De lokroep van de Weissensee en Lulea blijft speciaal: Rein van Hasselaar (53) kreeg het laatste zetje om zich in te schrijven voor de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee van Dick Nap. Nadat de schaatsspecialist via het vorige verhaal op deze site doorkreeg dat Rein zich daadwerkelijk had ingeschreven, spraken de twee elkaar opnieuw. Rein haalde tips bij de ervaren Nap over de Oostenrijkse tocht van 30 januari aanstaande. “Hij heeft veel ervaring, daar moet ik gebruik van maken”, zegt Van Hasselaar.
Hij kreeg trainingsadviezen, kocht een helm en heeft zijn vertrouwde Viking Nagano’s ingewisseld voor natuurijsschaatsen van Salomon. “Ik heb ze vorige week voor het eerst getest in Utrecht”, aldus Van Hasselaar. “Op de rechte stukken is het leuk, maar bochten kom je er niet mee door. Toch moet ik rijden met die nieuwe schaatsen en als ik mijn Nagano’s meeneem naar de baan, stap ik halverwege over. Een kwestie van volhouden, net als het opdoen van een helm. Dat is wel verstandig.”
Fysiek moest Rein aan de slag om zijn bovenbenen te trainen, was een van de lessen van Nap. Het opvoeren van fitnesstrainingen en veel fietsen. “Liever niet, daar ligt mijn hart niet”, zegt hij. “En daarnaast: ik loop dit weekend 15 kilometer tijdens de Zevenheuvelenloop. Dat combineren met schaatsen gaat moeizaam. Ik heb daardoor afgelopen week ook minder op het ijs gestaan. Na de loop ga ik meer het ijs op.” De combinatie hardlopen met schaatsen is niet voor iedereen weggelegd. “Ik voel tijdens mijn looptrainingen op de Grebbeberg en een viaduct hier in de buurt wel dat ik sterker word.”
Van Hasselaar doet alles op gevoel, vertelde hij in het eerste deel van deze reeks. Nu de voorbereiding op de 200 kilometer begonnen is, doet houvast hem goed. “Een flierefluiter ben ik nog steeds, maar wel ontzettend gemotiveerd. Je begint toch te denken: Als ik zoveel rondjes per uur in Utrecht rijd, hoe lang doe ik er dan over? En dan word ik wel fanatieker en besluit ik dat een paar maandjes fitness erbij helemaal niet verkeerd is. Ik ben geen twintig meer.”
Om zo fit mogelijk aan de start te komen schroefde Van Hasselaar ook de inname van alcohol terug. “Ik dronk niet veel, maar regelmatig een pilsje of een wijntje”, voegt hij toe. “Dick vroeg me: ‘Waarom moet je drinken?’ Ik had geen idee, dus vanaf die dag ben ik gelijk gestopt met drinken.” Voor altijd? “In ieder geval tot en met de Weissensee”, zegt Rein met een lach. “Ik denk dat ik de dertigste, als ik klaar ben, wel een Oostenrijks biertje pak. Eentje, daarna kunnen ze me naar het hotel slepen.”
Waar Van Hasselaar flink wat kilometers in de benen heeft en op schema ligt, moet Yvonne Mens (63) voorlopig geduld opbrengen. Nadat ze Zoeterwoude-Rijndijk vorig jaar verruilde voor Zweden en begin dit jaar meedeed aan de Sea Ice Classic, wil ze de aankomende editie (23 februari 2024) weer starten. Maar zover is het nog niet, is de eerlijke beschouwing van de situatie.
Begin september werd Yvonne voor de tweede keer geopereerd aan een hernia in haar onderrug. De revalidatie neemt veel tijd in beslag en gaat langzamer dan gehoopt. Schema’s om langzaam maar zeker weer in beweging te komen en conditie op te bouwen, hadden niet direct een positief effect “Ik had veel pijn van de oefeningen, dat wilde ik liever niet voelen”, vertelt ze vanuit haar huis in Arjeplog. “Ik loop achter op de schema's. Ongecontroleerde bewegingen moet ik nog niet maken en het is goed uitkijken bij wat ik doe, maar ik heb vertrouwen dat het goed komt. Het kost gewoon tijd.”
Tijd is er voldoende, maar terwijl de winter in Zweeds Lapland zijn intrede heeft gedaan is het nog te vroeg om het ijs op te gaan. “Even een uurtje met de hond naar buiten is prima, maar in deze conditie wil ik geen uren buiten zijn en megaspannende dingen doen.” De langlaufpiste van ruim tweeënhalf kilometer ligt er weer prachtig bij en dat wordt zoals het nu lijkt de eerste activiteit als het lichaam meer inspanning kan verdragen. “Het is iets veiliger dan dat ik het ijs op ga, een mooie manier om buiten te kunnen sporten.”
Naast haar revalidatie geniet ze van de prachtige omgeving, doet ze in huis kleine klusjes en mist ze vrijwel niets van het schaatsen op televisie. “De ijskriebels zijn aanwezig, ook omdat ik al twee weekenden schaatsen kijk via de NOS. Dat is overigens niet makkelijk in het buitenland, ze gooien alle lijnen dicht. Vooralsnog lukt het om alles te kijken en dat inspireert enorm.”
Yvonne moet het voorlopig rustig aan doen, maar dat brengt haar niet van de wijs. “Mijn lijf is nu 63, geen 30 of 20 meer. Ik weet hoe het in elkaar zit en heb als therapeute gewerkt. Alles leuk en aardig, maar ik moet luisteren naar mijn lichaam.” In de revalidatie blijft Lulea dé stip op de horizon, een plek die haar hart bij de vorige deelname al veroverde. “De ligging van de baan in de zuiderhaven is zo krankzinnig mooi”, aldus Yvonne. “Het licht, de skyline van Lulea zelf. Dat is prachtig. Het stadje zelf is niet al te groot en niet heel druk, maar wel heel leuk.”
Als schaatsers uit alle windstreken naar Lulea komen, bruist het stadje. “Los van de marathons is er een hoop rumoer, er gebeurt van alles. Voor een wedstrijd op de Jaap Eden IJsbaan in Amsterdam loopt niet de hele stad uit, in Zweden is dat anders omdat er nog zoveel meer gebeurt. Op zondagochtend gaan jonge gezinnetjes in alle vroegte naar buiten, ook als het tien of vijftien graden vriest. In Nederland blijven we lekker bij de kachel zitten, hier zoekt men de buitenlucht op zodra de zon schijnt. Dan maakt de temperatuur niet uit.”