’n allen knap gek worden als het succes ze om de oren vliegt. En dat was zondag het geval in het Tilburgse IJssportcentrum, waar op de tribunes tussen half twee en de klok van vijf een soort vervroegd carnavalsfeest voor genodigden losbarstte. Met een cocktail van opzwepende muziek, adembenemende acrobatiek op dunne ijzers, maar vooral een rad van sportief avontuur dat erg vaak op de nummers van de Nederlandse deelnemers tot stilstand kwam, werd het een droommiddag.
Niet voor het eerst eigende Jens van ’t Wout zich de hoofdrol toe. Als de vaste finisher van de relayploegen (mixed en die bij de mannen) verslikte hij zich deze keer geen enkel moment, en wanneer dat niet gebeurt, blijkt de pas 23-jarige import-Fries een koele killer. Zoals gememoreerd breidde hij zijn goudverzameling uit met drie plakken, waarvan de laatste nog wel even zoete herinneringen in het kortetermijngeheugen zal achterlaten. De aflossingsrace, traditiegetrouw het slotonderdeel van een shorttrackprogramma, kreeg tot op de laatste millimeter de gewenste apotheose. Althans, voor alle fans in de zaal bij wie de schellen van de ogen vielen bij zoveel gooi- en smijtgeweld, onnavolgbare passeerbewegingen en andere manoeuvres van de artiesten op de gladde glijvloer. Met name aan het slot.
De laatste twee rondjes. Er kan een boek over gevuld worden, met beschrijvingen van elke meter, elke seconde in het heerlijke duel tussen Van ’t Wout en de Canadese dreumes Steven Dubois. Ze stonden elkaar naar het leven, zochten de grens van het toelaatbare op en wachtten beiden op het moment dat de ander zou breken of capituleren. De schouders toucheerden elkaar, de messen van hun schaatsten schuurden tegen elkaar, en zodra de bochten naderden hield de menigte haar hart vast.
Wie maandagmorgen toevallig nog in het IJssportcentrum van Tilburg moet zijn, kan zomaar een uitbundige man met enorme pretogen tegen het lijf lopen. Dat is de laatste der Mohicanen van het shorttrackfeest van een dag eerder: Arnoud Kos. Die zal dan nog in de zevende hemel verkeren vanwege het onverwachte en daarom schitterende hoogtepunt van zijn zoon Daan.
Die gast veroverde in een bizar vreemde finale op de 1000 meter van de Odido Cup de bronzen medaille, op dat moment nog niet beseffend dat er zelfs relaygoud in het verschiet zou liggen. Na drie ronden van de negen leek de strijd gestreden en schaatste Jens van 't Wout onbedreigd naar het goud, omdat het merendeel van zijn opponenten als tuimelaars her en der in de kussens lag, uitgeteld en wel. Wie snel genoeg bij zijn positieven kwam na de kamikaze-achtige aanvalsacties van de anders zo stoïcijnse Canadees William Dandjinou, zette koers naar de streep en kon zo beslag leggen op een van de resterende twee plakken. Een ervan belandde dus bij Kos, dit seizoen voor het eerst voortdurend actief op het hoogste niveau in shorttrackland.
"Wat een dag hè: goud winnen en brons meenemen. Ongekend", vertelde de gelukkige knaap van 22 uit Breda, die zo beroerd was begonnen aan de driedaagse in Brabant. Op de 1500 meter was geen klap raak, omdat de benen heel slecht aanvoelden. "De 1000 meter daarentegen liep geweldig, zoals dat het gehele jaar al het geval is. Dus heb ik dit weekend op die afstand mijn hart eruit gevochten, met alles wat ik verder in me had. Als je dan zo'n beloning krijgt, is dat niet verkeerd."
Zei de rijder die óók mindere souvenirs bewaart aan de ijsbaan waar het zaterdag en zondag een dolle boel was met 2300 toeschouwers die de mannen en vrouwen van Oranje echt vooruit joegen met hun geschreeuw en applaus. Als 13-jarig ventje brak Kos zijn been, tijdens een relaytraining. "Ik kreeg een duw van iemand die veel sneller reed dan ik kon. Toen dacht ik: nu ga ik voor het eerst met mijn hand aan het ijs en dan hangen. Nou, dat lukte van geen kant, een moment later vloog ik op mijn punten van mijn schaatsen en brak een been. Ik had totaal geen controle. Om eerlijk te zijn heb ik er nooit te veel meer aan willen denken, want het was een naar ogenblik. Het is veel leuker om over die medailles te praten. Toch?"
Alle uitslagen van het weekend Odido Cup staan hier
En het ging ook verkeerd, letterlijk bij het aansnijden van de laatste curve voor de streep. Dubois, van het formaat bebaarde kabouter maar wel voorzien van een paar supersnelle en sterke benen, wilde de doodsteek toedienen door plotseling van buiten naar binnen te stappen. Van ’t Wout had al besloten zijn toevlucht te zoeken tot de kortste route naar de finish, via een beweging die volgens de natuurkundigen en de kenners van menselijk lichaam absoluut onverantwoord zou zijn genoemd. Om met het shorttrackjargon van Jens te spreken: “Ik dacht al dat Steven een penalty te pakken had door zijn manier van rijden. Hij waaierde de bocht helemaal uit. Ik ging die bocht in met de gedachte nu duik ik binnendoor of ik ga op m’n bek. Gooide mezelf zo plat als ik kon. Ik zag hem naar me kijken en vol naar binnen stappen.” Ze botsten, ze clinchten, ze raakten elkaar en schoten allebei ook weer een kant op, helaas voor Dubois eindigde dat in de kussens en voor Van ’t Wout in een rechte lijn naar de meet, de bevrijdende meet.
Opnieuw Van ’t Wout, een uur na de rit: “De jury noemt het shared responsability (gedeelde verantwoordelijkheid). Ik stond, op het moment dat Steven naar me toe kwam, op rechts om me te wapenen voor de impact van die dreun. Daardoor leek het alsof ik naar hem toe ging. Gelukkig is het beoordeeld als shared, maar ik was ervan overtuigd dat ik niet fout was…”
Hij straalde een en al geluk uit, napratend over de teamprestatie die eindelijk weer tot het gedroomde goud had geleid. Ondertussen werd bijna vergeten dat die andere goudkleurige schijf minstens zoveel waarde moest hebben. Van ’t Wout won niet alleen de 1000 meter, hij versloeg ook de al zo lang ongenaakbare William Dandjinou in een rechtstreekse ontmoeting door wapens te hanteren die de lange Noord-Amerikaan doorgaans uit zijn arsenaal haalt.
Nog eens taalgebruik van Van ’t Wout erbij gepakt: “Ik heb hem in de eerste drie ronden op een plek vastgezet waar hij zich niet veilig voelt. En vervolgens verklootte hij het voor zichzelf. Dat geeft me een heel fijn gevoel.” Er was nog iets belangrijks. Dandjinou reed zondagmiddag tegen twee gele kaarten aan (en miste daardoor verplicht de mannenrelay). “Dat is iets wat ik nog nooit heb meegemaakt op dit niveau. Misschien was William te veel gaan verwachten dat hij alles kan winnen. Maar….”, de vaste zin rolde over zijn lippen, “dit blijft shorttrack. Ik heb deze keer gewonnen en weet dat dat in de volgende wedstrijd precies andersom kan zijn. Dit is alleen een stap in de juiste richting. Het wordt een kwestie tussen ons om voor de ander te rijden, want dat blijkt de sleutel voor succes.”