Na haar olympische titel leerde Esmee Visser de keerzijde van goud kennen. Ze wilde, nee móest laten zien dat ze meer was dan die eendagsvlieg in Pyeongchang. Waar plezier haar gebracht had tot de top van de olympische berg, werd ineens de drang om te presteren haar drijfveer. Na haar studie Farmaceutische Wetenschappen probeerde ze zich te schikken als fulltime topsportster. Alleen paste dat rusten tussen de zware trainingen door haar niet. “Mijn vriend kwam thuis na een dag hard werken, terwijl ik twee trainingen had afgewerkt en verder geluierd had. Voor mijn gevoel had ik dan niets nuttigs gedaan.”
Het was een periode waarin Visser zichzelf herontdekte. De wens om iets te doen voor de samenleving gecombineerd met de wil zichzelf te ontwikkelen bracht haar naar de arbeidsmarkt. Daarbij was het voor Visser, die als schaatsster van Team FrySk geen vergoeding krijgt, mooi meegenomen dat ze haar sport hierdoor zou kunnen financieren.
“In eerste instantie zocht ik een baan die aansloot bij mijn studie Farmaceutische Wetenschappen. Alleen willen bedrijven graag fulltime medewerkers voor hun onderzoeken. Door de jaren heen ben ik ook erg geïnteresseerd geraakt in gezondheid en sporten voor de jeugd. Daarom heb ik gesolliciteerd bij de GGZ en als beleidsmedewerker sport en bewegen. Ik heb leuke gesprekken gevoerd, maar elke keer liep het stuk. Of ik had niet genoeg ervaring in het schrijven van beleidsstukken of ik was te hoog geschoold. Totdat ik in gesprek raakte met een van onze sponsoren, Bureau Schmidt.”
Visser duikt dus niet het lab in, maar mag zich Junior Omgevingsmanager & Adviseur Duurzaamheid noemen in een bedrijf vol ingenieurs en adviseurs. Maar wat houdt dat precies in? “Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf ook geen idee had wat omgevingsmanager inhoudt”, lacht Visser. “Zij vonden de functie wel bij mij passen, dus ik ben zelf gaan googelen wat het precies betekent.”
“De omgevingsmanager brengt alle stakeholders van een project in kaart, communiceert met ze en zorgt ervoor dat aan de planning wordt vastgehouden. Aannemers zijn gefocust op hun project, willen hun bouwwerkzaamheden doen en de randzaken daaromheen regelt de omgevingsmanager. Ik moet kunnen begrijpen waar de aannemers mee bezig zijn en dat in normale mensentaal overbrengen aan de omgeving.” Daarnaast geeft de 28-jarige advies op het gebied van duurzaamheid, zodat bijvoorbeeld de Provincie Groningen haar beleid omtrent elektrisch materiaal daarop aan kan passen.
Visser werkt twintig uur in de week voor Bureau Schmidt, waarvan twee dagen op kantoor in Leeuwarden. “Ik heb die werksfeer gemist. In de topsport trek je dag en nacht met je eigen team op. Je krijgt daarbij niet mee hoe het er in een normaal bedrijf eraan toe gaat. Het is interessant om te zien hoe er wordt samengewerkt en hoe er tijd is voor een grapje. Iedereen heeft het ook superdruk in het bedrijfsleven, maar de topsportmentaliteit gaat nog iets verder. Vanuit mijn mindset wil ik efficiënt werken en het beste resultaat afleveren. In het begin lukte dat soms niet en dan voelde ik me een beetje nutteloos. Grappig om te zien hoe ik daarin misschien wel doorgeslagen ben.”
Hoewel Visser nog moet wennen aan haar baan, voelt ze al de voldoening. “Aan het eind van de dag heb ik echt het idee dat ik veel gedaan heb. Ik verveel me niet meer tussen de trainingen door. Bovendien kijk ik er echt naar uit om naar kantoor te gaan.” Niet alleen maatschappelijk ontwikkelt Visser zich, ze plukt er ook de vruchten van tijdens haar trainingen. Ze kan meer genieten van haar sport en voelt zich een completer mens. “Ik zit lekker in mijn vel, de trainingen gaan lekker en ik krijg weer zelfvertrouwen. Ik heb zin om me ook op het ijs weer te ontwikkelen en mezelf te verrassen.”
Jarenlang probeerde Visser te leven als doorsnee-topsporter, maar dat paste haar niet. “Ik had graag gewild dat eat, sleep, train, repeat voor mij zou werken en ik geen drang had iets ernaast te doen. In mijn eerste jaar bij TalentNED dacht ik dat ik na mijn studie mij beter op de topsport zou kunnen focussen en ik vooruitgang zou boeken. Dat bleek niet te werken, ik moest een andere weg kiezen.”
“Laatst zei iemand tegen mij: ‘Ik vind het dapper dat je deze keuze maakt en naast het schaatsen werkt.’ Zo zag ik het zelf eerst niet. In de topsport word je afgeraden om te studeren en te werken, want je goed moet rusten. Het anders doen dan alle andere topsporters is dan wel een ding. In dat opzicht is het dapper”, erkent ze.
Het levensgeluk van Visser is niet meer afhankelijk van haar prestaties op het ijs. Ze is meer waard dan een 4.08 op de drie kilometer of een zevende plaats. “In de periode dat ik niet goed reed, vond ik mezelf niets toevoegen. Ik mocht er niet zijn als ik slecht presteerde. Dat klopte natuurlijk niet, maar zo zag ik het wel. Omdat ik nu ernaast werk krijg ik vanuit mezelf op een andere manier erkenning voor wat ik doe. Ik ben meer dan Esmee de schaatsster en kan me nu als mens ontwikkelen.”
De schaatsster doet geen uitspraken over welke ambities ze heeft op het ijs. “Die prestatiedoelen maken me heel ongelukkig. Het gevoel van falen kan ik mezelf niet meer aandoen. Dat betekent niet dat ik het schaatsen er nu even bij doe en we zien wel. Ik wil veel laten zien en geloof erin dat mijn prestaties verbeteren omdat ik de optimale omgeving voor mezelf gecreëerd heb. Het borrelt weer.”