Volgende afspraak in Hamar, over een kleine twee weken. Daar ligt het échte goud op haar te wachten. De route erheen verloopt de jongste weken als in een droom. Verlost van alle fysieke malheur is er hard gewerkt aan de vorm, die Kok tot haar grote voldoening voortdurend heeft kunnen tonen in de toernooien sinds het einde van 2024. Overal heeft ze gewonnen, en zo enorm veel zelfvertrouwen getankt. Thialf is veel het decor geweest van de sprintduels. Wat is opgevallen dat er niemand zich als een serieuze bedreiging heeft aangediend die het vuur aan haar schenen heeft gelegd. Op het EK was de marge met Kaja Ziomek-Nogal het kleinst: 0,12 seconde. Zondag kon Erin Jackson redelijk in de buurt bijven, met 37,43. Daarachter zat Ziomek-Nogal die de klok liet stoppen na 37,73.
"Zij wordt de gevaarlijkste tegenstandster", zo schatte Kok in. "Erin begint langzamerhand haar oude sprints weer te laten zien, en dan moet ik oppassen. Het zal spannend worden, ook met de concurrentie van Miho Takagi. Zelf wil ik over een kleine twee weken nog wat beter te openen en een snellere ronde te kunnen schaatsen. Wat het voornaamst is: fris worden en weer wat scherper", verklaarde Kok.
Hopelijk is het ook goud dat in Hamar blinkt voor teamgenoot Jenning de Boo. Hij hoopte zijn derde sprintgoud te bemachtigen op de slotdag in Thialf; het werd helaas een bronzen plak, voornamelijk veroorzaakt door een matige start van zijn 500 meter waarvan het effect na de eerste honderd meter goed zichtbaar werd (9,80 en 34,52). "En dat terwijl ik de afgelopen weken juist heel erg vooruit ben gegaan op dit vlak. Mijn opening is beslist beter geworden. Vandaag stond ik niet helemaal stil, al kreeg Marek Kania de valse start. Daar moeten we nog even naar kijken. Misschien kan ik iets anders, iets steviger aan de startlijn staan, met wat meer vertrouwen. Voor de rest zal ik weinig meer veranderen aan mijn recept van de sprint, richting wereldkampioenschap", aldus De Boo, die blij was een week van relatieve rust tegemoet te gaan.
De uitslag staat hier