Maar het zijn niet vele kilometers die dé Tour tot een onmenselijke opgave maken, maar het tempo waarmee de renners berg op en berg afvliegen, dag in dag uit. De gemiddelde snelheid in de Ronde van Frankrijk ligt gemiddeld vijf kilometer hoger dan in andere koersen, zo heb ik me laten vertellen. Iemand zei heel treffend “De Tour is niet onmenselijk, ze moeten gewoon niet zo hard fietsen.” Dat lijkt echter geen optie. Het beeld van compleet gesloopte renners – letterlijk en figuurlijk – bevestigt dat.
Dopingschandalen zijn in het wielrennen dan ook eerder regel dan uitzondering. Ook deze Tour kon het tegendeel weer niet bevestigen. Het toeval wil dat we in de ST4-opleiding - die ik met het oud-toppers-groepje volg - afgelopen week een workshop over doping voorgeschoteld kregen. Niet over welke doping we het beste zouden kunnen gebruiken natuurlijk, al zou ik daar ook echt geen flauw idee van hebben. Van doping blijf je af. Punt uit. Daar was iedereen het over eens.
Het ging natuurlijk over de regels en de procedures. Gesneden koek, want daar hadden we allemaal al vaak mee te maken gehad. Het probleem zit vaak niet in het bewuste gebruik van doping, maar in het onbewuste gebruik. Het is altijd opletten geblazen als je iets anders tot je neemt dan uit de schrijf van vijf. De plaatselijke drogisten hebben geen goede klanten aan topsporters, want voedingssupplementen moeten getest zijn voordat je ze gebruikt. Heb je een enorme verkoudheid en heb je acuut behoefte aan hoestdrank, wat dan? Voor medicijnen moet je dispensatie aanvragen. Aan papierenrompslomp geen gebrek in topsportland.
En als we het daar dan toch over hebben dan passen de where-abouts precies in dat straatje. Ik heb ze zelf nooit hoeven invullen, maar de verhalen van mijn collega’s klonken niet alsof ik het voor geen goud had willen missen. Een beetje privéleven kun je vergeten. Iedere dag van het jaar moet de dopingautoriteit weten waar je bent, eigenlijk van uur tot uur. Anoniem een vlucht boeken naar een klein eilandje ver weg, waar slechts eens per twee weken een vliegtuig komt, lijkt de enige oplossing om verzekerd te zijn van rust. Maar dan moet je vanaf dat piepkleine eilandje wel zeker weten dat je kunt sms’en om je veranderde verblijfplaats door te geven. Anders ben je alsnog de klos. Misschien toch de gok maar niet nemen.
Door een paar zondaars is iedere topsporter overgeleverd aan strakke regels en procedures. Maar goed, uiteindelijk willen we allemaal een dopingvrije sport. Dus als dit de enige manier is, so be it. Of is hopen op dopingvrije sport net zoiets als hopen op wereldvrede met Kerst? Laten we eerst maar weer uitkijken naar de Tour van volgend jaar, vooral vanuit sportief oogpunt.