Klaas Pander
Maar wanneer werd nu de kiem gelegd voor het huidige marathonschaatsen? We moeten daarvoor terug naar de 29ste februari van het schrikkeljaar 1888. Op die dag verscheen in het Haarlems Dagblad een advertentie, waarin de IJsclub voor Haarlem en Omstreken een ’Internationale Afstandsrit op schaatsen voor amateurs’ over 29 kilometer aankondigde.
In 1882 was de Nederlandse Schaats Bond (NSB) opgericht, maar slechts in 1885 en 1887 was het gelukt een enkele wedstrijd te organiseren. Geen wonder dat in 1888 direct werd gereageerd toen de vorst zich aandiende, zij het laat in het seizoen. Gestimuleerd door het succes van een langebaanwedstrijd in Overveen op 28 februari, vooral vanwege de winst van de eigen Klaas Pander, schreef de IJsclub Haarlem voor donderdag 1 maart 1888 een afstandsrit uit tussen Haarlem en Leiden, een afstand van ongeveer 29 kilometer. Een anoniem lid van de IJsclub loofde een gouden, zilveren en bronzen medaille uit.
Om de deelnemers gelijke kansen te geven bepaalde het wedstrijdreglement dat de rijders niet tegelijk, maar met tussenpozen van 5 minuten zouden afrijden van de Prins Hendrikbrug op de Leidsevaart te Haarlem. Daarna was de route als volgt: “Leidschevaart tot aan de waterleiding, alwaar, wegens de wakken, omgereden, afgebonden, of met schaatsen over den weg moet worden gegaan (’klunen’ dus, maar dat woord was toen in Holland nog niet bekend); geheel ter keuze van de rijder. Vervolgens Leidschevaart tot de Marepoort in Leiden. Iedere deelnemer zal den weg alleen moeten afleggen. Het is verboden gebruik te maken van kunstmatige middelen van vervoer. Overtreding wordt bestraft met diskwalificatie”, besloot het reglement dreigend.
Opvallend was het na elkaar van start gaan, een systeem dat op natuurijs voor het eerst pas weer werd toegepast bij de ’proloog’ van de Driedaagse van Ankeveen in 1986.
De dertien deelnemers – allen Hollanders, de Friezen hielden zich toen nog vooral met de kortebaan bezig – vertrokken onder grote belangstelling. De snelste tijd werd uiteindelijk neergezet door de als voorlaatste gestarte Klaas Pander. Op het op vele plaatsen slechte ijs noteerde hij een tijd van 1 uur 6 minuten en 15 seconden. Liefst drie van de voor hem gestarte tegenstanders had de latere leermeester van Jaap Eden onderweg ingehaald. Als tweede eindigde Pim Mulier.
Jammer genoeg is de IJsclub Haarlem niet in staat geweest de wedstrijd een vervolg te geven. Plannen waren er wel. Een jaar later stond de wedstrijd zelfs als ’Internationale Wedstrijd voor Amateurs’ op de kalender, maar een reeks slappe winters voorkwam dat de trekvaart tussen Haarlem en Leiden voldoende dichtvroor.
Ook Pim Mulier bleef er naar streven om naast reguliere wedstrijden over 500, 1500, 5000 en 10000 meter vooral ook afstandswedstrijden te organiseren. “Een afstandsrit, door den Bond uitgeschreven, en goed gecontroleerd, zal zeker succes hebben”, schreef de Haarlemmer in 1894. Op 21 december 1890 had hij de 11 Friese steden op één dag per schaats bezocht en in 1909 gaf hij de aanzet voor de eerste Elfstedentocht.
Haarlem-Leiden is na 1 maart 1888 nog slechts eenmaal gehouden. Zondag 27 december 1981 organiseerden het Haarlems Dagblad en de IJsclub Haarlem gezamenlijk de tweede editie, tussen Heemstede en Voorhout. Dit maal geen wedstrijd, maar een toertocht. Deze schaatsprestatietocht over de Leidsevaart trok 1760 deelnemers.
Huub Snoep is hoofdredacteur van het magazine SchaatsSport