Jumbo-Visma - weliswaar uit twee verschillende ploegen - op de plekken een, twee en drie, na de spetterende marathon van Alkmaar. 1. Harm, Visser, 2. Remo Slotegraaf, 3. Chris Huizinga. Niet eerder vertoond deze winter, waarin het steevast ereplaatsen regende voor de ploeg die algemeen wordt beschouwd als de formatie met het grootste budget. “Weet je hoe frustrerend dat is geweest, om steeds op plek twee of drie te finishen?”, ratelde de blonde Fries die na een adembenemend slot de ban wist te breken.

Hij kwam terecht in een slotfase met een supergevaarlijk drietal van wie Sjoerd den Hertog als mede-sprintkompaan de te kloppen man leek te worden. Slotegraaf nam op twee ronden van het einde afstand van de anderen, wetend dat Visser en Den Hertog (Royal A-ware) elkaar in de smiezen hielden. “Ik zag Remo gaan en wist dat ik hem achterna moest gaan. Als je zo’n sterke ploeg hebt, ben je een beetje aan je stand verplicht te winst te pakken. Al die tweede plaatsen, ik heb er de voorbije maanden slapeloze nachten van gehad, dat mag je gerust weten. Daarom ben ik ook zo gelukkig met deze overwinning. Plus dat ik erin slaagde Remo te passeren.”

Foto: Neeke Smit

Visser verkeerde in de zevende hemel, en dat zou de gemoedstoestand zijn die hem zondagavond tot diep in Duitsland in zijn greep zou houden, op weg naar de Weissensee, het volgende hoofdstuk van het marathonseizoen. “Eerlijk is eerlijk”, zei ook ploegleider Peter de Vries, “het is tot dusver allemaal redelijk magertjes geweest voor ons team. Erg prettig dat-ie nu een keer valt.”

Hij had ’m geknepen tijdens de apotheose. “Ja, wat wil je. Dat er drie man met een pak van Jumbo-Visma rondreden, zei me helemaal niets. Want wij, de marathonjongens, rijden als een losse ploeg. Dat is vanmiddag ook wel duidelijk geworden, denk ik, in het gevecht met die twee langebaners. Iedereen heeft kunnen zien dat we de sport zo goed mogelijk willen verkopen door tégen elkaar te schaatsen. Er ontstond een finale die niemand voor mogelijk hield. Daarin heeft Harm het perfect gedaan. Hij toonde initiatief, wachtte eerst het juiste moment af en deed toen precies wat hij moest doen om de rest achter zich te houden. Was hij blijven zitten, dan zou niemand dat raar of stom hebben gevonden, want sprinters hebben altijd alleen oog voor elkaar. Een meer dan terechte winnaar, zou ik zeggen.”

De uitslagen van de Topdivisie-mannen staat hier.