De Noren hebben een rijke allroundtraditie, maar toch moeten we terug naar 1991 om de laatste kampioen uit het Scandinavische land te vinden. Sindsdien waren het bijna alleen maar Nederlanders die de vierkamp op hun naam schreven. Maar in 2025 is de kans groot dat Johann Olav Koss na 34 jaar een opvolger krijgt.
Twee mannen maken voorafgaand aan de 1500 en 10.000 meter aanspraak op die bijzondere titel. De 23-jarige Peder Kongshaug leidt het klassement, met een halve tel voorsprong. Hij zal zondagmiddag op de 1500 meter, het onderdeel waarop hij regerend Europees kampioen is, willen uithalen voor een goede uitgangspositie op het slotonderdeel. Sander Eitrem daarentegen, zal op de schaatsmijl in het spoor willen blijven van zijn landgenoot en dan op de tien kilometer tijd proberen te pakken.
Het belooft een mooie clash te worden tussen de twee vrienden. Vooraf bestempelde Kongshaug zijn één jaar jongere kompaan als de favoriet. Een machine die in elke training en op elk moment hard over het ijs kon vliegen. Die voorspelling kwam uit, zeker toen Eitrem de vijf kilometer aftrapte met een openingsronde van 27,6. Ronde na ronde liepen de tijden op, maar door het ijs zakken deed de 22-jarige niet. “Ik wilde met 28 hoog starten, maar met zo’n geweldig publiek is het makkelijk snel te beginnen. Oh shit, zo rijd ik mijzelf misschien de vernieling in”, schoot door zijn hoofd.
Ook zijn coach Bjarne Rykkje schrok van het begin. “Na drie rondjes zag ik hem al een beetje stijf worden en bibberen. Ik had niet verwacht dat hij het vol zou houden.” De 46-jarige oud-langebaanschaatser met een Noorse vader en Nederlandse moeder zag dat zijn pupil als topfavoriet werd neergezet in eigen land. “Vorig jaar was hij ook al goed, maar was hij het halve seizoen ziek. Toen hebben we de echte Sander Eitrem niet gezien. Die jongen is een ongelooflijk talent. Hij is stabiel en laat altijd een hoog niveau zien. In de krachttrainingen is hij sterk, zijn uithoudingsvermogen is prima en technisch is het ook in orde.”
“Hij kan alles”, vervolgt Rykkje, “maar moet zijn hoofd erbij houden. Sander is zich nog niet bewust van wat hij allemaal kan. Ik vroeg hem na afloop van de vijf kilometer wat hij dacht op het moment dat hij zo hard opende. ‘Ik dacht niet zoveel’, was zijn antwoord.”
De hoofdcoach van het Noorse kamp blikt alvast vooruit op het slotonderdeel. “Het ziet ernaar uit dat Sander in ieder geval met zijn ploeggenoot moet concurreren op de tien kilometer. Van Peder hebben we nog weinig gezien op de tien, van Sander iets meer. We weten dat hij die afstand aankan, maar hij is nog niet op het niveau van (Davide) Ghiotto of (Beau) Snellink. Dat zal waarschijnlijk ook niet nodig zijn.”
Mocht Eitrem winnen, zou hij in allroundland Noorwegen de opvolger worden van de grote Johann Olav Koss. “Ik vermoed dat hij zich nog niet realiseert wat dat zou betekenen”, schat Rykkje in. “Laten we dat zo houden tot morgen”, voegt hij er snel aan toe. “Het zou mooi zijn voor de sport. Ragne Wiklund doet het heel goed en is in het hele land bekend, maar zij kan niet alleen het Noorse schaatsen dragen. Daar zijn er meer voor nodig.”
“Het wordt een spannende battle tussen Peder en mij”, verwacht Eitrem zelf. “Ik moet heel hard rijden om te kunnen winnen. Ik hoop dat het een Noors feestje wordt. Mocht een van ons winnen, schrijven we geschiedenis.”
Dat zou betekenen dat ze in het hol van de leeuw de Nederlanders op hun plek zetten. Een revanche voor de vorige editie van 2023, toen Patrick Roest in het Noorse Hamar het publiek stil kreeg door Eitrem op de afsluitende tien kilometer te verslaan. “Dat toernooi reed ik voor de tweede plek. Nu ben ik de favoriet en streef ik echt naar goud.”
Dat kan voor Eitrem het eerste van twee hoogtepunten worden deze winter. Want in maart staat er een geweldig evenement te wachten in het Vikingskipet in Hamar: het WK Afstanden. “Het is geen geheim dat ik daar heel graag goud wil veroveren op de vijf kilometer. Dat WK in eigen land is voor mij iets groter dan dit toernooi, hoewel het allrounden in Noorwegen heel belangrijk is.”
In een weekend waarin we getrakteerd worden op veel Nederlandse medailles, is het dan de vraag welke Hollander op het podium zou kunnen eindigen. Beau Snellink luidt zijn naam, de huidige nummer drie van het klassement. “Twee mooie races”, concludeert hij na de 500 en 5.000 meter. “Ik ben hartstikke tevreden met deze eerste dag. Beter dan op het NK en een pr op de vijf kilometer. Ik had gehoopt dat ik halverwege op deze derde plaats zou staan. Natuurlijk had ik liever gehad dat het gat naar één en twee iets kleiner was, maar ik wist dat die gasten in goeden doen zijn. Die Noren maken van het allrounden hun grootste prioriteit. Wij willen het op het afstandskampioenschap heel goed doen. Zodra we iets fitter zijn en dit toernooi verwerkt hebben, denk ik dat we weer een stukje dichterbij zijn.”
“Ik laat wel zien dat ik er toe doe”, vertelt Snellink over zijn eigen stijgende lijn. “Dit zat er al lang in, alleen had ik het zelfvertrouwen nodig om het eruit te kunnen halen. Nu ben ik mijn grenzen aan het ontdekken. Ik moet meer ervaring opdoen, maar ben op de goede weg. ” Ook hij kijkt alvast naar de slotdag van het EK: “Morgen zullen de Noren iets pakken op de 1500 en dan wil ik een goede tien neerzetten. Of er meer inzit dan de derde plaats, durf ik nog niet te zeggen. Als ik brons zou pakken, zou ik al heel blij zijn.”
Wie vooraf was opgeschreven als een van de podiumkandidaten, was de vice-Nederlands kampioen Chris Huizinga. Helaas eindigde zijn toernooi al voordat het kon beginnen. Twee valse starts op de 500 meter kostte hem de nek. “Domme fout, mag niet gebeuren. Twee keer bewoog net een handje.”
Op weg naar de kleedkamer kreeg Huizinga een arm om zich heen van Sven Kramer. “Hij zei: ‘vergeten en door. Knallen op de vijf kilometer.’ Zo simpel, zo boers zeggen we dat dan.” Op de vijf kilometer wist Huizinga enigszins revanche te nemen, gesteund door het publiek werd hij derde, maar bleef hij steken op drie seconden achter Eitrem. Zondag zien we de rijder van Essent niet terug, hij heeft zich afgemeld voor de 1500 meter.