Schaatshal Leiden

Hermien Ravensbergen (61) zit al jaren in het bestuur van de schaatshal in Leiden. Het enthousiasme van haar man Arie en haar dochter Nicoline voor schaatsen heeft haar aangestoken, vertelt ze: “Arie heeft altijd veel in de sport gedaan, zelf geschaatst, shorttracktraining gegeven, bondscoach geweest. En hij deed baancommissiewerk. Na zijn overlijden heb ik dat overgenomen. In eerste instantie zei ik: ‘dit jaar maak ik het nog af, daarna zien we wel’, maar ik ben het toch blijven doen.”

De baancommissie was voorheen een partij tussen de verenigingen en de schaatshal in. Die regelde bijvoorbeeld facturen voor de ijshuur. “Later is dit commissie ertussenuit gegaan”, aldus Hermien. “Ik ben toen zelf kassawerk gaan doen onder de stichting schaatshal Leiden. Ook toen de baan failliet ging, ben ik gebleven. Later kwam ik in het bestuur van de nieuwe stichting van de ijsbaan – waar ik ook nu nog actief in ben. Dat gaat dan vooral om contracten en rekeningen opstellen, maar ook nog steeds kassawerk. Inmiddels hebben we meer bestuursleden en kunnen we de taken verdelen, dat geeft wat minder druk.”

Naast haar vrijwilligerswerk voor de ijsbaan, en af en toe jureren bij wedstrijden, deed Hermien lange tijd ook allerhande activiteiten voor de Leidse shorttrackvereniging IHCL (Indoor Hardrij Club Leiden). “Die band met de vereniging was – vooral vroeger – toch wel heel erg leuk. Samen in de zomer een week naar Chamonix met de ‘oude garde’, ook met andere verenigingen, dat soort dingen zijn gezellig. Dat verband met en tussen verenigingen is er nu wat minder. Maar toch ben ik er altijd bij betrokken gebleven.”

Wat maakt je taken moeilijk?
“Omdat ik zowel aan de kant van de ijsbaan, als aan de kant van het Shorttrackschaatsen stond, waren tegenstrijdige belangen wel eens onvermijdelijk. Bij het ijs verhuren bijvoorbeeld, had het wel eens voor kunnen komen dat ik mijn ‘eigen’ vereniging of Gewest voor zou trekken bij andere verenigingen.  Alleen de schijn al wil je vermijden. Daarom ben ik uiteindelijk alleen nog in het bestuur van de ijsbaan gebleven.”

Hoeveel tijd ben je met je werkzaamheden kwijt?
“Ik doe nu nog twee ochtenden in de week de kassa op de ijsbaan, maar thuis ben ik er toch ook bijna iedere dag nog mee bezig. Dat geldt denk ik voor alle vrijwilligers bij ons op de baan, als je er nog naast werkt kom je echt tijd tekort. Maar het is tegenwoordig niet meer zo dat ik midden in de nacht notulen moet opstellen voor de GTC Shorttrack (Gewestelijke Technische Commissie) omdat ik de volgende dagen weer dingen moet doen voor de ijsbaan.”

Waarom je zo inzetten voor een sport, ook als er geen familie meer in actief is?
“Dat ik al zo lang betrokken ben bij het schaatsen maakt dat ik steeds weer leuke mensen tegenkom, nieuwe mensen of juist van lang geleden. Ik doe dit veel liever dan thuis achter de geraniums zitten, ik moet iets te doen hebben. En dit is iets waar toch mijn hart ligt. Het contract met de verhuurder van de ijsbaan loopt nu nog twee jaar, eens zien wat daarna gaat gebeuren. Leiden moet natuurlijk gewoon een ijsbaan houden. Misschien wordt deze gerenoveerd. Kijk eens naar Dordrecht, die hal was ook heel oud, en nu staat er een prachtig nieuw complex.”

Krijg je veel waardering voor je vrijwilligerswerk?
“Ja, zeker, ik heb bijvoorbeeld wel eens het speldje met de bronzen schaatser van het Gewest Zuid Holland  gekregen, een speldje van het District Sassenheim en meer leuke herinneringen. Maar waar ik het vooral ook voor doe, is om de sport meer bekendheid te geven en meer leden aan te trekken. Tijdens de laatste Arie Ravensbergen Bokaal (shorttracktoernooi voor pupillen, vernoemd naar de man van Hermien, red.), is er bijvoorbeeld een leuke reportage gemaakt door Unity TV. Voor zulke successen doe je het uiteindelijk.”

Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!