Oké, er viel geen goud voor Oranje te bejubelen; met zes medailles in zilver of brons en nog een handvol meer dan degelijke prestaties in de breedte werd dat gemis keurig gecompenseerd, op alle terreinen.
De uitschieter? Daar stond de jongste telg van de schaatsfamilie voor garant, Angel Daleman. Wat ze deed, kon niet, volgens de reguliere wetten van de sport. Het meisje van zeventien dat zichzelf voortstuwt op enthousiasme en een overgrote dosis talent, bleek nu al rijp voor het podium van de 1500 meter. Daar stapte ze, ietwat onwennig en zichtbaar overweldigd door dit succes, naar voren om haar plak in ontvangst te nemen. Met 1.55,41 had ze in haar rit Marijke Groenewoud van zich afgehouden (1.55.53), op dat ogenblik nog goed voor de toppositie in het tussenklassement. Een gouden sprookje zat er niet in, door toedoen van de Japanse Miho Takagi (1.55,07) en Joy Beune (1.55,19) voor wie het zilver de vierde prijs in vier wedstrijddagen World Cup dit seizoen betekende.
“Ik weet ook niet hoe ik dit nu weer heb geflikt”, moest ze bekennen, struikelend over haar woorden, omdat ze haast had op zoek te gaan naar moeder Bellina en vader Emile die met een groot deel van de familie op kosten van een sponsor waren ingevlogen. “Dit stadion is zo f*#$g groot, ik heb geen idee waar ik zo meteen heen moet.” En nee, Angel kon evenmin verklaren hoe ze tot deze stunt was gekomen. “Het gebeurde gewoon. Natuurlijk besefte ik dankzij de vierde plaats vorige week in Nagano op de 1000 meter dat ik aardig dicht in de buurt was van een podiumplek. Maar toen ik vandaag over de finish gleed, dacht ik alleen: Oh, ik rijd weer een persoonlijk record. Daar was ik erg blij mee. Het kon niet beter, dacht ik.”
Dus wel. Waar ze in Nagano een mogelijk gouden medaille was misgelopen op de mixed gender relay, omdat schaatspartner Wesly Dijs vergat tijdig af te lossen, bungelde er nu een gewicht van bijna een kilo edelmetaal om haar nek. “Hoe ik het deed? Dat kan ik je niet zeggen, het was een kwestie van lekker blijven rijden en fel zijn onderweg. Men zegt vaak dat de 1500 meter zo moeilijk is, maar ik voel me meestal wel op m’n gemak wanneer ik deze afstand doe. Ik start en zie wel waar ik eindig. Weet je, ik maak er niet zo’n groot ding van, je moet gewoon schaatsen. Het is een gevoel dat je moet hebben voor de 1500 die ik al best lang rijd. Volgens mij was ik negen toen ik voor het eerst dit onderdeel probeerde. Dat ging heus niet hard hoor, het voelde bijna als een marathon, zo lang was het naar mijn idee…”
Voor de liefhebbers: Daleman waagde zich op 21 februari 2016 op De Uithof in Den Haag aan de schaatsmijl. Ze finishte na 2.47,85 in het veld van pupillen en junioren C, als toen nog achtjarige.
De gestage groei. Daarvoor switchen we van Daleman naar Suzanne Schulting: het lijkt een fikse stap, maar de link ligt voor de hand. Het duo shorttrackt graag, maar verkiest deze periode de lange ijzers onder te binden. Schulting (27) concentreert zich ook op de langebaan, omdat een enkel na een breuk bij het shorttracken te pijnlijk blijft voor de discipline op de korte piste. Het uitstapje naar de andere scene bevalt haar buitengewoon goed, niet in de laatste plaats omdat de resultaten een voortdurend stijgende lijn vertonen. Nagenoeg elke 500 meter in wedstrijdverband sinds de start van het seizoen is sneller geweest dan de vorige; in China brak ze vrijdag door de barrière van 38 seconden: 37,98. Ze lachte uitbundig, genoot intens van de nieuwste mijlpaal op haar ontdekkingstocht die ze het liefst wil voortzetten tot op de Winterspelen van Milaan.
Ze heeft er alle reden toe, na de heerlijke explosie van kracht en snelheid in de Ice Ribbon. Schulting opende sneller dan bij alle voorgaande ritten (10,54), reed een volle ronde van 27,44 en zette de klok stil op iets minder dan 38 tellen. “Bijna alles liep goed”, constateerde ze blij. “Op de laatste honderd meter verloor ik wat snelheid. Maar die opening…, ongelooflijk. De beste hiervoor was 10,6, dus ik zei tegen een ploeggenoot: dan gaan we vandaag voor die 10,5. Dat het lukte, is echt leuk. Ik moet ook rapper openen, wil ik betere tijden schaatsen, hè.”
Met de week verbeteren, dat was het plan bij de aftrap en daar slaagt ze wonderwel in. “Je kunt het moeilijk plannen. In mijn hoofd was het toch een beetje de lijn van mijn verwachting. Dit biedt veel hoop en perspectief”, oordeelde ze, de koningin van Beijing twee jaar geleden (twee keer goud met shorttrack, red.). “Dat is ook gaaf, om hier terug te zijn, al is het op een andere plaats. Onbewust neem je de vibes van toen weer tot je, wanneer je bijvoorbeeld op de fiets langs verschillende locaties komt, zoals het Vogelnest, het stadion waar de openingsceremonie was. Die herinneringen zijn ook mooi.”
Ze doen haar niet expliciet verlangen naar haar hoofdsport. “Ik voel me sowieso erg op m’n gemak in de ploeg van Essent. Het heeft daarnaast niet zoveel zin om shorttrack te missen, aangezien dat alleen maar tegenwerkt en tegenzit. Daarom probeer ik des te meer dit proces te omarmen en te genieten van hetgeen waar ik nu mee bezig ben. Dat motiveert enorm en maakt me supergelukkig. Goed, het is een moeilijk traject, omdat ik me op onbekend terrein begeef. Dat is tegelijkertijd een uitdaging die ik graag met beide handen aangrijp. Het is heerlijk jezelf te ontwikkelen en te zien dat je dagelijks vooruitgaat.”