Zo vallen we met de deur in huis. Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wel wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, mondiaal marktleider op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”
Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.
Werkgroepen
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal. Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.
Alkmaar
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”
Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de CV een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energieverbruik kunt terugdringen.”
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energieverbruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”
Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”