Kroon op mijn werk
“Ik dacht het hoogtepunt van mijn carrière van ijsmeester te hebben bereikt toen ik in 2014 met een aantal collega’s erin slaagde om de ijsbaan voor het NK neer te leggen in het Olympische Stadion van Amsterdam. De kroon op mijn carrière… Totdat ik werd gebeld door Beert Boomsma, de ijsmeester van Thialf. Hij vroeg om een ander pittig klusje in Rotterdam te klaren; het WK shorttrack in Ahoy.”
Machinist
“Beert zocht weer een ‘oude rotter’. Ik begon als ‘machinist’ in 1976, in Groningen. Een pionierstijd, niet te vergelijken met nu. Je had zelfs ontvochtigers. Heel belangrijk bij indoorevenementen zoals in Rotterdam waar in drie dagen tijd tussen de 6 en 8 duizend toeschouwers langskomen. Al die mensen geven vocht af. Vooral bij slecht weer met al die natte jassen. Ook komen er waterdampen van het ijs vrij. Dat vocht moet zo snel mogelijk worden afgevoerd, want anders tast het de ijsvloer aan.”
Taai ijs
“Tussen de wedstrijden en trainingen door lopen er constant vrijwilligers rond met gieters en trekkers, voor de scherpe bochten. IJs dat uitgetrapt is, proberen ze zo weer bij te vullen met water. Zo krijg je vanzelf taaier ijs. Echt shorttrack-ijs. Niet te hard en niet te zacht.”
Zamboni
“En dan heb je nog de dweil met de Zamboni. Dweilen is een combinatie van nieuw water op de baan brengen en ietsje ijs eraf halen. Anders groeit de baan te dik. En de viezigheid moet eraf: stof, maar ook alle alg en andere levende organismen in het water. Dat vuil zakt normaal gesproken naar de bodem, maar bij een ijsbaan is het precies andersom. Het vuil gaat naar de oppervlakte. Dus moet je constant die prut te lijf.”
Computers
“Een ijsmeester is tegenwoordig bijna een IT-manager geworden. Je moet continu opletten met die computers: wat is de luchtbehandeling, de juiste temperatuur van het ijs en hoe koelen we het water op de goede manier en het juiste moment? Daar vecht je echt voor als ijsmeester. Dat betekent goed luisteren naar de feedback van de mensen op het ijs. Die heb je echt nodig.”
De truc
“De truc is met elkaar tot een goede vloer te komen. De meeste schaatsers of shorttrackers zijn zo geconcentreerd, daar hoor je niets van. We horen meer van de trainers en coaches. Vooral als het niet goed is. Ik hoor graag alles, zowel bij goed als slecht ijs. Daar kan ik iets mee.”
Zenuwachtig
“Kijk, het zijn allemaal machines waarmee ik werk en die kunnen stuk. Of de stroom valt uit. Er kan van alles misgaan. Daar kun je vantevoren heel zenuwachtig van worden, maar daar heb ik helemaal geen zin in. Liever denk ik aan welke mooie dingen we kunnen bereiken.”
Kippenvel
“Als ik terugdenk aan die finale in Amsterdam, de huldiging van Sven Kramer en die olympische vlam krijg ik weer kippenvel. Wie weet tot welke prachtige momenten dit WK in Ahoy kan leiden. Wie weet wordt dit klusje in Rotterdam nog veel mooier dan dat we eerder in Amsterdam hebben geklaard. Dat zou toch mooi zijn?”
Lees ook deel 1 & 2 van de serie 'In gesprek met het ijs'
Deel 1: Sjinkie Knegt
Deel 2: Henk Gemser
Dit artikel is mogelijk gemaakt door Ice-World, supplier van de ijsbaan van het KPN WK Shorttrack in Ahoy. Join the ice experience op www.ice-world.com