Het was het jaar 1993 waarin Jan Kooiman de Alternatieve op de Weissensee op zijn naam schreef. Sindsdien prijkt zijn naam op het befaamde bord, dat zoveel marathonschaatsers bezighoudt. Dat bord met de namen van alle winnaars, daar dacht ook Erik Jan Kooiman aan in de moeilijke momenten van zijn bijna vijftig kilometer lange vlucht. "Dertig kilometer voor de streep stond een man, die riep 'denk aan dat bord, je moet op dat bord'. Dat schoot toen steeds door mijn hoofd. Ik mocht het niet meer weggeven."
Thuis volgden vader Jan en moeder Ineke de ontknoping op de computer. "Ze vonden het enorm spannend natuurlijk. Maar m'n vader vindt het natuurlijk prachtig dat ik nu voor een nieuwe Kooiman heb gezorgd in dat mooie rijtje met winnaars van de Alternatieve. Ja, die was wel trots."
Springplank
Trots mocht de 31-jarige Kooiman zelf ook zijn. Want er was niets gestolen aan zijn overwinning in een Alternatieve die al redelijk snel ontbrandde en meerdere kopgroepen kende. Christoffel Hendriks was één van die vluchters. Solo reed hij lang voor een kopgroep uit, tot een val zijn ritme brak. Kooiman rekende hem persoonlijk in, nadat hij ook was weggereden bij de volgers. "Ik moest op dat punt wel wegrijden. Als ik langer had gewacht, was de verrassing weg geweest. Bovendien kon ik Christoffel Hendriks mooi gebruiken als springplank om een overtuigend gat te slaan."
Op dat moment was er nog iets minder dan vijftig kilometer te gaan. En die afstand, dat is een kolfje naar de hand van de man die het werelduurrecord op zijn naam heeft staan. "Daar heb ik zeker aan gedacht", bekende Kooiman. "Daardoor wist ik dat ik dit kon, maar het verschil was wel dat ik er nu al ruim 150 kilometer op had zitten."
Geen scheur
Maar het was gewoon zo'n dag voor Erik Jan Kooiman. Zo'n dag waarop alles lukt, en alles meezit. Grijnzend: "Je hebt normaal altijd tegenslagen in zo'n race. Maar mij is niets overkomen. Ik heb geen scheurtje gepakt, vloog echt over het ijs heen. Als je zo'n dag hebt, dan weet je dat je het moet afmaken."
Met de waarderende schouderklopjes van zijn rivalen bleek achter de streep maar weer eens wat Kooiman al tijdens zijn laatste rondjes voelde: niemand misgunde de voormalig aardrijkskundedocent dit succes. "Zo voelde ik dat ook. Iedereen moedigde me aan, iedereen leefde mee. Maar op het moment dat het anderhalve ronde voor het einde stiller werd, was dat een slecht teken."
Achtervolging
Dat teken was de komst van Bart Mol. De Noord-Hollander van AB Vakwerk ging vol in de achtervolging, verkleinde het gat van een minuut al rap tot een halve minuut en uiteindelijk zelfs tot zeventien seconden. "Het werd kleiner, maar niet klein genoeg", somberde Mol, die uiteindelijk met een prachtige tweede plek genoegen moest nemen. Die klassering kende hij al. Mol werd eerder al tweede en derde in de Alternatieve. "Daarom wilde ik nu echt winnen, maar Kooiman reed te hard door. Ik kon er niet bij komen."
Al ruim voor de streep vierde Kooiman zijn feestje. "Natuurlijk. Geen idee of ik ooit nog eens zoiets meemaak. Dan ga ik niet wachten tot de laatste honderd meter. Dit was zó genieten." De nasmaak van de gemiste Olympische Spelen spoelde hij zo weg. "Dan moest ik deze maar winnen, daar heb ik onderweg óók al aan gedacht. Misschien heeft het allemaal zo moeten zijn."
Frustreert
Over de impact van zijn zege was Kooiman heel duidelijk. "Krankzinnig", vatte hij dat in één woord samen. "In de vier jaar bij Jillert Anema heb ik geleerd dat ik moet rijden voor de overwinning. Maar op de langebaan is dat met Sven Kramer en Jorrit Bergsma moeilijk. En omdat ik niet heel veel marathons rijd, is het ook daar moeilijk. Dat frustreert weleens, omdat ik eigenlijk nooit het gevoel heb dat ik echt iets kan winnen. Maar deze, déze moest ik daarom wel winnen. Dit is echt prachtig."