Gioya Lancee kan veel, maar ze durft nog niet te zegen wat ze de komende dagen kan uitrichten op de Weissensee. Ze rijdt pas sinds oktober 2023 in het marathoncircus, en al heeft ze reeds vijf keer in de Beloftedivisie gewonnen en dwong ze tussen 7 december 2024 en 11 januari acht keer op rij een plaats in de top-8 van een Topdivisierace af, het strijdgeweld op het natuurijs van de Spielplatz der Natur valt nog in de categorie ontdekkingsreis. Ook na de Aart Koopmans Memorial van donderdag, waarin ze zeventiende werd.

Het is het enige voorbehoud dat deze enthousiaste vrouw van 26 maakt gedurende het zeer geanimeerde gesprek aan de oever van het kleine dichtgevroren meer. Wat ze vertelt over haar sportleven, dat deels gekenmerkt wordt door twee beenbreuken in de periode dat ze vooral op de shorttrackpistes topresultaten najoeg, is boeiend en zoals ze het zelf van binnen voelt. Zo voorzichtig als ze is over prestaties op natuurijs, zo uitgesproken wordt ze het volgende moment wanneer haar toekomstperspectief op de langebaan aan de orde komt. Goed om te weten: Lancee combineert de nieuwste liefde (marathon) met de langebaan.

Wat ze dan wil bereiken in die laatste discipline? Gewoon, “de beste van de wereld worden. Olympisch kampioene. Omdat ik geloof dat dat erin zit. Ik ben intussen verliefd geworden op marathonschaatsen, dat zal ik niet snel meer aan de kant schuiven. Tegelijkertijd wil ik wel dat beide onderdelen naast elkaar kunnen blijven doorgaan. Mijn gevoel zegt dat ik er op de langebaan nog veel meer kan uithalen. Daarnaast vind ik het prettig – dat heb ik in mijn begintijd als marathonrijdster al ervaren – dat ik even kan overschakelen naar de langebaan, zodra de marathon wat minder loopt. Nu is dat niet zo, want het draait op beide fronten lekker”, constateert ze blij.

Gioya Lancee
Het is Gioya Lancee met nummer 3, maar het pak is toch echt van ploegmaat Veerle van Koppen. "Foutje", aldus Gioya. | Foto: Neeke Smit
Ik denk niet dat ik heel goed ben in niks doen naast het sporten
Gioya Lancee

Lancee stroomde in oktober 2023 bij het team van Eelco Kooistra in. Ze was nieuw, belandde daarom in de Beloftedivisie, sukkelde in eerste instantie nog wat met de naweeën van haar laatste beenbreuk, maar opmerkelijk genoeg won ze wel meteen de eerste wedstrijd van de Marathon Cup in Groningen. “Ik dacht toen: nu wil ik alle Belofteraces winnen. Dat is een beetje hoe ik in elkaar zit. Ik bedoel: wel realistisch, omdat ik de rit toen won, wat een nieuwe ervaring was voor me. Daarna werd het een stuk lastiger, aangezien iedereen me kende in het peloton. Die eerste zege kwam ook tot stand via een kopgroep waarvan ik deel uitmaakte. Dat was heel anders racen dan wanneer je in een peloton schaatst. Het leerproces begon naderhand pas."

Doorgewinterd is Gioya nu nog niet te noemen. Het marathonspel, enigszins vergelijkbaar met shorttrack, doorziet ze wel stukken beter, al bestookt ze de teammaatjes net zo gemakkelijk met vragen. Beter worden doe je per slot van rekening door te leren, is het motto van de vervangend studiecoach bij een topsportafdeling van het Talentencollege in Heerenveen die ernaast de opleiding pedagogische wetenschappen tot een goed einde probeert te brengen. “Ik heb tweederde gehad, hopelijk kan ik dat eind 2025 afronden.” Ze glimlacht. “Ik ben wel veel meer bezig met sport, maar wat ernaast doen past bij me. Ik ben niet heel goed in het niks doen naast sporten.”

Op de Weissensee, waar de zon vooralsnog weigert te wijken voor wolken en steeds grimmigere weersberichten die regen voorspellen, kan ze anders aardig genieten van de ideale omstandigheden. In vier wedstrijden is het diepgaan en op de toppen van je kunnen schaatsen, de dagen eromheen regeren gezelligheid en ontspanning. Afkomstig uit de snelle wereld van shorttrack, met z’n veelal korte, explosieve ritten, moet Lancee bekennen dat ze zichzelf niet zo gauw van die ellenlange races zag rijden. “Laat staan dat ik het leuk zou vinden. Je gaat kapot onderweg, daar moet je doorheen zien te komen, dan ga je opnieuw kapot en moet je weer opkrabbelen. Ik heb dat voor het eerst gemerkt in de Topdivisie-marathons: het is doodgaan en tot leven komen. Dat is niet fijn hoor, al weet je dat je vroeg of laat weer opknapt van die inspanningen.

Het is nooit goed bij mij, dat moet ik een beetje afleren
Gioya Lancee
Gioya Lancee
Strijdgewoel in de Aart Koopmans Memorial, met Gioya op kop van de grote groep. | Foto: Neeke Smit

“Toch ben ik soms bang om dood te gaan op het ijs. Dat moet ik nog beter leren. Ik probeer het te voorkomen door wat zuiniger te rijden, maar dat gaat me niet altijd even goed af. Op de 1500 meter shorttrack, mijn sterkste afstand, werd het geleidelijk zwaarder, totdat het moment kwam dat de vermoeidheid toesloeg, oftewel de verzuring. In een marathon is het meer de hele leegheid die je voelt. Je denkt nu wordt het zwaar, en dan rijden we met z’n allen nog steeds al die rondjes verder. Raar eigenlijk, haha!”

Het is part of the deal. Dat realiseert ze zich. Het gaat voortreffelijk. Niettemin moet het voortdurend beter van Lancee. “Het is nooit goed. Zelfs wanneer ik heb gewonnen, moeten er dingen beter. Ik zie het niet zozeer als mezelf in de weg zitten. Het is eerder een prima eigenschap die mij zo ver heeft gebracht en ervoor heeft gezorgd dat ik kritisch, maar ook een doorzetter ben. Anders kom je niet terug van twee keer een beenbreuk. Als ik er anders naar kijk, mag ik soms wat minder kritisch en juist wat trotser zijn, omdat het zo bijzonder is dat ik al zo ver weer ben. Laten we maar genieten van wat we hier op de Weissensee hebben…”

Afgewisseld met doodgaan en weer tot leven komen.