“Ik hoop dat Arjan Mombarg elk jaar zo’n wedstrijd gaat organiseren,” zei Frank Fiers, die tien maanden geleden met wedstrijdskaten is gestopt, maar nog wel drie à vier keer per week traint. Hij genoot van de reünie met voormalige helden.
Fiers: “De snelheid verdwijnt snel als je niet meer koerst. Ik heb nog een paar keer meegetraind met de marathonschaatsploeg Team Brabant, maar dat was veel te intensief.”
Philippe Boulard traint niet meer: “Ik fiets alleen nog naar mijn werk, zeventien kilometer heen en terug.” Boulards laatste wedstrijd was in 2009 de marathon in New York, waar hij vijfde werd. Hij won de edities van 2007 en 2008.
Er was een kopgroep van vier, met daarin ook Erik-Jan Spijkerman en Edward Hagen, die derde en vierde werden. De leidende groep ontstond na één van de tussensprints. “Eigenlijk was het meer een afvalkoers,” vond Fiers.
Spijkerman, 29 pas, stopte vijf jaar geleden met skaten, maar doet nu aan lopen, fietsen en zwemmen. “Ik had er op die leeftijd al een hele skeelercarrière opzitten. Op mijn vijftiende reed ik al baanwedstrijden bij de A-rijders,” aldus Spijkerman.
Edward Hagen staat nog wel geregeld op skates. “Ik train nog met de club in Zwanenburg. Ik heb nog wel een licentie bij de veteranen, maar ik kom niet meer aan wedstrijden toe,” aldus de Nederlands marathonkampioen op skates van 1998, die ooit successen vierde in skeelerklassiekers en op natuurijs.
In het peloton gingen ook Gretha Smit en Jenita-Hulzebosch Smit van start. Jenita, de tweevoudig wereldkampioene van 1992, finishte tussen de mannen knap als dertiende. Gretha, die in 2002 op de schaats Olympisch zilver behaalde op de vijf kilometer, eindigde wat verder achterin het peloton. “Ik doe niks meer aan sport, ik leef nu zo anders,” aldus de veelvoudig kampioene op skates, die een volle werkweek draait in de Freewheel-skeelerzaak in Vorden.
Haico Bouma verscheen in zijn oranje WK-pak van 1992. Op dat WK in Rome, het eerste WK dat open was voor skeelers, behaalde Bouma op de marathon zilver achter wereldkampioen Erik Hulzebosch. Bouma is nog geen grammetje aangekomen, maar traint tegenwoordig niet meer. “Ik fietste nog, maar vorig jaar heb ik bij een val van alles gebroken, en sindsdien ben ik er niet meer toe gekomen,” aldus Bouma, in de jaren negentig ook uurrecordhouder op skeelers.
Erik Hulzebosch ging in de koers in Vorden voortvarend van start door alleen weg te rijden. Toen de koers echt op gang kwam moest de klassiekerkoning van weleer en de nummer twee van de Elfstedentocht in 1997 voorrang geven aan rijders die de wedstrijdsport nog niet zo lang geleden vaarwel hebben gezegd. Andres Landman, die successen kende in natuurijsklassiekers, was ook voorin te zien.
Bert Verduin, derde in de Elfstedentocht van ’97 en nog altijd met afgetraind uiterlijk, kwam er na een paar ronden rammelen over de klinkers achter dat zijn boutjes los zaten: “Slechte voorbereiding.” Hij schroefde de boutjes vast en reed daarna de rest van de koers op een paar ronden achterstand uit.
1. Frank Fiers, 2. Philippe Boulard, 3. Erik-Jan Spijkerman, 4. Edward Hagen, 5. Henry Visscher, 6. Arjan Mombarg, 7. Hans van de Wetering, 8. Albert Bakker, 9. Henry Koers, 10. Niels Groot, 11. Erik Tange, 12. René Altena, 13. Jenita Hulzebosch-Smit.