Ontgoocheld schuift hij om een uur of tien ’s avonds de beschermers om de ijzers van zijn schaatsen. Op het ijs moet het peloton dan nog zo’n twintig keer door de finish, alvorens de veertien man die een ronde voorsprong hebben genomen op de rest zullen uitmaken wie ‘Den Haag’ op zijn naam schrijft. Dat wordt na een lekkere open finale de Belg Bart Swings van Okay-Interfarms, die Tjerk de Boer (Royal A-ware) en Harm Visser (Team Essent) eenvoudig verslaat.
Hoekstra noemt zich mentaal ‘een beetje beschadigd’. In plaats van zich te handhaven in de kopgroep van de overall ranking in de Topdivisie, duikelt hij nu terug. Weg is deze avond het gevoel van luxe, van overschot dat zijn eerste twee marathonweekends heeft gekenmerkt. Het enige waar hij zich maar aan moet vastklampen: volgende week is er een nieuwe kans. En trouwens, die eerste twee plekken in de top-10 zitten in de knip. Dat heeft-ie nooit kunnen bedenken bij de start van zijn twaalfde seizoen.
Hij moet niet te lang treuren. Hoe anders is het de afgelopen jaren geweest; die kenmerkten zich door geploeter in de achterhoede, overleven om te finishen, en dikwijls geweeklaag over die vermaledijde rug van hem. Als je Hoekstra aansprak, hoefde je meestal het antwoord niet af te wachten. De onweersblik op het anders zo vrolijke gezicht vertelde genoeg. Er was die avond weer geen reet aan geweest.
Terwijl Joost de Jong zich in de armen van zijn ploegleider Martin van de Pol stortte, kwam er slechts een woord over zijn lippen. “Eindelijk!” Daarna liet hij zich met zijn bovenlichaam op de boarding vallen om even te beseffen wat er was gebeurd. Hij had z’n eerste marathonzege te pakken, na twee winters jagen. “Wanneer je zo’n periode bij de B’s rijdt, hoop je elke week dat die dag dichterbij komt waarop je als eerste de streep passeert”, stootte hij de woorden uit, tussen het normaliseren van de ademhaling door. “En dan gebeurt het vanavond. Ik heb het zo dikwijls geprobeerd. Elke keer ging het net niet goed. Zo fijn dat het nu allemaal op z’n plek valt…”
Dat befaamde kwartje begon een vijftiental ronden voor het einde zijn kant op te rollen. De Jong, afkomstig uit Berkenwoud, 23 jaar en deel uitmakend van Bouwselect/ De Haan-Westerhoff, nam met Ruben Verkerk (Ormer ICT) de benen nadat een grotere ontsnappingsgroep in de kiem was gesmoord. Met de hulp van twee ploegmaten die zich lieten afzakken om het duo op sleeptouw te nemen, kregen De Jong en Verkerk een ronde voorsprong. “Van dit soort acties moet Joost het hebben, want anders wordt het moeilijk voor hem met al die snelle jongens in het peloton”, wist Van de Pol. “Maar deze sprintjes kan hij wel aan hoor”, doelend op de finale van het tweetal dat vijf ronden een kat-en-muis-spel kon spelen.
“Ik durfde in elk geval op mijn spurt te vertrouwen”, vertelde De Jong. “Vorige week was ik hem de baas in de sprint (hij werd in Alkmaar zevende, Verkerk achtste,red.). Door op 500 meter aan te gaan, wist ik dat ik niet te kloppen zou zijn.”
Er staat een dikke streep onder dat verleden. Sportchaletviehhofen.at is niet meer, de mannen zijn gestopt of uitgewaaierd naar andere ploegen en Hoekstra’s lobbywerk heeft een plek opgeleverd in de nieuwe formatie van Jan Hamers, Team Hamco. Ruben Marinus, Rémon Vos en de eerstgenoemde grondlegger (die door een zwaar trainingsongeluk in de Alpen voorlopig nog revalideert) koppelen plezier aan geestdrift en ambitie, bikkelen om het hardst en slaan als geheel allesbehalve een modderfiguur. Het moet gezegd, met de Wassenaarder van 32 momenteel als de meest in het oog springende figuur. Oké, Den Haag niet meegerekend.
Hoe dan Christiaan? Ik hoorde je vorig jaar alleen maar je rug vervloeken of andere fysieke problemen.
De lach leidt veel antwoorden in. “Laten we vooropstellen dat we als ploeg niets hebben te verliezen en heel veel te winnen. Het seizoen 2023-’24 was by far het minste uit mijn carrière. Op het verkeerde moment niet goed genoeg zijn of niet hersteld van ziekte, het heeft aan van alles gelegen, zowel fysiek als mentaal. Het team is ermee gestopt, en toen heb ik me voorgenomen dat als ik nog een jaar verder wilde gaan, dat absoluut niet in de kantlijn van de sport mocht zijn. Daar ben ik ontzettend ongelukkig van geworden. In maart van dit jaar was ik helemaal klaar met marathonschaatsen. Nou, dat heb ik nog nooit gehad.
