Jeroen van der Lee, coach van de Nederlandse equipe: “Het algemene gevoel is echt heel erg goed. Als je kijkt wat voor tijden en wat voor races er gereden worden dan is dat gewoon goed.” De omstandigheden zijn op de open baan in Italië prima. “Het is net boven het vriespunt en zonnig. Het ijs is goed.”
In die prima omstandigheden kwamen vooral Gerben Jorritsma, Kai Verbij en Jade van der Molen goed voor de dag. Jorritsma won de 500 meter in een knappe 36,93. Hij versloeg de Kazach Darsil Essamambo. Derde werd Armin Hager uit Oostenrijk. Kees Heemskerk werd achttiende.
Verbij won de 1000 meter in 1.12,21. Hij versloeg Hager en verwees Thijs Roozen (1.14,51) naar het brons. Paul-Yme Brunsmann werd vlak daarachter met 1.14,86 vierde.
Van der Molen begon haar dag met een derde plek op de 1000 meter in 1.22,8. Eén plek boven haar eindigde Reina Anema in 1.22,6. De winst ging echter naar de Zwitserse Kaitlyn McGregor in 1.21,9. Van der Molen wist samen met Anema de goede 1000 meter nog te overtreffen met een gouden en een zilveren medaille op de 3000 meter. Van der Molen won in 4.29,43. Anema reed 4.34,47. Derde werd Urszula Wlodarczyk uit Polen in 4.37,97.
De 3000 meter voor heren leverde een Italiaanse winnaar op: Andrea Giovannini. Hij reed 3.56,2 en versloeg daarmee de Duitser Felix Maly. Brunsmann werd derde. Op de 500 voor dames meter grepen de Nederlanders net naast de medailles. Bente van den Berge werd vierde en Ineke Dedden vijfde. De afstand werd gewonnen door de Duitse Doreen Lamb.