Komende winter rijdt de dochter van een Braziliaanse moeder (Barbara Pereira) en Hollandse vader (Gert) onder de vlag van het Zuid-Amerikaanse land, waar zo ongeveer iedereen kan voetballen, gek is van carnaval, maar ook waar het woord schaatsen onuitwisbare vraagtekens op de gezichten tovert. Het is deels aan Julia, die de eerste ambassadrice moet worden van de Braziliaanse ijssportfederatie, om de sport aan de andere kant van de wereld een beetje op de kaart te helpen zetten. Ze vindt het een leuk, en eerder opwindend dan spannend avontuur. Tja, wat kan er ook misgaan? Ze moet vooral hard schaatsen, en dat is al iets waar ze al jaren haar energie in stopt.

De verhuisdozen staan nog onuitgepakt in haar net betrokken appartement in Heerenveen. Julia kan ook niet alles tegelijk, nu de grote verandering in haar leven echt vorm krijgt. Ze weet sinds 1 juli dat het officieel is, dat ze straks Brazilië vertegenwoordigt in de World Cups voor junioren, of het wereldkampioenschap. Zelf denkt en droomt ze al verder, van de Olympische Spelen. En als het nog niet lukt om zich te plaatsen voor Milaan, dan volgt er in 2030 een tweede kans. Tot en met die Winterspelen kan Julia, studente laboratoriumtechniek aan een school in Leeuwarden, op de steun rekenen van de bond.

Julia de Vos in actie
Julia de Vos in actie als juniore. | Foto: Nol Terwindt

“Eindelijk kan ik gebruikmaken van mijn Braziliaans paspoort, dat ik heb vanwege mijn moeders afkomst.” Het klinkt, vooral de zucht die hoorbaar is door de telefoon, bijna als een bevrijding. “Drie jaar geleden kwam er plotseling een vraag uit Brazilië, of ik niet voor dat land wilde schaatsen. Ik begreep dat ze me via Instagram op het spoor waren gekomen en hadden uitgevonden dat ik een dubbele nationaliteit had. Maar wat moest ik als 15-jarig meisje? Het was allemaal een beetje spannend, ik kon het me destijds niet zo goed voorstellen”, vertelt De Vos, een sprintster die op het laatste NK voor junioren in Hoorn als negende eindigde. Al filosoferend over haar sportieve toekomst, begon het idee de afgelopen maanden steeds meer vorm te krijgen.

41,26 klokte ze op de 500 meter, 1.23,44 staat als rapste tijd op de dubbele afstand achter haar naam in de boeken. Ze is eerlijk: de concurrentie in Nederland is zo hevig dat kwalificeren voor de grote toernooien bijna onmogelijk blijkt. “Om uit te komen voor Brazilië hoef ik slechts aan tijdslimieten voldoen. Lukt dat, dan sta ik in november aan de start van de eerste wereldbeker in Polen (Zakopane. red.).” De Vos kaartte haar voornemen aan en vond in Freek van der Wart, disciplinemanager Langebaan van de KNSB, een uiterst behulpzame man. “Hij heeft al het papierwerk geregeld dat nodig is voor een overstap. Ik kon ondertussen lekker doortrainen.”

Van der Wart organiseerde voor De Vos via het Center of Excellence een plek in het KTT Talententeam Noord. “Dat hebben de mensen van de Braziliaanse bond direct gezegd: ‘blijf vooral in Nederland trainen, want nergens heb je betere faciliteiten’. Ik ben er blij mee. Bij het KTT onder leiding van Peter Kolder zit ik geweldig. De bond (CBDG, red.) betaalt een groot deel van de kosten en mijn ouders doen ook ontzettend veel voor me. Zonder de kwalificatiedruk die Nederlandse meisjes wel hebben, moet het me lukken me te plaatsen voor de belangrijke wedstrijden. In Brazilië zijn twee andere rijdsters, maar als ik onze tijden vergelijk ben ik de snelste.”

Stralend van plezier.
Stralend van plezier, wachtend op de échte start van het schaatsavontuur in het land dat ze een keer in de twee jaar bezoekt met haar familie. | Foto: Eigen foto

Om de Spelen te bereiken moet De Vos een bepaald puntentotaal bij elkaar schaatsen. “Hoe dat precies in elkaar steekt, zoek ik nog uit. Het zou fantastisch zijn als ik Milaan al kan halen. Ik heb de tijd: de bond heeft me een soort contract gegeven tot en met 2030. Tegelijkertijd is aangegeven dat ze in mij de ambassadrice zien voor het schaatsen. Brazilianen kennen de sport amper, laat staan dat er veel mensen zijn die op de schaats staan. Het land kent wel veel skeeleraars. 'Daarom zou het mooi zijn als je die inlineskaters kunt motiveren te gaan schaatsen. Uiteindelijk willen we met een veel groter team aan de slag’, zeiden ze. Ik vind dat er vertrouwen uit spreekt en zal in elk geval m’n best doen de populariteit van het schaatsen op te schroeven. Daar kan dit artikel misschien ook aan bijdragen. ‘Vraag even of wij dat mogen hebben, dan gooien we het hier de wereld in’, was het verzoek uit Brazilië. Dus bij deze.”