Het seizoen is pas net gestart, maar Ivanie Blondin heeft al haar vijftiende, zestiende en zeventiende nationale titel gewonnen. Al meer dan twintig jaar beheerst het schaatsen haar leven. Om zowel mentaal als fysiek fris te blijven, besloot ze zich in het voorjaar aan te sluiten bij een professioneel wielerteam.
Het zaadje was na de Spelen geplant door haar ploeggenoot Connor Howe. Hij fietste veel in de zomer en zag de potentie van Blondin. Hij daagde haar uit mee te doen aan het Canadees kampioenschap wielrennen op de weg, waar ze een knappe negende plaats behaalde. Met de derde plek tijdens de Grand Prix van Vancouver – achter Alison Jackson, winnares van Parijs-Roubaix, en Kendall Ryan – op haar cv, klopte ze aan bij verschillende ploegen. Ze kwam terecht bij Goldman Sachs ETFs en behaalde daar als sprintster meerdere podiumplekken.
“De gehele zomer was ik met het team op pad, volledig gefocust op het wielrennen”, vertelt Blondin. “Alles was nieuw, spannend en heel leuk. Mentaal was het goed om even weg te zijn bij het schaatsen en te werken met een ander team. Ik stapte daardoor met hernieuwde energie het ijs op. Ik hoop de ontspannen mindset van het fietsen mee te nemen naar de winter. Al moet ik zeggen dat ik sinds de Spelen van Beijing, waar ik goud en zilver won, minder druk ervaar. Op dit moment in mijn carrière geniet ik van elk moment. Ik heb bereikt wat ik wilde.”
“Vorig jaar maakte ik een vergelijkbare uitstap naar het shorttracken. In de jeugd ben ik begonnen als shorttrackster en later reed ik bij de nationale trainingsselectie in Montréal. Wegens politieke redenen ben ik gestopt en met een slecht gevoel moest ik dat boek sluiten. Omdat ik graag mijn verhaal wilde herschrijven, heb ik vorige winter meegedaan aan het Canadees kampioenschap shorttrack. Zonder verwachtingen en met slechts zestien trainingen stond ik aan de start. Ik wilde lekker genieten van de sport. Ergens had ik de ambitie om in 2026 op de Spelen te staan als langebaanschaatsster en shorttrackster, maar dat bleek niet realistisch. Als je het niet probeert, kom je er niet achter. Ik eindigde als twaalfde in het eindklassement. Niet slecht met zo weinig voorbereiding en zulke sterke Canadese rijdsters. Ik zie shorttracken als langebanen onder een microscoop, want met technische fouten kom je niet weg. In dat opzicht heeft het me ook zeker geholpen.”
Dat genieten en die voldoening heeft Blondin niet haar hele carrière gekend. Na de Spelen van 2018 kwam ze thuis met het gevoel dat ze gefaald had. Ze was gevallen op de mass start en zag zichzelf als verantwoordelijke voor het missen van het podium op de ploegenachtervolging. Ze belandde in een depressie. “Ik dacht dat iedereen mij veroordeelde omdat ik geen medailles mee naar huis had genomen.”
In die zwarte dagen was ze op zoek naar kleine momenten die haar wel geluk konden brengen. Of beter gezegd: dieren. “Een vriend wees me op een sint-bernard van ruim zeventig kilo, die een tijdelijke opvangplek zocht. Hij had gedragsproblemen en was heel angstig. Sommige mensen zouden ons voor gek verklaren om zo’n groot beest met gedragsproblemen in huis te nemen, terwijl we al een sint-bernard van zestig kilo hadden. Maar ik was klaar voor de uitdaging. Ik kreeg er zoveel voor terug. Binnen drie maanden vonden we een nieuwe baas voor hem. Daarna hebben we puppy’s opgevangen en een hond met een waterhoofd. Eerst kon hij nauwelijks op zijn pootjes staan, maar vlak voordat hij wegging bij ons kon hij weer rennen en spelen met andere honden.”
De Canadese schaatsster bloeide weer op. Door de dieren van hun problemen af te helpen, verdwenen ook de problemen in haar hoofd. “Ik krijg zoveel positieve energie van het helpen van andere levende wezens. Als ik thuiskom na een wedstrijd, zijn ze altijd enthousiast. Het maakt ze niet uit hoe goed ik gereden heb. They don’t give a shit about the performance.”
Naast het opvangen van dieren in nood met haar man Konrád Nagy, oud-langebaanschaatser voor Hongarije, heeft het koppel zelf ook twee dieren: de eerdergenoemde sint-bernard Brooke en de 14-jarige papegaai Gizmo. “Ik vind het geweldig om me te omringen met dieren. Het wandelen met honden is voor mij een soort meditatie. Bijna elke dag loop ik twee uur buiten, een keer tussen de trainingen door en een uur in de avond. Het is mijn moment om mijn brein even uit te zetten en te genieten. Bovendien kan ik iets teruggeven aan de samenleving door dieren op te vangen. Vooral de lastige cases dagen mij uit, met dieren die mentaal gebroken zijn of fysieke beperkingen hebben. Het geeft mij zoveel voldoening om ze te helpen. Die liefde voor dieren en het geduld met ze heb ik altijd gehad”, vertelt de afgestudeerd dierenartstechnicus. “Al voel ik me soms wel schuldig wanneer ik lange tijd van huis ben en Konnie op ze moet passen.”
Voor Blondin is het duidelijk dat de Winterspelen van 2026 haar laatste zijn. “Dat moeten mijn vierde worden. Ik ben nu 34 en we willen graag een gezinnetje in de toekomst. Maar misschien ga ik na de Spelen nog een jaartje door.” Inmiddels is ze zich al aan het oriënteren op het leven erna. Ze wil altijd dieren blijven helpen, maar kijkt ook verder. “Ik geniet ervan mijn ervaringen op de ijsbaan door te geven aan de jongere generatie. Misschien ga ik wel de marketingkant op, daarover ben ik al in gesprek met de nationale bond en de ISU.” Maar eerst zelf schitteren op het ijs, want in Milaan heeft ze absoluut de ambitie om eremetaal binnen te hengelen.