“Ik heb wel steeds geweten of gedacht wat de oorzaak kon zijn. Die rug, ja. Ik heb het er thuis veel over gehad met mijn vrouw. Nog een jaar doorrijden, met het risico dat het weer zo’n prutseizoen zou kunnen worden? We zouden een baby krijgen, dus de thuissituatie zou veranderen. Ik heb alle support gekregen van Ninouk. Maar het moest anders. Niet opnieuw altijd door blijven beuken, trainen zonder rust te pakken. En meer rugoefeningen doen, met behulp van een aangeschafte rugtrainer.”
Wat is dat dan?
“Een soort bok die je kuitbenen blokkeert, terwijl aan de voorkant je bovenbenen worden tegengehouden, zodat je met je bovenlijf volledig voorover kunt zakken en weer terug omhoog bewegen. Op dat apparaat ben ik van de zomer drie, vier keer ’s avonds aan de gang gegaan, in plaats van lekker een boekje te lezen of zo. Doe je een paar series van dertig, dan ben je erna goed klaar hoor, kan ik vertellen, hahaha! Daarnaast heb ik mijn trainingen sowieso anders aangepakt dan voorgaande jaren. Veel meer in m’n eentje op pad geweest op de skeelers, om echt die rug alvast wat teisteren, of pijn te doen om daar sterker van te worden. Niet elke dag maar doorgaan, want dat is met een kleintje en een volle werkweek te lastig. Nee, hard trainen heb ik afgewisseld door hard rusten.”
Dan volgt er nóg een verklaring die volgens Hoekstra mede bepaalt waarom hij zo lekker meedraait. Een vast ingrediënt van de schaatstraining zijn de fietsritten, de laatste jaren steevast door hem afgewerkt met behulp van een onlineprogramma. Zijn kennis van trainingsleer, opgedaan in de opleiding tot gymleraar, komt prima van pas. “Ik dacht: waar heb ik baat bij? Kan ik de trainingen wat afstemmen op skeeleren en schaatsen, en daar vooral mijn eigen sausje overheen gooien? Zo is dat een een combinatie geworden van sprongen, rugspiertraining en van veel fietsen op lagere intensiteit, afgewisseld door ritten met hoge intensiteit. En lange duurtraining op de wieltjes.”
Hij schaatst nu twee keer per week (’s maandags De Uithof, donderdags Thialf). Hoekstra probeert zich te houden aan de verhouding 80-20 procent, wat betreft de verdeling tussen hoge en lage intensiteit. “Dat is in mijn leven meer dan voldoende. Ik moet niet meer willen wat de jongens van Royal A-ware, Essent, Reggeborgh doen. Die hebben er veel meer tijd voor en rust omheen. Maar mijn aanpak legt me voorlopig geen windeieren.”
Je was zevende op de Jaap Edenbaan, negende in Alkmaar ….., hoe euforisch wordt een kerel van 32 daar nog van?
“In Amsterdam spoot de euforie uit mijn oren. Kijk, ik heb af en toe oplevingen of heel goede momenten gekend de voorbije seizoenen. Die wil je het liefst wekelijks beleven. We zijn pas drie weken onderweg, laten we daarom niet overdrijven. Ik moet zeggen: ik ben jaren niet zo nerveus geweest voor de eerste marathon als op de Jaap Edenbaan. Kon ik nog mee? Of zou het weer zo’n jaar worden waarin niets wil lukken? Verdorie, volgens mij was dit goede wedstrijd en zeker een prachtige uitslag, schoot door m’n hoofd na de finish. Henk Wind, onze ploegleider stak zijn hand uit om een high-five te geven. Ik sloeg ’m er bijna vanaf, zo blij was ik. Het was de beste seizoenstart die ik ooit heb gehad. En daar moet je dan 32 voor worden, hahaha!”
Moeten de andere mannen van Team Hamco nu in dienst gaan rijden van jou?
“Volgens mij is dat niet nodig. Zoals we de wedstrijden benaderen is het de manier waarop het goed werkt voor ons, omdat we vrij de marathons ingaan. Ik heb een paar keer keer top-10 gereden. Wanneer Ruben Marinus zestiende wordt in de massasprint, is dat evengoed top. En van elke meter die Rémon met een lach op zijn gezicht schaatst na de moeilijke zomer die hij thuis heeft gehad, geniet de gehele ploeg ook. Dus nee, ik denk niet dat het zo moet zijn dat de anderen voor mij zullen rijden. Ik zou die druk ook niet willen. Dat is ook niet de reden dat ik naar deze ploeg ben gestapt.”
Wat wel? Het plezier ervaren van wekelijks een dik uur op je adem trappen. Marathonschaatsen dus. Alleen nu even niet…..