Misschien moet de superformatie van Team Zaanlander dan maar even buiten beschouwing worden gelaten. De vrouwen die Jillert Anema wekelijks naar grote hoogten stuwt met fanatiek gedrag en aanwijzingen langs de baan, scoren ook deze eerste weken van de schaatswinter aan de lopende band. Waar ze verschijnt, wint Marijke Groenewoud. Zo eenvoudig is dat. In Den Haag ondervindt ze de meeste last van de achterblijvers die de jury is vergeten voortijdig uit koers te halen zodat ze niet de eindsprint van de eersten kunnen verstoren. Dat doet zich nu wel voor na de tachtig ronden die Zaanlander in een ijzeren greep heeft gehouden. 1. Groenewoud, 2. Bente Kerkhoff, 3. Lianne van Loon (Okay-Interfarms). De uitslag vertelt genoeg.
Nee, geen pupillen van de ‘zwarten’ op het podium. “We zaten in de race wel overal bij met de gehele ploeg, maar de finale werd zo’n chaos en het ging toen zo hard. De Zaanlanders sprongen naar een groepje en die actie dwong ons er achteraan te gaan. Dat kostte ons weer veel energie. We proberen die meiden zoveel mogelijk tegenstand te bieden”, merkt Veerle van Koppen op. Zij is als negende afgevlagd, terwijl Esther Kiel twee plaatsen voor haar in de uitslag staat. Puur ICT-BTZ bezet de vierde stek in de teamranking. Geen onaardige resultaten op een avond waar iedereen zwart voor de ogen heeft gezien door de inspanningen. “De beste ploeg na Zaanlander? Die zwarten”, is de mening van Anema, direct na de race.
Noem het toeval, of goed scouten, dat kan ook. Eelco Kooistra, al zeventien jaar verslingerd aan dit wereldje en ploegleider van Puur ICT-BTZ, wijst graag naar de constructieve samenwerking tussen zijn ploeg en het gewest Friesland, waartoe onder meer het KTT Noord behoort. Daarin worden jonge talenten opgeleid voor de langebaan, maar sinds een jaar of zes is er sprake van kruisbestuiving. Zijn marathonvrouwen trainen mee met de jongens van de gewestelijke selectie om zo sneller te worden. Andersom kunnen de jonge meiden die interesse hebben, aansluiten bij Kooistra’s marathonrijdsters om te ervaren wat de discipline te bieden heeft. Een soort klantenbinding, zeg maar, mensen warm maken voor de sport.
“Vooropgesteld: er zijn voorbeelden genoeg die laten zien dat de combinatie van langebaan en marathon uitstekend werkt. Zaanlander doet niet anders, wij hebben met Ineke Dedden, Imke Vormeer en Elma de Vries ook een paar mooie voorbeelden gehad”, zegt de Fries, voor wie het afgelopen voorjaar serieus ‘peentjes zweten’ is geweest doordat driekwart van zijn succesformatie vertrok om uiteenlopende redenen.
“Je haalt tegenwoordig niet zomaar ergens een paar talentvolle rijdsters vandaan, want de spoeling is erg dun geworden. Als je in een keer Elsemieke (naar Okay-Interfarms, red.), Merel Bosma en Ineke Dedden (beiden gestopt, red.) kwijtraakt vind je normaal gesproken niet direct vergelijkbare krachten. De link met het gewest heeft in dit opzicht goed geholpen. Ik moet eerlijk zeggen: zoals de nieuwelingen het direct hebben opgepakt, verbaast me.” Kooistra noemt Jack de Rijke, de trainer die hoofdcoach Peter Kolder assisteert bij het gewest maar tevens de vrouwen van Puur ICT onder handen neemt. “Hij weet precies wat er rondrijdt in de noordelijke talentploeg, wie welk programma volgt. Zo zijn we aan bijvoorbeeld Veerle gekomen. En deze winter draaien Sylvia de Vries en Jade Groenewoud van het gewest mee.”
De transpondertijd maakte Anna Marit Sybrandi dolblij, de fotofinish vergalde dat plezier echter weer. Want 1 werd 2. Uiteindelijk verscheen er bij de boomlange Friese boerendochter na de Marathon Cup voor de belofte-vrouwen op De Uithof toch een gemeende glimlach op het gezicht. Met de winst voor haar teamgenote Mayke Vriesinga van Boltrics (onderdeel van Team FrySk) viel best te leven. “Ook al had ik graag zelf gewonnen. Héél graag! Dat is me namelijk nog niet overkomen”, zo verpakte ze haar teleurstelling in een paar woorden.
