Terwijl in Nederland de afgelopen dagen bijna de pannen van de daken vlogen door het onstuimige weer, was Antoinette Rijpma–de Jong met haar ploeg in het zonnige Calpe, Spanje. “Je bent een wintersporter, maar het is wel heel fijn om even te resetten in het zonnetje. In Nederland is de vitamine D soms ver te zoeken door de weersomstandigheden. Door deze zon heb ik nauwelijks last van mijn jetlag.” Na twee weken in Azië is Team Reggeborgh maandag direct doorgereisd naar de Spaanse kustplaats. “We kunnen hier opladen en veel fietsen. Al die uurtjes op de Tacx in Nederland blijven ons nu bespaard.”
Want dat wordt tijdens het kamp voornamelijk gedaan: fietsen. “We testen waar we staan ten opzichte van twee maanden geleden. Nu is het moment om even hard te trainen en aan dingen te werken. Als je midden in een blok met wedstrijden zit, kan dat vaak niet. Dan moet je fit zijn voor de races.”
Het is het eerste jaar dat Rijpma–de Jong in het seizoen een trainingskamp heeft op een warmer oord. Haar oude ploeg Essent is in Collalbo aan het schaatsen. “Dat was altijd een van de mooiste kampen en een prachtige plek om in het zonnetje te schaatsen. Om meteen na twee wereldbekers van het ijs te gaan voor een trainingskamp op de fiets heb ik nog nooit gedaan. Het is lekker om even niet te schaatsen en je hoofd te resetten, waarna je weer heel veel zin hebt om op het ijs te stappen. Vanaf eind december komen er veel wedstrijden aan. Dan moet je denken aan presteren, fijn dat het nu niet hoeft. Natuurlijk ben je in je achterhoofd altijd bezig met de toernooien, maar iedereen is veel meer ontspannen. Er is tijd voor een lolletje.”
Rijpma–de Jong was niet tevreden over al haar individuele races op de World Cup (vierde, zevende, vijfde en tweede), maar was zeker blij over de vooruitgang die ze geboekt heeft en de stappen die ze nog kan maken. De eerste wedstrijden onder de vlag van Reggeborgh zijn haar goed bevallen, al valt ze soms nog terug in haar oude patroon, waardoor het technisch minder loopt. “Ik ben aan het bouwen en dat kan natuurlijk niet in een keer goed gaan. Op de laatste 1000 meter zat ik een tiende af van het goud, ik heb nooit zo dicht bij een World Cup-overwinning op die afstand gezeten. Maar ik weet dat het nog veel sneller kan.”
In haar verhaal schemert door dat ze sinds haar overstap naar Reggeborgh rust en plezier heeft gevonden. “Ik voel me een stuk relaxter. Ik zit goed in mijn vel en heb het echt naar mijn zin. Dat is natuurlijk heel wat waard. Technisch wil ik een hoop verbeteren, maar dat lukt niet in een keer. Ik moet aan het proces blijven denken, om straks in maart (tijdens het WK Afstanden) op de hoogste trede van het podium te staan. Dat is voor nu het doel. Volgend jaar moet het echt gebeuren”, sluit Rijpma–de Jong af, met haar blik al gericht op de Olympische Spelen. Zilver en brons heeft ze al in bezit, maar de grootste prijs ontbreekt nog.
Ook in Calpe was Femke Mossinkoff deze week met haar team VGR Sport/ Vreugdenhil Dairy Foods. Tussen twee marathonwedstrijden in vertrokken ze naar Spanje met het oog op de wedstrijden in Oostenrijk en Zweden. “We wilden hier veel fietsuren maken. Voor mezelf ook om aan de basis te werken voor de komende wedstrijden.” De 23-jarige schaatsster kwam tijdens een skeelertraining eind augustus ongelukkig ten val en brak haar sleutelbeen en liep een hersenschudding op. Vooral van de laatste kwaal heeft ze nog veel last, mede omdat het haar tweede in ruim een jaar tijd is.
“Sporten gaat inmiddels heel goed. Ik heb nu twee marathons gereden. Door de grote inspanning die gevraagd wordt en het vele geluid van de ijsbaan, de speaker en het publiek kost het me cognitief wel veel energie. Ook het werken achter de laptop voor mijn studie is lastig. Na twee uur ben ik dan afgeschreven.”
Onder de Spaanse zon, waar de lange tochten worden afgewisseld met sprintjes, verlopen de trainingen voor Mossinkoff beter dan verwacht. “Omdat het hier warmer en zonniger is, fiets ik makkelijker”, vertelt de Noord-Hollandse donderdag op de voorlaatste dag van het kamp. “De kou kost mijn lichaam energie. Ik heb een goede trainingsweek kunnen draaien, dat is best positief.”
Naast het harde werken is zo’n week samen op pad ook goed voor de teamspirit. “Je weet weer even van elkaar hoe iedereen erin staat en denkt. Met het oog op de Weissensee en Zweden is het goed om elkaar goed te kunnen aanvoelen.”