De hel van '63, zoals de twaalfde Elfstedentocht ook wel bekend staat, werd verreden op slecht ijs vol scheuren en spleten. Ook de weersomstandigheden waren zwaar. Het vroor die dag flink en de straffe noordoostenwind maakte het voor het gevoel nog kouder. Ook was er sprake van stuifsneeuw, terwijl er al een dik pak lag. Van de ruim 10.000 starters haalden 57 wedstrijdrijders en 72 toerrijders de finish in Leeuwarden.
Paping voelde zich die dag prima en besloot er na het stempelen in Bolsward met nog 85 kilometer te rijden vandoor te gaan. Eerder hadden zijn drie medevluchters geprobeerd om hem te lossen tijdens een plaspauze. Solo legde Paping de laatste kilometers naar Harlingen, Franeker, Dokkum en terug naar Leeuwarden af. Na 10 uur en 59 minuten werd hij om half vijf 's middags in Leeuwarden door een grote menigte onthaald. Ruim 58 jaar na dato is Paping nog steeds fit en actief. "Negentig klinkt anders dan zeventig of tachtig; het lijkt alsof je ineens tien jaar ouder wordt", aldus Paping bij de NOS. "Maar ik voel me verder nog goed, hoor, ik ben nog altijd in beweging."
Zijn Elfstedentochtoverwinning maakt ook nog altijd veel los bij voorbijgangers. Mensen stappen van hun (race)fiets af om op de foto te gaan met Paping. "Als ik in Limburg ben, mijn jongere broer woont daar, en ook in Amsterdam zag je de mensen kijken. Ze zien een bekend gezicht en dat ben ik dan! Ja, eeuwige bekendheid door de Elfstedentocht. Ook in de supermarkt als ik boodschappen doe, komen de oudere mensen naar mij toe om een praatje te maken. Ik had een sportzaak (in Zwolle, red.), dus ik was gewend dat de mensen graag bij mij kwamen kletsen."
Houtjes
Paping groeide op in Dedemsvaart in een gezin van negen kinderen. "Ik was een jaar of vijf toen ik houtjes kreeg met van die bandjes. Mijn vader zette mij op het ijs. In de Elfstedentocht reden nog drie broers mee, maar zij deden de toertocht. Zij zijn maar tot Bolsward gekomen, want ze waren niet op tijd en dan mocht je in Franeker niet meer verder." Zijn broers, vader en vrouw Joke wachtten hem op in Leeuwarden. "De wedstrijdrijders moesten binnen twee uur na mijn tijd finishen. Sommigen kwam twee minuten te laat, die waren niet zo blij met mijn tijd. Het gaat toch om dat kruisje."
De natuurijspret van vorige week doet Paping deugd. "Ik vind het voor de jeugd zo jammer dat er haast geen natuurijs is. Of ze moeten telkens naar de kunstijsbaan, maar dat kan niet iedere ouder zich veroorloven. Als het begint te vriezen, ga ik direct naar de ijsbaan, dat is een kwartiertje van mijn huis, en dan ga ik kijken naar de kinderen. Sommigen beginnen net en dan geef ik ze aanwijzingen. Eén van mijn kleinkinderen schaatst ook. Hij heeft een schaatspak met Paping op zijn rug. Hij rijdt wedstrijden, net als ik heb gedaan."
"In de jaren '50 gingen wij naar Noorwegen om wedstrijden te schaatsen, omdat er in Nederland ook niet altijd zo lang natuurijs was. Ik heb nog altijd contact met de jongens uit die tijd. Ik heb zelfs een Europees kampioenschap gereden in het Zweedse Falun. Daar heb ik nog foto's van waarbij ik midden tussen de jeugd handtekeningen uitdeel. Dat was voor de Elfstedentocht van '63. Ik heb veel langebaanwedstrijden gereden en zat de laatste paar jaar ook in de kernploeg. Maar de meeste mensen denken alleen maar aan de Elfstedentocht", lacht Paping.