Dat laatste is misschien wat te optimistisch gesteld, zo blijkt al snel uit het verhaal dat ze in alle hectiek rond de finish afsteekt. Twee flinke hersenschuddingen – de een opgelopen bij het mountainbiken in juli 2023, de ander de voorbije zomer met skeeleren – hebben diepe sporen nagelaten. Hoofdpijn is niet aan de orde van de dag, maar de rijdster van VGR-Vreugdenhil wordt er regelmatig mee geconfronteerd. Het hindert haar studie aan de TU van Delft (marine technologie) soms, en rondom de wedstrijden merkt ze nog altijd dat het herstel niet optimaal is. “Vandaag had ik daar geen last van, want ik kon de hele race blijven doorgaan, dus dat is mooi.”
Dat is nodig geweest ook, omdat ze zich met haar offensieve manier van schaatsen al vroeg in de wedstrijd niet meer heeft kunnen bedwingen. Vier ronden van vijf kilometer zijn er verreden en de speaker van dienst meldt dat ‘Femke Mossinkoff is gevlogen’. Nog acht passages van de finish liggen er in het verschiet, dat betekent veertig kilometer. Een meevaller bij zo’n waagstuk is het aansluiten van Judith Krabbenborg (OCRE), niet veel later. Het kopwerk kan zo eerlijk worden verdeeld, al blijkt rap dat met name Femke de arbeid niet schuwt. Weer twintig kilometer verder moet ze trouwens alleen door: ter hoogte van de bevoorradingspost gaat Krabbenborg onderuit in een scheur en moet ze haar metgezellin laten gaan.
Het deert Mossinkoff niet. Tom den Heijer, haar vriend die tijdens de finale aan de warming-up bezig, is dan al overtuigd van het nakende succes. “Een minuut 35 voorsprong? Oh, dan haalt ze dat wel”, zegt hij zelfverzekerd. Dat gebeurt ook. Mossinkoff tuft vrolijk haar rondjes weg, nauwelijks iets van de voorsprong verliezend. “Wanneer ik in een tempo kan blijven schaatsen gaat het lekker, dan kan ik niet veel harder maar ook niet veel trager. En ik heb meer aan de leiding gereden dan Judith, dus vanuit dat oogpunt was het ook niet erg.”
Een georganiseerde achtervolging is nooit op gang gekomen. Puur ICT-BTZ geeft geen thuis, Team Albert Heijn Zaanlander is slechts vertegenwoordigd door Bente Kerkhoff en Maaike Verweij en dus niet op volle oorlogssterkte, en wat mogelijk het belangrijkst is in deze openingsklassieker van het vierluik: de kracht van VGR-Vreugdenhil in de breedte. Storen en smoren luidt het devies vanaf het moment dat Mossinkoff de benen heeft genomen. Tessa Snoek (die als derde zal eindigen, achter Esther Kiel), Loesanne van der Geest en Brit Qualm schaatsen de concurrentie zoveel mogelijk in de weg, en als er al iemand een demarrage plaatst, schuift een van de drie onmiddellijk mee.
“Ik denk dat we niet veel vriendinnen hebben gemaakt”, merkt een uitbundige Snoek op. “We heus ons werk op kop van het peloton gedaan, maar wel heel traag om het gat zo groot mogelijk te houden, hahaha. Er zijn trouwens niet veel ploegen geweest die echt wat hebben willen proberen. Prachtig dat het zo afloopt, en geweldig dat uitgerekend Femke hier vandaag wint. Een aanvalster eerste klas. We weten hoe moeilijk ze het heeft gehad door die hersenschuddingen, hoe ze voortdurend keuzes heeft moeten maken van wel of niet meedoen aan de wedstrijd, trainingen, noem maar op. Ik ben ontzettend trots op haar.”
Niets te veel gezegd. Dat kan Femke zelf overigens ook zijn. Berentrots, na zo’n imponerende coup.
De uitslag van de Aart Koopmans Memorial staat hier.