Veel collega’s zullen hem voor gek verklaren, maar Rob Hadders had er maling aan. De schaatser uit Kraggenburg reed op vrijdag de tien kilometer tijdens de World Cup in het Duitse Erfurt. Hadders werd negende in 13.37,13. "Was niet als gewenst", stelde hij zelf kritisch vast.
Maar het internationale onderonsje in Erfurt hielp hem zaterdagavond wel in Thialf. "Ik heb toch de hele week kwalitatief goed getraind, op snel ijs. De andere jongens hebben waarschijnlijk niet zo veel meer gedaan. Dat maakt wel een verschil."
Hadders vergeet te melden dat hij zelf ook een allesbehalve ideale voorbereiding kende. Om half twee vertrok hij uit Erfurt. "Ik heb flink doorgereden, onderweg nog een sportmaaltijd naar binnen gewerkt bij de McDonalds, en was daarna om kwart voor zeven in Thialf. Op tijd."
Daar was op het ijs niets van terug te zien. Hadders overbrugde eerst de afstand naar een kopgroep van drie, zat vervolgens zelf van voren en mocht daarna met Ariëns en Bierma sprinten om de zege. Dat leek hij ogenschijnlijk makkelijk te winnen. Geen kwestie van opeens toch nog de vorm hebben, vond hij zelf. "Ik ben op het ijs in Erfurt goed gebleven, de rest is nu toch waarschijnlijk wat minder. Dat is eerder het verhaal."
Maar de sprint met Ariëns, volgend seizoen zijn ploeggenoot bij De Haan Westerhoff, wilde Hadders toch wel even winnen. "Dat is prestige, natuurlijk is dat prestige. Als ik verlies moet ik het voorlopig horen. Bovendien moet ik mijn plek verdienen in mijn nieuwe ploeg, dan is dit ook lekker."