Er zou ook weinig af te dingen zijn geweest op een eerste overwinning voor Sybrandi. Na een weinig opwindende koers met een gesloten peloton begreep iedereen al ver voor de finale dat er een heuse massasprint zat aan te komen. Daarmee kwam er een prachtig wasmachine-effect op gang in het eerste deel van de jagende meute, van eenlingen die geloofden in hun kans en van ploegen die een trein trachtten te formeren. Te midden van dat gewoel schaatste Sybrandi zich het snot voor ogen om zich vooraan te handhaven.
“Ik voerde in de laatste ronden het tempo zo op om te zorgen dat er niemand meer doorheen zou komen”, construeerde ze het verloop van de lange eindgalop die ze in petto had. “Ik wist dat Maayke was gevallen op een ronde of tien van het einde. Maar ook dat ze alweer had weten terug te keren. Ze kan goed sprinten, dus ik dacht: als ze achter me rijdt, moet ik zo hard mogelijk doortrekken en dan zien we wel wie er wint. Het werd zij, op het nippertje. Tja, die transpondertijd zei dat ik won. Het is echter de finishfoto die telt. Ach, het is supermooi dat we als ploeg hier opnieuw winnen, net als verleden jaar.”
Terwijl Sybrandi praatte, luisterde de winnares, zichtbaar in de wolken met de hoofdprijs die ze dankzij haar eigen kunst- en vliegwerk had bemachtigd. Vriesinga combineert de marathon met de langebaan, maar in haar hart heeft ze de keuze reeds gemaakt, als ze haar toekomst inkleurt. “Dit is veel leuker. Toch wil ik beide disciplines voorlopig blijven voortzetten en er zoveel mogelijk van genieten.”
Hopelijk deed de grote baas van Team FrySk dat zaterdagavond ook, na de dubbele triomf. “Ik denk dat Siep heel tevreden zal zijn”, ratelde Sybrandi vrolijk, toen de naam van hoofdcoach Siep Hoekstra werd genoemd. “Die is van zijn camper gevallen bij het schoonmaken van het dak en ligt in de lappenmand. Hij heeft overal pijn, die arme man.”
De 21-jarige Poeldijkse Van Koppen verhuisde een paar jaar geleden vanwege studie van het Westland naar Groningen. Ze kon overstappen van het KNSB Talentteam Zuidwest naar KTT Noord. Op aanraden van De Rijke begon ze – naast het langebaanschema dat ze volgde - mee te trainen met de marathonrijdsters van BDM-BTZ. “Zo ontdekte ik dat ik het erg leuk vond om een teamsport te doen. Samen trainen en wedstrijden rijden en beleven. Ik wilde sowieso wat anders met schaatsen, want ik was m’n hele leven bezig op De Uithof in Den Haag. Het leek me mooi naar het noorden te gaan, voor mijn opleiding (biomedical engineering, het ontwerpen van ziekenhuisappratuur, red.) én om in Thialf te kunnen trainen. Dat is het middelpunt van de schaatssport in Nederland.
“De meiden van BDM trainden vaak mee met de jongens van het KTT. Dat deed ik ook, omdat ik op de langebaan meer van de langere afstanden ben. Het gaf me tegelijkertijd de kans aan te sluiten bij de specifieke marathontraining. Nou, van het een kwam het ander: ik kon in het team van het gewest aan wedstrijden meedoen. Op dat moment was het meer als training voor de langebaan – de Holland Cups – maar het beviel me enorm. Toen Eelco me vroeg voor zijn ploeg, hoefde ik niet lang na te denken. Nu is het eerst de marathon en doe ik langebaan erbij. Per slot van rekening word je daar een betere schaatser van”, aldus Van Koppen die als juniore twee keer op het podium van het NK Marathon stond: als nummer drie bij de B’s en zelfs als kampioene in de A’s. Niet geheel onlogisch; in de jongere jaren bij haar club DIJKV uit Delft groeide ze op met marathonnetjes. “Toen ik in het KTT Zuidwest belandde, stopte dat. Totdat ik naar Groningen verhuisde. Intussen weet ik dat ik meer een groepswezen ben. Het past beter bij me met een team tegen andere teams te strijden dan het steeds met jezelf uit te vechten op een individuele afstand.”
De uitslagen van de Topdivisie vrouwen staat hier, die van de beloftevrouwen hier.