Van der Warts vriendin, Mayon Kuipers, streed mee om de titels en de WK-tickets. “Zo’n NK is lastig. Ik was bijna nog zenuwachtiger dan als ik zelf moet rijden. Bij mijn eigen ritten heb ik de controle, maar bij Mayon kan ik er helemaal niets aan doen.”

Een shorttracker en langebaanschaatsster, dat gaat prima samen. “We zijn met zijn tweeën bezig om zo goed mogelijk te worden. Daarin ondersteunen we elkaar”, vertelt Van der Wart (27).

De shorttracker heeft best wel wat kijk op het langebaanschaatsen en kan dus zijn vriendin af en toe ondersteunen met tips. “Ik heb zelf vroeger ook gelangebaand en ik praat met heel veel jongens, die ik daar nog van ken.”

“We hebben het dus wel over technische dingen en waarom sommige mensen hard rijden en anderen niet. Ik vind het interessant hoe ze in andere sporten zich voorbereiden en trainen, met name het langebaanschaatsen omdat het toch veel met onze sport te maken heeft. Waardoor rijden mensen hard? Wat zijn de trainingsmethoden?”

Van der Wart haalt ook voor zichzelf elementen uit het langebaanschaatsen. “Ik ben een sprinter met een slechte start en dan zijn de 100 meters van de langebaners heel interessant. Hoe zou ik het beter kunnen doen?”

Na zijn zenuwen om zijn vriendin bij de NK Afstanden, is het komend weekend andersom. Dan kan Kuipers op haar nagels bijten op de tribune bij het KPN NK Shorttrack. Van der Wart wil het daar Sjinkie Knegt zo lastig mogelijk maken. “Hij is de te kloppen man, maar ik ga hem niet zomaar de titel laten winnen. Ik ga er alles aan doen om hem te verslaan.”

Dat zal niet eenvoudig worden, want het NK is een bijzonder lastig toernooi. Lastiger bijna dan een internationale wedstrijd. Niet omdat de tegenstand nu zo groot is, maar omdat de rijders elkaar door en door kennen. “Het is heel moeilijk om tegen elkaar te rijden omdat we elkaar elke dag, elke training proberen te prikkelen.”

“Ik probeer wat, Sjinkie probeert wat, Daan probeert wat. Daar houden we elkaar alert mee. Zo worden we als team beter”, legt Van der Wart uit. Het nadeel is dat ze daardoor geen geheimen meer voor elkaar hebben. Een verrassingsaanval is bijna niet mogelijk. Terwijl dat in het shorttrack juist zo’n belangrijke tactiek is.

Bij internationale wedstrijden weet Van der Wart redelijk wat hij kan verwachten, maar dan toch vooral op grote lijnen. Hij kent de patronen van zijn tegenstanders, kent ze niet zoals hij Knegt, Daan Breeuwsma en de andere Oranjeschaatsers kent.

Dat maakt het tactisch ingewikkeld, maar ook mentaal is het niet gemakkelijk om tegen je ploegmaats, tegen je vrienden, te rijden. “Bij een internationale wedstrijd wil je je tegenstanders opvreten, maar met een NK is dat toch minder.”

Soms gebeurt dat zelfs op een internationaal podium, herinnert Van der Wart zich. Hij kwam vorig jaar op het EK in Dordrecht in de halve finale 1000 meter terecht en moest het daar opnemen tegen Breeuwsma, Knegt en Israëliër Vlad Bykanov, die een vaste trainingsmaat is van de Nederlanders.

“Dat was een van de moeilijkste ritten die ik ooit heb gereden. Je wil met elkaar in de finale om de medailles strijden, maar we zaten al voor de halve finale in de kleedkamer en Jeroen Otter las de opstelling rit voor. Dan kijk je om je heen: twee van de vier gaan de finale niet halen. Ik wilde het heel graag, de finale halen, maar ik gunde het de anderen ook.”

Dat gevoel zal, in mindere mate, ook tijdens het NK opspelen. “Bij het EK gaat het erom, dan komt die killermentaliteit uiteindelijk wel, maar het blijft moeilijk om tegen je ploeggenoten te rijden.”

Op het NK staat voor Van der Wart relatief weinig druk. “Ik ben al gekwalificeerd voor het EK, net als Sjinkie. Daarom ga ik er relaxt naartoe. Ik wil heel graag winnen, maar vooral het goede gevoel vinden. Ik wil weer scherp worden in mijn ritten, mijn fouten reduceren.”

Dat deed Van der Wart tot nu toe dit seizoen te weinig, vindt hij. “Ik ben tevreden over de manier waarop ik schaats, maar nog niet met mijn uitslagen”, zegt hij. Op zich een vreemde uitspraak, want zijn uitslagen zijn beter dan ooit. “Ik vind niet dat ik er voldoende uit haal.”

Te vaak maakte hij foutjes, liet hij steken vallen. Op belangrijke momenten komt hij ten val, maakt een tactische fout of verslikt zich op een andere manier. Dat moet hij onder controle krijgen voor de grote toernooien. Als hem dat lukt, dan kan hij best wat laten zien, denkt Van der Wart.

“Het kan heel ver reiken. Bij de World Cup in Nagoya had ik al het gevoel de finale te kunnen winnen”, vertelt hij. Al liet hij daar te veel ruimte voor Charles Hamelin en verspeelde zijn positie. “Weer een klein foutje, maar ik had wel het gevoel dat ik daar mee kon. Dat gevoel zoek ik vaker en ik denk dat het wel wat leuks op kan leveren.”